Molverhouding
Over de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

Molverhouding

4 berichten aan het bekijken - 1 tot 4 (van in totaal 4)
  • Auteur
    Berichten
  • #168761 Reageer
    Louise
    Gast

    Hallo,

    Ik snap de volgende opdracht niet

    Het is belangrijk dat de erlenmeyer na het verhitten volledig droog is. Wanneer dit niet het geval is en nog een klein beetje condens aan de wand van de erlenmeyer zit, valt de molverhouding tussen kobaltsulfaat en kristalwater anders uit.

    Leg uit of door de aanwezigheid van restwater in de erlenmeyer de berekende verhouding kristalwater : kobaltsulfaat zal toenemen of afnemen.

    Ik had bij de vorige opdracht al uitgerekend dat de molverhouding 1 (kristalwater) : 6 (kobaltsulfaat) is. Ik dacht zelf dus als je meer water toevoegt, dat de molverhouding dan bijvoorbeeld 2 : 6 zou kunnen worden. Maar dan wordt de verhouding tussen deze stoffen kleiner.

    Volgens het antwoordenboekje zou het dit moeten zijn:

    Wanneer nog water in de erlenmeyer aanwezig is, zal de meind groter zijn. Het lijkt daardoor of m(CoSO4) groter is en m (kristalwater) kleiner. (1p) De verhouding tussen het kobaltsulfaat en het water zal dus afnemen; er lijken minder moleculen kristalwater te zijn.

    Ik snap het antwoord niet, want er zouden dan toch juist meer moleculen kristalwater moeten zijn?

    Alvast bedankt!

    #168763 Reageer
    wmoene
    Expert

    Beste Louise,

    De vraag is mij niet helemaal duidelijk, zou je de volledige tekst kunnen plaatsen?

    Vriendelijke groet, Wim Moene

    #168767 Reageer
    Louise
    Gast

    Hallo,

    Dit was de opdracht voorafgaand:

    Kristalwater

    Kobalt(II)sulfaat is een goed oplosbare rode stof. Het komt voor als monohydraat, hexahydraat en heptahydraat. Alle drie de hydraten zijn paars van kleur.

    1 Geef de vergelijking van het oplossen van kobalt(II)sulfaatheptahydraat.

    Een potje bevat kobaltsulfaat met paarse kleur. Hiervan wordt 3,00 g paarse vaste stof afgewogen en vervolgens verhit in een erlenmeyer tot de stof roodgekleurd is en er geen condens meer in de erlenmeyer is achtergebleven. Na afloop is 1,77 g rode vaste stof over.

    2 Leg met behulp van een berekening uit welk van de kobaltsulfaathydraten in het potje aanwezig is.

    vraag 1 en 2 zijn wel gelukt.

    De vraag is eigenlijk als je meer water toevoegt, wat dat dan doet met de molverhouding. Voor het toevoegen van het water was dat; 1 (kristalwater) : 6 (kabaltsulfaat)

     

    #168769 Reageer
    wmoene
    Expert

    Oké Louise,

    Ik snap de vraag nu wel. Bedenk wat je doet, je gaat het cobaltsulfaat xxxxhydraat (xxxx want ik weet vantevoren niet hoeveel kristalwater er is) dusdanig verhitten dat alke kristalwater weggepest wordt. Dan weeg je de erlenmeyer opnieuw, en dan weet je de massa van het cobaltsulfaat zonder kristalwater. Daaruit kun je de molverhouding berekenen, dat was jou gelukt.
    <p style=”text-align: left;”>Als er nog condens in de erlenmeyer zit weeg je niet alleen de massa van cobaltsulfaat zonder kristalwater maar ook die van het condens. Dan meet je bijvoorbeeld 1,80 g ipv 1,77 g. Dan lijkt er minder kristalwater te zijn geweest, en wat heeft dat voor invloed op de molverhouding?</p>
    Overigens neem ik aan dat de gevonden molverhouding cobaltsulfaat:kristalwater 1:6 was en niet 6:1 😉

    Ik hoop dat dit duidelijk is!

    Vriendelijke groet, Wim Moene

4 berichten aan het bekijken - 1 tot 4 (van in totaal 4)
Reageer op: Reactie #168763 in Molverhouding
Je informatie:



vraagbaak icoon Examen vwo 2023-2 vraag 4
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Examen vwo 2023-2 vraag 4
Beste, bij vraag 4 moet je noemen welke bindingen bij factor 1 wordt bedoeld, met bijbehorende atoom groepen. Er staat ‘er bestaan interacties binnen het molecuul indigo, waardoor ze minder goed interacties met waterstof aangaan’. Hoezo is het antwoord van de interactie dan waterstofbruggen? Want die gaan ze toch juist niet aan? ik had wel […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Zuur identificeren aan de hand van de pkz waarde
Scheikunde | Mbo 2 | 1
Vraag
Zuur identificeren aan de hand van de pkz waarde
Beste Ik heb een onbekende zwak zuur 0,1 M van de lector gekregen en moet hem identificeren aan de hand van de pkz waarde. De exacte concentratie van NaOH is 0,008927 M. Ik heb het experiment uitgevoerd. Ik moest die 5 oplossingen maken en de pH meten van alle oplossingen. Oplossing 1 volume HZ (ml) 25,00 volume […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Scheikunde vwo examen 2022-3 vraag 2
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Scheikunde vwo examen 2022-3 vraag 2
Beste, ik heb ook een vraag over scheikunde examen 2022-3 vwo vraag 2 ik had opgeschreven dat PCB-126 een platte vorm kan aannemen omdat het voornamelijk Cl heeft in de buitenkant en geen H, want PCB-54 heeft voornamelijk H’s in de buitenkant waardoor het waterstofbruggen vormt (en waardoor het dus geen platte vorm kan aannemen). […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Scheikunde examen VWO 2022-3 vraag 8
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Scheikunde examen VWO 2022-3 vraag 8
Beste,   ik heb een vraag over scheikunde vwo examen 2022-3 vraag 8: het betreft een onderbouwing van de 2 conclusies   ikzelf had opgeschreven: (dat de ph afneemt en dat daardoor de reactie kan plaatsvinden) en dan als 2e conclusie: dat de polyaniline elektrode zorgt voor een toename van het rendement van de omzetting […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon molaire massa gelijk stellen aan gram
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
molaire massa gelijk stellen aan gram
vr17 2022-II. Waarom wordt de molaire massa van ethanol gewoon gelijk gesteld aan gram? Ze rekenen niks om
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Lewisstructuren
Scheikunde | Havo | 5
Vraag
Lewisstructuren
Hallo, ik had een vraag over het onderwerp lewisstructuren, moet je dit weten voor je examen? Ik heb dit namelijk echt nog nooit voorbij zien komen en ik snap er ook niks van. Zou je het kunnen uitleggen :)
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Redoxreactie
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Redoxreactie
Hallo, vij het scheikunde examen 2015-1 vwo vraag 3 staat dat de deeltjes zich reageren met HNO3 en dat salpeterigzuur ook nog vrijkomt. Vervolgens zetten ze deze deeltjes niet in de reactie. Hoezo is dat? Ik had dat wel gedaan want ze stonden tenslotte in de vraag. Bij vraag 4 is het hetzelfde, ze zetten […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Evenwichtsvoorwaarde
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Evenwichtsvoorwaarde
Goedemorgen, ik heb een vraag over het 2021 tijdvak 1 scheikunde vwo examen. De toets lukte redelijk goed tot en met vraag 8 waar ik na 15 minuten overdenken toch vastliep. Toen ik het antwoord bekeek, raakte ik nog meer verward. Ze zeggen namelijk in het antwoord dat ook al is 1 stof vloeibaar en […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Kan chloorgas de geleiding van elektriciteit belemmeren?
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Kan chloorgas de geleiding van elektriciteit belemmeren?
Voor een onderzoek kijken wij naar de geleiding van zoutwater. Nu ontstond er bij ons experiment chloorgas, omdat er een reactie ontstond toen we er een stroom doorheen lieten gaan. Bij een temperatuur van 80 graden en een hoeveelheid van 40 gram zout in 200 ml water, ging de spanning ineens van 9,4 volt naar […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon water in zuur-basereacties
Scheikunde | Wo | 1
Vraag
water in zuur-basereacties
Hoi! Ik heb een vraagje over zuurbasereacties. Hoe weet je of water aan het begin van de reactie reageert, of dat OH- of H3O+ aan het begin van de reactie reageert. In de beginstoffen staat namelijk nooit specifiek H2O of OH- of H30+....   Alvast  bedankt voor het reageren!
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts