Elektrochemische cel
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

Elektrochemische cel

  • Dit onderwerp is leeg.
7 berichten aan het bekijken - 1 tot 7 (van in totaal 7)
  • Auteur
    Berichten
  • #3284 Reageer
    Lieke
    Gast

    Goedenavond,

    Ik heb een kort vraagje over de elektrochemische cel. Ik vraag me namelijk af hoe je kan bepalen welke stoffen er in de oplossingen moeten waarin de elektrodes zich bevinden. Ook weet ik dat ik voor de zoutbrug het beste kan kiezen voor Na+ of K+/ SO4 2- of NO3 -, maar mijn boek geeft hier geen redenen voor. Volgens mij had het iets te maken met dat de stoffen geen deel mogen nemen aan de reactie of een bepaalde sterkte moeten hebben in BINAS 48, maar dit weet ik dus niet helemaal zeker en vandaar deze vraag 🙂

    Alvast enorm bedankt!
    Groetjes,
    Lieke

    #3285 Reageer
    mui
    Gast

    Dag Lieke

    Je hebt de vraag heel algemeen gesteld. Ik zal daarom een globaal antwoord geven.
    Als je met zo’n antwoord niet uit de voeten kunt, laat het dan weten bijvoorbeeld door vervolgvragen te stellen.

    Voor een elektrochemische cel geldt dat het systeem een gesloten stroomcircuit moet zijn. Elk onderdeel moet dus stroom kunnen geleiden.
    Voor het gedeelte van het systeem waar zich de vloeistof bevindt, kan de geleiding alleen maar plaatsvinden dmv vrije ionen. (elektronen kunnen zich alleen door metalen of koolstof (in de vorm van grafiet ) verplaatsen). Deze vrije ionen krijg je door zouten of (sterke) zuren op te lossen in water.

    In de zoutbrug moeten de negatieve vrije ionen en de positieve vrije ionen zich in tegengestelde richting verplaatsen. Voor een goede werking van de cel is het belangrijk dat zij dat (ongeveer) even gemakkelijk doen.
    Informatie daarover vind je in tabel 41. De molaire iongeleleidbaarheden van de 4 door jou genoemde ionen zijn vergelijkbaar van grootte.
    En je noemde het al: De door jou genoemde ionen nemen onder de omstandigheden van de cel niet deel aan de redoxreactie in de cel
    (een uitzondering is het sulfaation in de loodaccu, maar dat is door de bouw van de accu geen probleem, dat deelnemen van het sulfaation is juist gewenst.

    Vermoedelijk heb je nog wel vragen.
    Probeer deze te stellen aan de hand van een voorbeeld cel, dat maakt het beantwoorden gemakkelijker.

    Ik hoor het wel
    Groet
    MUI

    #3286 Reageer
    Lieke
    Gast

    Hallo,

    Bedankt voor de reactie! Ik snap nu inderdaad de keuze voor de ionen in de zoutbrug, maar heb nog vragen over de oplossingen.
    Stel er is bekend dat één elektrode gemaakt is van Cu (s) en de andere van C (s). Hoe kan ik dan bepalen welke stoffen daarbij moeten om als reductor/oxidator te functioneren? Moet ik dan bijvoorbeeld zoeken naar een reductor die sterker is dan Cu(s) in tabel 48?

    Groetjes,
    Lieke

    #3287 Reageer
    mui
    Gast

    Dag Lieke

    Metaalelektroden worden meestal geplaatst in een oplossing van een zout van dat metaal. Dus in geval van koper plaats je de elektrode in een kopersulfaatoplossing.
    Wat er dan gebeurt hangt af van de andere halfcel.
    Stel dat de koperelektrode de negatieve elektrode wordt als de cel stroom levert, dan moet het koper de reductor zijn en dus overgaan in koper(II)ionen. De elektronen die daarbij vrijkomen stromen door de metalen draad en bijvoorbeeld een lampje of een stroommmeter naar de andere elekrode, waar ze opgenomen moeten worden door een oxidator die voldoende sterk is om met de reductor koper te reageren. Omdat koolstof een onaantastbare elektrode is, moet de oxidator in de oplossing zitten rondom deze C-elektrode. De oxidator zou bijvoorbeeld het ijzer(III)ion kunnen zijn in een ijzer(III)chloride-oplossing. Door opname van een elektron gaat Fe3+ over in Fe2+.

    Het kan ook zijn dat (in een andere cel) de Cu-elektrode de positieve elektrode wordt als het Cu2+ ion elektronen opneemt en overgaat in koper.
    In dat geval moet de andere halfcel een reductor (in de oplossing) bevatten die sterk genoeg is om met de oxidator Cu2+ te reageren (koolstof is onaantastbaar en reageert dus niet, maar is alleen stroomgeleider)
    Toen werd het zoeken in tabel 48 (alle metalen vallen af, want je kunt een metaal niet oplossen in water) maar Sn2+ zou kunnen.
    Je kunt dus de koolstofstaaf in een tin(II)chloride-oplossing plaatsen. In dat geval (bij gesloten stroomcircuit) reageert de reductor Sn2+ tot Sn4+. De elektronen die daarbij vrijkomen verplaatsen zich door de stroomdraad naar de Cu-elektrode en worden daar opgenomen door Cu2+ uit de oplossing.

    Hopelijk ter geruststelling:
    Op het examen komen alleen volledig beschreven elektrochemische cellen aan de orde.
    Hiervan moet je de richting van de elektronenstroom en de richting van de ionenstromen kunnen aangeven.
    Je moet halfvergelijkingen kunnen opstellen.
    Je moet chemische berekeningen kunnen uitvoeren.

    Heb je nog vragen?
    Laat het me weten

    Groet
    MUI

    #3288 Reageer
    Lieke
    Gast

    Hallo,

    Ik snap het nu, en het is goed om te weten dat dit niet van toepassing is bij de examens. Nog één laatste (afsluitende) vraag die me net te binnen kwam: de elektrodes mogen dus wel dienen als oxidator of reductor? Ik hoorde van klasgenoten namelijk van niet, maar ik heb zojuist een opdracht gemaakt waarbij er een cel werd gemaakt met een aluminiumstaaf en een koolstaaf. Hierbij werden oplossingen gebruikt van aluminiumsulfaat en kopersulfaat. Volgens de antwoorden is de reductor dan het Al(s) van de elektrode. Dit mag dus inderdaad wel?

    Groetjes,
    Lieke

    #3289 Reageer
    mui
    Gast

    Dag Lieke

    Aluminium is inderdaad de reductor en koper2+ is de oxidator.
    Dus je hebt het denk ik wel begrepen.

    Succes met de sk
    Groet
    MUi

    #3290 Reageer
    Lieke
    Gast

    Top, heel erg bedankt voor de moeite en nog een fijne avond!

7 berichten aan het bekijken - 1 tot 7 (van in totaal 7)
Reageer op: Elektrochemische cel
Je informatie:



vraagbaak icoon fasen van stoffen in een reactievergelijking
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
fasen van stoffen in een reactievergelijking
Goedemiddag. Ik ben momenteel bezig met zuur-basereacties. Ik loop alleen ergens tegenaan; hoe weet ik bij het opstellen van zo’n reactie in welke fase zo’n beginstof zich bevindt, kan ik dat in Binas vinden of moet ik dat gewoon weten? Soms schrijf ik (aq) op, maar is het (l), of andersom. Heel af en toe […]
Bekijk vraag & antwoord
studiehulp icoon 10 tips om uitlegvideo’s effectief te gebruiken
Vwo | Havo | Vmbo
Leertip
10 tips om uitlegvideo’s effectief te gebruiken
Haal meer uit het kijken van uitlegvideo's met deze tips.
Bekijk de tip
vraagbaak icoon Zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
Zuren en basen
Hallo, Ik moet bij deze opdracht een reactievergelijking opstellen, maar ik snap het niet helemaal. Ik moet de reactievergelijking geven als bariumoxide en verdund azijnzuur bij elkaar worden gevoegd. Ik dacht dat het antwoord CH3COOH (aq) + BaO (aq) -> Ba 2+ (aq) + CH3COO-. Het antwoord moest BaO + 2CH3COOH -> Ba2+ + H2O […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon azijnzuur en zuur-base
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
azijnzuur en zuur-base
Hallo, Bij een reactievergelijking van een zuur-base reactie moet ik de scheikundige naam weten van azijnzuur. Volgens Binas is dit ethaanzuur. Ethaan is C2H6 en zuur is H3O+, maar het antwoordenboekje geeft CH3COOH aan. Is dit een zuur waarvan je de naam gewoon uit je hoofd moet leren? Want ik snap de naamgeving niet helemaal. […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Uitleg vraag 22 van scheikunde examen 2023 eerste tijdvak.
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Uitleg vraag 22 van scheikunde examen 2023 eerste tijdvak.
Hoi, ik begrijp vraag 22 niet helemaal, in het correctievoorschrift staat dat er 4 atoombindingen zijn, zou u aub willen uitleggen hoe ze daarop komen? Alvast bedankt!
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Zuur-Base en redox
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-Base en redox
Hallo, Ik heb binnenkort een toets over zuur-base en redoxreacties. Wij krijgen dan twee stoffen en dan moeten wij zelf bepalen of het een redox of ZuBa reactie is. Ik heb echter geen idee hoe dit moet. Kan iemand helpen? Dit zijn een aantal voorbeelden van de oefenvragen: 1. Zink + zoutzuur 2. zinknitraatoplossing + […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Halfreacties
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Halfreacties
Hoi hoi, ik heb een vraagje. Als ik een totaal vergelijking moet opstellen van een redoxreactie, kan het dan zijn dat een halfreactie wel in de binas staat en de ander niet? Of is het altijd zo dat ze er of allebei wel in staan of allebei niet? Dankjewel alvast.  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
Zuren en basen
Hallo, Ik snap niet helemaal hoe je nu precies een reactie vergelijking moet opstellen voor een zuur en base reactie. bijvoorbeeld bij een opdracht moet ik de juiste notatie van de oplossing HCIO2 noteren. Ik dacht dat dat dan CIO2- (aq) + H3O+ was. Maar volgens het antwoordenboekje is het alleen HCIO2. Maar HCIO2 is […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon hydrofiel of hydrofoob?
Scheikunde | Mbo 2 | 1
Vraag
hydrofiel of hydrofoob?
Beste, Hormonen die derivaten zijn van aminozuren, zijn die hydrofiel en hydrofoob? En de peptidehormonen zijn die hydrofiel of hydrofoob? groetjes Lore
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Buffer rekenen vwo 2021-1 vraag 15
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Buffer rekenen vwo 2021-1 vraag 15
Hallo, ik heb morgen examen en nog 1 vraagje. bij examen vwo 2021-1 vraag 15 stellen ze een BOE tabel op, maar hoezo moet je opeens al die concentraties invullen? Ik heb altijd gewoon de stoffen en dan bijv 0,100-x, concentratie h3o+ is c en de laatste stof is ook x, waaruit dan x2/0,100=KZ uitkomt, […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts