Vraagbaak scheikunde
ascorbinezuur
Vak
Scheikunde
Niveau
Vwo
Onderwerp
Chemisch rekenen
Leerjaar
5
- Dit onderwerp bevat 3 reacties, 2 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 10 maanden, 2 weken geleden door Wim Wessel.
-
AuteurBerichten
-
MattieGast
Beste scheikundige,
Wij hebben een rekenopgaven gedaan maar we weten niet of we het goed hebben gedaan. 2 vitamine C tabletten van samen 9,00070 gram zijn opgelost in gedestilleerd water daarna in een maatkolf gedaan en aangevuld tot 100 ml, 25 ml is daaruit gegaan en vervolgens de proef mee gedaan. Er is 3 gram KI toegevoegd wat zetmeel om het eindpunt te laten zien en de elektrodes zijn erin gehangen. na 461 s was het opslagpunt en het eind van de coulometrie. de stroomsterkte was 0,201 A tijdens de proef.
we moeten berekenen hoeveel ascorbinezuur er in een tablet zit.
Wij hebben de volgende berekening gedaan:
Gemiddelde hoeveelheid A gedurende 461 seconden is gelijk aan 0,201625 A.
Dit is gelijk aan 0,201625 C/s.
In 461 seconden zit: 461*0,201625 = 92,949125 C.
1 Mol e– = 9,64853365 *104 C ( constante van Faraday, Binas Tabel 7 )
Dus 92,949125 C is gelijk aan: 92,949125 / 9,64853365 *104 = 9,6334975 *10-4 mol e–.
1 mol ascorbinezuur reageer met 1 mol I2 en dat is gelijk aan 2 mol e–.
9,6334975 *10-4 mol e– = 4,8167487 *10-4 mol ascorbinezuur.
In 25 mL oplossing zit dus 4,8167487 *10-4 mol ascorbinezuur waar door in 100 mL automatisch 1,926699 *10-3 mol ascorbinezuur zit.
Dat is gelijk aan 1,926699 *10-3 * 176,12 = 0,3393303 g ascorbinezuur per 2 tabletten.
En dat is gelijk aan 169,67 mg per tablet.
alvast bedankt!
docent DickExpertBeste Mattie,
Ik heb jullie berekening na gelopen en die is helemaal goed!
Mijn enige opmerking opmerking betreft de significantie.
Meetwaarde met de kleinste significantie is de tijd: 461 s.
(Ik neem aan dat jullie de 25 mL hebben gepipetteerd met een volpipet: 25,00 mL.
De maatkolf is 100,0 mL)
Dus moet je je antwoord in drie cijfers significant geven: 170 mg ascorbinezuur per tablet.
Met vriendelijke groet,
Dick
MattieGasthallo,
ik loop weer vast op een vraag die bij dit practicum hoort.
1) hoe komt het dat het zetmeel pas reageert met jood als al het ascorbinezuur op is en niet al tijdens de proef?
2) als je een zuur-base titratie coulometrisch uitvoert, hoe zie je dan het eindpunt van de titratie?
alvast bedankt
Wim WesselExpertHallo Mattie,
Ik neem het even over van Dick.
Vraag 1: Zodra jood ontstaat uit jodide, reageert dit onmiddellijk weg met vitamine C. Pas als alle vitamine C op is, blijft het jood in de oplossing en kan met zetmeel reageren.
Vraag 2: zuur-base en coulometrie is een vreemde combinatie: je bent dan met twee soorten reacties (zuur-base van de titratie en redox van de coulometrie) bezig. Je voegt dan oplossing toe vanuit de buret en tegelijkertijd voer je elektrolyse uit? Je hebt dan tenminste twee variabelen, waarmee volgens mij niet te rekenen valt. Ik kan me zo’n meting moeilijk voorstellen. Maar wat je vraag betreft: als je op het oog het eindpunt moet bepalen, gaat dat meestal met kleurverandering. Als de stoffen daar zelf niet voor zorgen, moet je een indicator gebruiken.
Groeten,
Wim
-
AuteurBerichten
Bekijk ook eens