stoichiometrische berekeningen
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

stoichiometrische berekeningen

7 berichten aan het bekijken - 1 tot 7 (van in totaal 7)
  • Auteur
    Berichten
  • #2002 Reageer
    Timmy
    Gast

    Men laat 50,0 g onzuivere zink reageren met een overmaat verdunde HCL-oplossing. Hierbij ontstaat 15,2 l H2 bij 1000 hPa en 22°. Bereken het zuiverheidsgehalte in m% van het stuk zink in de veronderstelling dat de onzuiverheden niet reageren met HCl.

    Zn + 2HCl -> ZnCl2 + H2

    n(H2) = 0,620 mol
    n(Zn)= 0,765 mol dit klopt niet dus n(Zn)= 0,620 mol

    n(HCl) = 1,240 mol * 36,5 g/mol = 45,3 g

    50,0/ (50,0+ 45,3) = 50/95,3 = x/ 100 met x= 52, 5 g

    dus m% = 52, 5 %

    klopt dit?

    #2003 Reageer
    M. Bus
    Expert

    Beste Timmy,

    Je hebt gelijk dat er precies evenveel mol zink is weggereageerd als dat er waterstof is ontstaan. De som gaat er vanuit dat alle zink reageert en dat alleen de onzuiverheden overblijven. Het aantal mol zink wat heeft gereageerd weet je nu al, dus kan je dan zelf uitrekenen wat de zuiverheid is in massaprocenten?

    Succes!

    #2004 Reageer
    Timmy
    Gast

    m= n* M= 40,545 -> 40,5 %?

    #2005 Reageer
    Timmy
    Gast

    m% is toch de verhouding van de opgeloste stof over de totale oplossing x 100

    en de opgeloste stof is zink in zoutzuur dus m% = m( zn)/ m(zn) + m(Hcl) *100 ?

    #2006 Reageer
    M. Bus
    Expert

    Beste Timmy,

    Als ik je vraag goed lees dan staat er dat je het zuiverheidsgehalte van de onzuivere zink moet bepalen in massaprocenten. Dit betekent welk deel van de massa van het onzuivere zink is echt zink. Bijvoorbeeld 90% zuiver betekent dat 90% zink is en 10% zijn onzuiverheden.

    Helpt dit je verder?

    #2007 Reageer
    Timmy
    Gast

    Ah ik denk dat ik het snap.

    m(onzuivere zink) = 50, 0 g
    m( zuivere zink) = 0, 620 * 65,4= 40, 5 g m%= 81 g zuivere zink/ 100 g onzuivere zink *100 = 81 % ?

    #2008 Reageer

    Beste Timmy,

    Je snapt het inderdaad nu en het antwoord klopt helemaal!

7 berichten aan het bekijken - 1 tot 7 (van in totaal 7)
Reageer op: stoichiometrische berekeningen
Je informatie:



vraagbaak icoon Zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-basereacties
Beste, In een opdracht van een van jullie oefentoetsen stellen ze de zuur-basereactie op van natriumsulfide en zoutzuur: S2– + 2 H3O+ ⟶ H2S + 2 H2O Ik snap niet waarom ze uit zoutzuur, HCl, opeens H3O+ maken. Waarom pakken ze het H+ deeltje in HCl als het zuur in de reactie en hoe kan het dat […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Aminozuren
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Aminozuren
Er staat een aminozuureenheid een nummer kan hebben. Waar kan ik die nummers vinden (BiNas) en wat staan die nummers ook, wat is het betekenis erachter.
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Meerwaardige zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Meerwaardige zuren en basen
Ik vind het moeilijk om een meerwaardige zuur of base te herkennen. Is er een manier om dit te kunnen herkennen?
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ en OH^-aan de linkerkant van de pijl. Ik snap niet waarom Ba2+ daar staat. Barietwater = Ba(OH)2–> Ba^2+  + 2 OH^-. Bij de meeste gevallen zoals bij natronloog gebruik je de OH^- in de zuurbase reactie en negeer […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-basereacties
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-basereacties
<span data-teams="true"><span class="ui-provider a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z ab ac ae af ag ah ai aj ak" dir="ltr">Bij een reactie van Barietwater en verdund zwavelzuur (opgave 38, blz:60, 5vwo boek chemieoveral ) staat Ba^2+ […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon redoxreactie
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
redoxreactie
Hallo, ik snap bij de oefentoets deze vraag niet helemaal. Ik moet de reactie opstellen van Natriumjodide-oplossing en een aangezuurde kaliumdichromaat-oplossing. Dit is het antwoord: OX: Cr2O72- + 14 H+ + 6 e– → 2 Cr3+ + 7 H2O RED: 2 I– → I2 + 2 e– TOTAAL: Cr2O72- + 14 H+ + 6 I– […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon meerwaardig zuur
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
meerwaardig zuur
zwavelzuur is een sterk zuur, en kan 2 H+ afstaan fosforzuur is een zwak zuur, en kan in principe 3 H+ afstaan, alleen het is een zwak zuur dus het kan niet alle 3 H+ afstaan toch of wel? mijn vraag is dus kan fosforzuur, ondanks dat het een zwakke zuur alle 3 H+ afstaan of maar 1?, […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon groote proteine poeder
Scheikunde | Havo | 5
Vraag
groote proteine poeder
Beste scheikundige, Voor mijn profielwerkstuk ben ik bezig met het maken van eiwitpoeder uit koemelk. In mijn proces scheid ik de caseïne van de wei (whey) met behulp van microbieel stremsel. Mijn doel is om de overgebleven wei zo ver te zuiveren dat ik alleen hoogwaardige eiwitten overhoud. Het stappenplan dat ik op dit moment […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Newman projections
Scheikunde | Wo | 1
Vraag
Newman projections
Hoi, Waarom is de 3e Newman projectie juist?  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur en base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
zuur en base
Hallo, ik snap volgende reactie ook niet: een overmaat van een oplossing van mierenzuur reageert met vast calciumcarbonaat. het antwoord is: 2 HCOOH + CaCO3 -> H2O + CO2 + 2 HCOO-  Ik snap niet hoe het kan dat er links wel Ca staat, maar rechts niet. ik had zelf namelijk 2 HCOOH + CaCO3 […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts