stroomsterkte, inleiden van kooldioxide in kalkwater en grafiek
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

stroomsterkte, inleiden van kooldioxide in kalkwater en grafiek

  • Dit onderwerp bevat 6 reacties, 2 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 1 jaar geleden door Fenne.
7 berichten aan het bekijken - 1 tot 7 (van in totaal 7)
  • Auteur
    Berichten
  • #157879 Reageer
    Fenne
    Gast

    Ik heb een conductometrie proef gedaan waarbij ik een bekerglas had met daar in gefiltreerd kalkwater en daarin zaten twee elektroden met een constante spanning. Met een mA- meter werd de stroomsterkte gemeten. Aan het kalkwater is CO2 ingeleid. om de 5 seconden heb ik de stroomsterkte afgemetne. Ik heb de resultaten in een grafiek gezet. Waarbij de stroomsterkte op de verticale as staat en de tijd op de horizontale. Nu is de vraag, leg uit waarom de grafiek bij het inleiden van kooldioxide in kalkwater lager eindigt dan hij begint. Dus waarom is de gemeten stroomsterkte aan het eind lager dan aan het begin?

    #157888 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste Fenne,

    Welke reactie treedt er op tussen kalkwater en CO2?

    Kun kijken met welke deeltjes je in de oplossing begint?

    Welke verandering er optreedt tijdens het inleiden van CO2 ?

    Welke deeltjes heb je bij het eindpunt van de proef?

    Helpt dit bij het formuleren van een antwoord?

    Stel gerust je vervolgvraag.

    Dick

    #157896 Reageer
    Fenne
    Gast

    Hoi,

    Ik heb geprobeerd een antwoord te formuleren maar weet niet zeker of dat het klopt. Kunt u het controleren voor mij?

    In het begin zit er (gefiltreerd) kalkwater in de oplossing, dit is Ca(OH)2. Dit bestaat uit Ca2+(aq) ionen en uit OH(aq) ionen. Als er overmaat CO2 wordt ingeleid in de oplossing dan ontstaat er Ca(HCO3)2. Dit is goed oplosbaar en valt uit een in ionen. De geleidbaarheid van een oplossing is het beste als er de meeste ionen zijn. Doordat Ca(HCO3)2 in ionen uit een valt is er een goede geleidbaarheid in de oplossing. Aangezien de geleidbaarheid rechtevenredig is met de stroomsterkte begint de grafiek in het begin hoog.
    Wanneer er geen overmaat CO2 meer is zal er geen Ca(HCO3)2 meer worden gevormd, maar er zal CaCO3 worden gevormd. CaCO3 is slecht oplosbaar en zal hierdoor minder goed stroom kunnen geleiden. De gemeten stroomsterkte zal dan ook lager zijn. Dat is dus ook de reden waarom de grafiek lager eindigt dan waar hij begint.

    groetjes

    #157897 Reageer
    Wim Wessel
    Expert

    Hallo Fenne,

    Je vraagt naar formulering. Daarom: kalkwater bestaat niet alleen uit calcium- en hydroxide-ionen, maar omdat het zout is opgelost, zijn deze ionen ook nog eens vrij (daarom kan de oplossing elektrische stroom geleiden).

    In het begin is de CO2 nog niet in overmaat. Het reactieproduct klopt, maar ook dit zout is in oplossing, dus: Ca2+(aq) + 2 HCO3 (aq). De ionen waren al vrij in het kalkwater en blijven nu vrij (formulering: “valt uit elkaar” suggereert dat je eerst weer een vaste stof had gekregen).

    Daarna gaat je formulering niet goed. Dat zit in de term “overmaat”. Je hebt hier te maken met een reactie in twee stappen; ik noteer de combinatie H2O (l) + CO2 (aq) als H2CO3 (aq): deze notatie kan je ook in je Binas zien en ik hoop dat die iets duidelijker maakt wat er gebeurt:

    H2CO3 (aq) + OH (aq) –> HCO3 (aq) + H2O (l). Als alle H2CO3 op is, komt de tweede stap:

    HCO3 (aq) + OH  (aq) –>  CO32- (aq) + H2O (l). Het gevormde carbonaation slaat vervolgens neer met de calciumionen, die nog in de oplossing zaten. Je noemt zelf al het slecht oplosbare CaCO3(s).

    Tenslotte: ik mis in de verhaal wat je grafiek doet tussen het begin van de meting en het moment van vorming van het vaste CaCO3 (dus de periode waarin HCO3 wordt gevormd).

    Heb je hier voldoende houvast aan?

    Groeten,

    Wim Wessel

    #157902 Reageer
    Fenne
    Gast

    Hoi Wim,

    Bedankt voor je hulp!

    Ik heb nu dit als antwoord, is dit beter?

    In het begin zit er klakwater in de oplossing, dit is Ca(OH)2. Dit bestaat onder andere uit Ca2+(aq) ionen en uit OH(aq) ionen. Het kalkwater is opgelost, dus dit betekent dat de er vrije ionen zijn. Vrije ionen kunnen elektrische stroom goed geleiden, dus de oplossing met kalkwater kan de elektrische stroom geleiden.
    Als de CO2 wordt ingeleid in de oplossing ontstaan er vrije Ca^2+ ionen en 2HCO3^- ionen. Deze vrije ionen kunnen de stroom goed geleiden. De spanning en de afstand tussen de elektroden is gelijk gebleven, dit zorgt ervoor dat de geleidbaarheid rechtevenredig is met de stroomsterkte. Als de stroom dus goed geleid kan worden is de gemeten stroomsterkte ook hoog. Dat zie je in de grafiek ook terug komen, want in het begin is de gemeten stroom sterkte hoog.
    H2O en CO2 is samen H2CO3(aq). Met deze H2CO3 vindt de volgende reactie plaats:
    H2CO3 (aq) + OH (aq) –> HCO3 (aq) + H2O (l). Na een tijdje is als de H2CO3 op. Dan begint de volgende reactie plaats te vinden:
    HCO3 (aq) + OH  (aq) –>  CO32- (aq) + H2O (l).
    Na deze reactie treedt er een neerslag reactie op. De carbonaationen slaan namelijk neer met de calciumionen. Hierdoor wordt het slecht oplosbare zout CaCO3(s) gevormd. Aangezien dit een slecht oplosbaar zout is. Zal dit niet helemaal uitvallen in ionen, waardoor de stroom minder goed geleid kan worden. Er zal dan ook een lagere stroomsterkte gemeten worden. Dit betekent dus dat de grafiek op het eind veel lager is dan aan het begin van de meting.

    met vriendelijke groet

    #157905 Reageer
    Wim Wessel
    Expert

    Hallo Fenne,

    Ziet er goed uit.

    Aanvulling: ik werd er door collega Dick op gewezen dat jij in je proef bij het doorleiden van CO2 de troebeling al had gezien. Ik dacht dat dat moment het einde van je proef was, maar Dick wees me erop dat je nog verder bent gegaan met doorleiden van CO2. Dan zal de extra CO2 (de ‘overmaat’) met de neergeslagen CaCO3 verder reageren volgens:

    CaCO3 (s) + H2CO3 (aq) –>  Ca2+(aq) + 2 HCO3 (aq), dus de troebeling zou weer verdwijnen. Heb jij dat ook gezien?

    Dan heb je aan het einde weer een zoutoplossing. In je meting zou je tijdens het verdwijnen van de troebeling weer een toename van de geleidbaarheid hebben moeten zien.

    Ik hoop dat je het nog kunt bijhouden. Daarom samengevat:

    CO2 doorleiden, beide genoemde reacties samen:  H2CO3 (aq) + 2 OH (aq) –> CO32- (aq) + 2 H2O (l)

    Vervolgens slaat CO32-  neer met Ca2+, die ook in het kalkwater zat: Ca2+ (aq) + CO32-(aq) –> CaCO3(s)  (troebeling)

    Als je daarna verder gaat met CO2 doorleiden: CaCO3(s) + H2CO3(aq) –> Ca2+(aq) + 2 HCO3(aq).

    Stel gerust nog een vraag als iets hierin niet duidelijk is.

     

    Groeten,

    Wim

     

    #157908 Reageer
    Fenne
    Gast

    Hoi Wim,

    Het is helemaal duidelijk nu!

    Heel erg bedankt!

     

7 berichten aan het bekijken - 1 tot 7 (van in totaal 7)
Reageer op: stroomsterkte, inleiden van kooldioxide in kalkwater en grafiek
Je informatie:



vraagbaak icoon fasen van stoffen in een reactievergelijking
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
fasen van stoffen in een reactievergelijking
Goedemiddag. Ik ben momenteel bezig met zuur-basereacties. Ik loop alleen ergens tegenaan; hoe weet ik bij het opstellen van zo’n reactie in welke fase zo’n beginstof zich bevindt, kan ik dat in Binas vinden of moet ik dat gewoon weten? Soms schrijf ik (aq) op, maar is het (l), of andersom. Heel af en toe […]
Bekijk vraag & antwoord
studiehulp icoon 10 tips om uitlegvideo’s effectief te gebruiken
Vwo | Havo | Vmbo
Leertip
10 tips om uitlegvideo’s effectief te gebruiken
Haal meer uit het kijken van uitlegvideo's met deze tips.
Bekijk de tip
vraagbaak icoon Zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
Zuren en basen
Hallo, Ik moet bij deze opdracht een reactievergelijking opstellen, maar ik snap het niet helemaal. Ik moet de reactievergelijking geven als bariumoxide en verdund azijnzuur bij elkaar worden gevoegd. Ik dacht dat het antwoord CH3COOH (aq) + BaO (aq) -> Ba 2+ (aq) + CH3COO-. Het antwoord moest BaO + 2CH3COOH -> Ba2+ + H2O […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon azijnzuur en zuur-base
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
azijnzuur en zuur-base
Hallo, Bij een reactievergelijking van een zuur-base reactie moet ik de scheikundige naam weten van azijnzuur. Volgens Binas is dit ethaanzuur. Ethaan is C2H6 en zuur is H3O+, maar het antwoordenboekje geeft CH3COOH aan. Is dit een zuur waarvan je de naam gewoon uit je hoofd moet leren? Want ik snap de naamgeving niet helemaal. […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Uitleg vraag 22 van scheikunde examen 2023 eerste tijdvak.
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Uitleg vraag 22 van scheikunde examen 2023 eerste tijdvak.
Hoi, ik begrijp vraag 22 niet helemaal, in het correctievoorschrift staat dat er 4 atoombindingen zijn, zou u aub willen uitleggen hoe ze daarop komen? Alvast bedankt!
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Zuur-Base en redox
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-Base en redox
Hallo, Ik heb binnenkort een toets over zuur-base en redoxreacties. Wij krijgen dan twee stoffen en dan moeten wij zelf bepalen of het een redox of ZuBa reactie is. Ik heb echter geen idee hoe dit moet. Kan iemand helpen? Dit zijn een aantal voorbeelden van de oefenvragen: 1. Zink + zoutzuur 2. zinknitraatoplossing + […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Halfreacties
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Halfreacties
Hoi hoi, ik heb een vraagje. Als ik een totaal vergelijking moet opstellen van een redoxreactie, kan het dan zijn dat een halfreactie wel in de binas staat en de ander niet? Of is het altijd zo dat ze er of allebei wel in staan of allebei niet? Dankjewel alvast.  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
Zuren en basen
Hallo, Ik snap niet helemaal hoe je nu precies een reactie vergelijking moet opstellen voor een zuur en base reactie. bijvoorbeeld bij een opdracht moet ik de juiste notatie van de oplossing HCIO2 noteren. Ik dacht dat dat dan CIO2- (aq) + H3O+ was. Maar volgens het antwoordenboekje is het alleen HCIO2. Maar HCIO2 is […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon hydrofiel of hydrofoob?
Scheikunde | Mbo 2 | 1
Vraag
hydrofiel of hydrofoob?
Beste, Hormonen die derivaten zijn van aminozuren, zijn die hydrofiel en hydrofoob? En de peptidehormonen zijn die hydrofiel of hydrofoob? groetjes Lore
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Buffer rekenen vwo 2021-1 vraag 15
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Buffer rekenen vwo 2021-1 vraag 15
Hallo, ik heb morgen examen en nog 1 vraagje. bij examen vwo 2021-1 vraag 15 stellen ze een BOE tabel op, maar hoezo moet je opeens al die concentraties invullen? Ik heb altijd gewoon de stoffen en dan bijv 0,100-x, concentratie h3o+ is c en de laatste stof is ook x, waaruit dan x2/0,100=KZ uitkomt, […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts