Vraagbaak scheikunde
Zouten
Vak
Scheikunde
Niveau
Vwo
Onderwerp
Stoffen & deeltjes
Leerjaar
4
- Dit onderwerp bevat 4 reacties, 2 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 10 maanden, 2 weken geleden door Louise.
-
AuteurBerichten
-
LouiseGast
Hi,
Bij een opdracht moet ik aantonen welke van de volgende stoffen geen zouten zijn.
NH4NO3, (NH4)2SO4 en CO(NH2)2
Ik dacht dat dit allemaal geen zouten waren, omdat alle elementen niet-metalen zijn. Een zout is toch een mix tussen een niet-metalen en metalen stof.
Alleen het juiste antwoord moet zijn dat alleen CO(NH2)2 een niet-zout is, en dat NH4NO3 en (NH4)2SO4 dus allebei zouten zijn. Hoe kan dat aangezien daar alleen metalen in zitten?
Alvast bedankt!
docent DickExpertBeste Louise,
Bij zouten denk je altijd eerst aan verbindingen van een metaal met een niet-metaal of metaal en samengestelde niet-metalen.
Voorbeeld: NaCl, FeBr3, CaSO4, Al2(PO4)3.
Als ammoniak echter reageert met zoutzuur, dan wordt er een oplossing van ammoniumchloride gevormd.
NH3(g) + H3O+ –> NH4+ + H2O
Er worden nu ammoniumionen gevormd. In de oplossing zijn de Cl–-ionen ook aanwezig, dus ontstaat er een zoutoplossing.
In tabel BINAS 45, zie ammoniumionen bij de positieve ionen staan.
Het is dus niet zo dat er in zouten altijd metaalionen aanwezig zijn.
Je hebt nu geleerd:
In de formule van (NH4)2SO4 herken je sulfaat: dat is een ion. En je weet nu dat NH4+ ook een ion is.
Is dat duidelijk?
Met vriendelijke groet,
Dick.
LouiseGastHi,
Dus als er een ion inzit (bv sulfaat e.d) dan is dat altijd een zout?Yvette van RijckevorselExpertBeste Louise,
Een eenvoudig antwoord is: Ja, dat klopt!
Toch nog kort een toelichting:
Een verbinding waar een ion in zit is altijd een zout inderdaad. In veel gevallen bestaat dit uit een positief geladen metaalion en een negatief geladen niet-metaalion. Daaraan is een zout makkelijk te herkennen. Maar zoals Dick ook al zei, zijn er positief geladen ionen die geen metaal zijn. Het ammoniumion (NH4+) is daar een voorbeeld van, net als het hydroxoniumion (H3O+). Het kan zijn dat je dit ion al weleens gezien hebt, en anders komt dat nog.
Als je van 1 van de 2 deeltjes in een verbinding weet dat het een ion is (je moet er een aantal uit je hoofd leren!!) dan moet het andere deeltje ook een ion zijn.
Je zou drie soorten stoffen moeten kunnen herkennen op het VWO te weten:
Moleculaire stoffen: bestaande uit ongeladen niet-metaalatomen die covalente bindingen (atoombindingen) vormen middels een gedeeld elektronenpaar => hebben dus geen ionen!
Zouten: bestaande uit positieve (meestal, maar niet altijd!) metaalionen en negatieve niet-metaalionen die een ionbinding vormen door aantrekkingskracht tussen de positieve en de negatieve lading tussen de ionen.
Metalen: bestaande uit uitsluitend metaalatomen die een metaalbinding vormen, dit is een aantrekkingskracht tussen de vrij bewegende elektronen in de buitenste schil van de metaalatomen en de positieve atoomrest => hebben dus geen ionen!
Is dit zo voor jou duidelijk?
Groeten,
YvetteLouiseGastHi,
Heel erg bedankt! Het is nu helemaal duidelijk!
-
AuteurBerichten
Bekijk ook eens