Glucose en mol
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

Glucose en mol

3 berichten aan het bekijken - 1 tot 3 (van in totaal 3)
  • Auteur
    Berichten
  • #1920 Reageer
    Naomi
    Gast

    In mijn boek staat het volgende:
    Stel dat glucose 5,6 mmol/L is.
    1 mol glucose = 180 gram en 1 mmol glucose = 180 mgram.
    5,6mmol/L is hetzelfde als 5,6 x 180mgram = 1000mg/L = 100mg/dl. Nu loop ik vast bij het laatste: als ik 5,6 x 180 doe, kom ik uit op 1008mg/L. Doe ik iets verkeerd in de berekening?

    Nog een vraag. Hoe reken ik deze vraag uit?
    Bij een patiënt is de glucose 5 mmol/l bloed. Hoeveel moleculen glucose zitten er in het bloed van de patiënt?

    #1921 Reageer
    Mathijs
    Expert

    Hoi Naomi,

    Waarom denk je dat je iets verkeerd doet in de berekening?
    Ik ga ervan uit dat in je vraag staat dat de concentratie van glucose 5.6 mmol/L (ofwel 5.6 mM) is. Zoals je inderdaad voorrekent weegt 1 mmol glucose 180 mg. Het is belangrijk bij zulke berekeningen te letten op de eenheden die je in de sommetjes stopt en wat eruit komt. Hoe jij het nu opschrijft doe je mmol/L * mg/mmol. De mmol boven en onder de deelstreep delen dan weg en je houdt inderdaad mg/L over, zoals je zelf concludeert. Misschien dat je nog even moet narekenen of je 1000 mg/L klopt.

    Voor je tweede vraag, kan je bedenken welke (eventueel aanvullende) informatie je nog nodig hebt om de vraag te beantwoorden? In tegenstelling tot je eerdere vraag moet je nu niet het aantal milligram per liter weten, maar het aantal moleculen in een patiënt.

    Vriendelijke groeten,
    Mathijs

    #1922 Reageer
    Mathijs
    Expert

    Hoi Naomi,

    Even voor de duidelijkheid, het lijkt alsof er in je boek misschien iets niet helemaal goed gegaan is met het afronden. 5.6 mmol/L * 180 mg/mmol is inderdaad 1008 mg/L. Hoe jij het in je vraag voorrekent is dus correct.
    (Ik zie dat je hebt aangegeven bij de vraag dat je op het HBO zit. Waarschijnlijk dat je dan wel al eens over significante cijfers gehoord hebt. Kan je dan bedenken hoeveel significante cijfers je in je antwoord zou moeten hebben?)

    Vriendelijke groeten,
    Mathijs

3 berichten aan het bekijken - 1 tot 3 (van in totaal 3)
Reageer op: Glucose en mol
Je informatie:



vraagbaak icoon fasen van stoffen in een reactievergelijking
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
fasen van stoffen in een reactievergelijking
Goedemiddag. Ik ben momenteel bezig met zuur-basereacties. Ik loop alleen ergens tegenaan; hoe weet ik bij het opstellen van zo’n reactie in welke fase zo’n beginstof zich bevindt, kan ik dat in Binas vinden of moet ik dat gewoon weten? Soms schrijf ik (aq) op, maar is het (l), of andersom. Heel af en toe […]
Bekijk vraag & antwoord
studiehulp icoon 10 tips om uitlegvideo’s effectief te gebruiken
Vwo | Havo | Vmbo
Leertip
10 tips om uitlegvideo’s effectief te gebruiken
Haal meer uit het kijken van uitlegvideo's met deze tips.
Bekijk de tip
vraagbaak icoon Zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
Zuren en basen
Hallo, Ik moet bij deze opdracht een reactievergelijking opstellen, maar ik snap het niet helemaal. Ik moet de reactievergelijking geven als bariumoxide en verdund azijnzuur bij elkaar worden gevoegd. Ik dacht dat het antwoord CH3COOH (aq) + BaO (aq) -> Ba 2+ (aq) + CH3COO-. Het antwoord moest BaO + 2CH3COOH -> Ba2+ + H2O […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon azijnzuur en zuur-base
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
azijnzuur en zuur-base
Hallo, Bij een reactievergelijking van een zuur-base reactie moet ik de scheikundige naam weten van azijnzuur. Volgens Binas is dit ethaanzuur. Ethaan is C2H6 en zuur is H3O+, maar het antwoordenboekje geeft CH3COOH aan. Is dit een zuur waarvan je de naam gewoon uit je hoofd moet leren? Want ik snap de naamgeving niet helemaal. […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Uitleg vraag 22 van scheikunde examen 2023 eerste tijdvak.
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Uitleg vraag 22 van scheikunde examen 2023 eerste tijdvak.
Hoi, ik begrijp vraag 22 niet helemaal, in het correctievoorschrift staat dat er 4 atoombindingen zijn, zou u aub willen uitleggen hoe ze daarop komen? Alvast bedankt!
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Zuur-Base en redox
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-Base en redox
Hallo, Ik heb binnenkort een toets over zuur-base en redoxreacties. Wij krijgen dan twee stoffen en dan moeten wij zelf bepalen of het een redox of ZuBa reactie is. Ik heb echter geen idee hoe dit moet. Kan iemand helpen? Dit zijn een aantal voorbeelden van de oefenvragen: 1. Zink + zoutzuur 2. zinknitraatoplossing + […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Halfreacties
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Halfreacties
Hoi hoi, ik heb een vraagje. Als ik een totaal vergelijking moet opstellen van een redoxreactie, kan het dan zijn dat een halfreactie wel in de binas staat en de ander niet? Of is het altijd zo dat ze er of allebei wel in staan of allebei niet? Dankjewel alvast.  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
Zuren en basen
Hallo, Ik snap niet helemaal hoe je nu precies een reactie vergelijking moet opstellen voor een zuur en base reactie. bijvoorbeeld bij een opdracht moet ik de juiste notatie van de oplossing HCIO2 noteren. Ik dacht dat dat dan CIO2- (aq) + H3O+ was. Maar volgens het antwoordenboekje is het alleen HCIO2. Maar HCIO2 is […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon hydrofiel of hydrofoob?
Scheikunde | Mbo 2 | 1
Vraag
hydrofiel of hydrofoob?
Beste, Hormonen die derivaten zijn van aminozuren, zijn die hydrofiel en hydrofoob? En de peptidehormonen zijn die hydrofiel of hydrofoob? groetjes Lore
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Buffer rekenen vwo 2021-1 vraag 15
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Buffer rekenen vwo 2021-1 vraag 15
Hallo, ik heb morgen examen en nog 1 vraagje. bij examen vwo 2021-1 vraag 15 stellen ze een BOE tabel op, maar hoezo moet je opeens al die concentraties invullen? Ik heb altijd gewoon de stoffen en dan bijv 0,100-x, concentratie h3o+ is c en de laatste stof is ook x, waaruit dan x2/0,100=KZ uitkomt, […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts