Vraagbaak scheikunde
Zuur-Base en redox
Vak
Scheikunde
Niveau
Vwo
Onderwerp
Reacties
Leerjaar
5
- Dit onderwerp bevat 3 reacties, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 5 maanden, 3 weken geleden door docent Dick.
-
AuteurBerichten
-
JuliaGast
Hallo,
Ik heb binnenkort een toets over zuur-base en redoxreacties. Wij krijgen dan twee stoffen en dan moeten wij zelf bepalen of het een redox of ZuBa reactie is. Ik heb echter geen idee hoe dit moet. Kan iemand helpen?
Dit zijn een aantal voorbeelden van de oefenvragen:
1. Zink + zoutzuur
2. zinknitraatoplossing + kaliloog
3. zinkhydroxyde + verdund salpeterzuur
docent DickExpertBeste Julia,
Als ik even naar de oefenvragen kijk.
Wat je moet doen is: schrijf eerst op welke deeltjes/stoffen je hebt!
1. Zn(s) en H+(aq)/H3o+(aq) en Cl–(aq)
je hebt een metaal en een zure oplossing. Hier dus geen zuur/base reactie,
Kun je aangeven welke redoxreactie hier verloopt?
2. Zn2+(aq), NO3–(aq), K+(aq) en OH–(aq)
je hebt een base, maar heb je ook een zuur?
Je denkt misschien in eerste instantie van niet, maar denk aan sommige gehydrateerde metaalionen die als zuur kunnen optreden. In dit geval Zn(H2O)62+ , zie BINAS tabel 49.
Kun je nu aangeven welke zuur-basereactie hier verloopt?
3. Zn(OH)2(s) en H3O+(aq) en NO3–(aq)
Hier heb je een zuur en een base. Kun je n u aangeven welke zuur-basereactie hier verloopt?
Helpt dit je op weg?
Ik zie je antwoorden graag tegemoet.
Met vriendelijke groet,
Dick
JuliaGastGeachte Dick,
Hartstikke bedankt voor uw antwoord. Ik heb ze allemaal geprobeerd en dit zijn mijn uitkomsten:
Bij de eerste heb ik eerst de halfvergelijkingen opgesteld:
2H+ + 2e– –> H2
Zn –> Zn2+ + 2e–
0–0,76=0,76>0,3 , dus aflopend
2H+ + Zn –> H2 + Zn2+
Klopt dit en zijn er nog andere deeltjes die sowieso nooit een zuur of base kunnen zijn?
2. Zn2+ + 2OH– –> Zn(OH)2
Klopt deze en waarom staat er in binas nog een H2O? Is deze van belang of geeft het alleen aan dat ‘ie opgelost is?
3. Zn(OH)2 +2H3O+ –> Zn2+ + H2O
Zijn er nog dingen waar ik op moet letten tijdens de toets qua gebruik van woorden?
Nogmaals bedankt!
MVG,
Julia
docent DickExpertBeste Julia,
Zink en zoutzuur: goede reactievergelijking. Netjes opgebouwd uit 2 halfvergelijkingen.
De zuurresten van sterke zuren nemen geen H+ op van water. Hun Kb << 10-14.
De formules/zuren die in tabel 49 van BINAS onder H2O staan staan geen H+ af aan H2O. Hun Kz <<10-14
2. zinknitraatoplossing + kaliloog
Jij geeft een neerslagreactie, dat snap ik wel want zinkhydroxide is slecht oplosbaar is water, maar het is in principe een zuurbase-reactie! Vandaar mijn opmerking: let op bij sommige gehydrateerde metaalionen!
Zn(H2O)62+ + 2 OH– —> Zn(OH)2(H2O)4(s) + 2 H2O
3. Jij geeft als antwoord:
Zn(OH)2 +2H3O+ –> Zn2+ + H2O
maar deze reactievergelijking klopt niet!
Hoe kan je die kloppend maken?
Tot slot: Je hebt gelijk in alle voorbeelden heb je als deeltje ook H2O. (die had er natuurlijk bij moeten zetten !!!
Die moet je wel meenemen, want is sommige gevallen is dat bijv. de base.
Denk aan: Leg uit dat een oplossing van natriumcarbonaat een pH > 7 heeft.
Na+(aq), CO32- (aq) en H2O
CO32-(aq) + H2O <=> HCO3-(aq) + OH–(aq)
<=> zijn evenwichtspijlen
Als je nog vervolgvragen hebt, dan vernemen we die wel.
Met vriendelijke groet,
Dick
-
AuteurBerichten
Bekijk ook eens