Vraagbaak scheikunde
Zoutzuur en NAOH
Vak
Scheikunde
Niveau
Mbo 4
Onderwerp
Chemisch rekenen
- Dit onderwerp bevat 2 reacties, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 2 jaren, 6 maanden geleden door Melissa.
-
AuteurBerichten
-
MelissaGast
Voor school moet ik twee opdrachten uitvoeren. Maar ik snap er helemaal niets van.
Het gaat om de volgende vraagstelling:Maak een oplossing van 1 liter zoutzuur waarbij de concentratie 0,1mol/l HCL is. De uitgangsstof die je gaat gebruiken is een fles van 4 mol/l HCL.
Hoe maak ik het nu?.
en
2. Maak een oplossing van 500ml NaOH waarbij de concentratie 0,1mol/l. De uitgangstof is vaste natronloog.Weet iemand hier de antwoord op?
Jan Wim PetersExpertHallo Melissa,
Allereerst wat verbeteringen in de vraagstelling. Heb je die zo gekregen?
1. Maak 1 liter zoutzuur waarbij de concentratie van HCl 0,1 mol/L is. De uitgangsoplossing die je gaat gebruiken is een fles met een concentratie van HCl van 4 mol/L.2. Maak een 500 mL NaOH-oplossing waarbij de concentratie van NaOH 0,1 mol/L is. De uitgangstof is vast natronhydroxide(NaOH).
Eerst 1. : Je moet de concentratie veranderen van 4 naar 0,1 mol/L. Wat is dan de verdunningsfactor? Als je die hebt, kun je verder met het volume, dat je nodig hebt.
Dan 2. Je weet het volume van NaOH-oplossing, die je moet maken en de concentratie daarvan. Hoeveel mol NaOH heb je dan nodig? Vervolgens moet je dat nog omrekenen naar het aantal gram vast NaOH.
Kom je er zo uit? Anders stuur je maar de volgende vraag.Succes en groet,
Jan Wim Peters
- Deze reactie is gewijzigd 2 jaren, 6 maanden geleden door Jan Wim Peters.
- Deze reactie is gewijzigd 2 jaren, 6 maanden geleden door Jan Wim Peters.
MelissaGastBedankt Jan Wim!
Ik ga er mee aan de slag 🙂
-
AuteurBerichten
Bekijk ook eens