Zuur identificeren aan de hand van de pkz waarde
Over de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

Zuur identificeren aan de hand van de pkz waarde

3 berichten aan het bekijken - 1 tot 3 (van in totaal 3)
  • Auteur
    Berichten
  • #179819 Reageer
    Fatimalzahraa Shheida
    Gast

    Beste

    Ik heb een onbekende zwak zuur 0,1 M van de lector gekregen en moet hem identificeren aan de hand van de pkz waarde.

    De exacte concentratie van NaOH is 0,008927 M. Ik heb het experiment uitgevoerd. Ik moest die 5 oplossingen maken en de pH meten van alle oplossingen.

    Oplossing 1
    volume HZ (ml) 25,00
    volume NaOH (ml) 5,00
    volume NaCl (ml) 25,00
    pH 3,08
    Concentratie HZ 0,03652
    Concentratie Z0,008927

    Oplossing 2
    volume HZ (ml) 25,00
    volume NaOH (ml) 10,00
    volume NaCl (ml) 20,00
    pH 3,48
    Concentratie HZ 0,02760
    Concentratie Z0,01785

    Oplossing 3
    volume HZ (ml) 25,00
    volume NaOH (ml) 15,00
    volume NaCl (ml) 15,00
    pH 3,91
    Concentratie HZ 0,01867
    Concentratie Z0,02678

    Oplossing 4
    volume HZ (ml) 25,00
    volume NaOH (ml) 20,00
    volume NaCl (ml) 10,00
    pH 4,74
    Concentratie HZ 0,009740
    Concentratie Z0,03571

    Oplossing 5
    volume HZ (ml) 25,00
    volume NaOH (ml) 23,00
    volume NaCl (ml) 7,00
    pH 6,53
    Concentratie HZ 0,004380
    Concentratie Z0,04107

    Ik heb de concentratie berekend op deze manier:

    C(NaOH) = 0,09820 M

    n(NaOH) = C*V = 0,09820 M * 0,005000 L = 4,910*10-4 mol

    Totaal volume oplossing 1 = 25 mL + 5 mL + 25 mL = 55 mL = 0,05500 L

    C(NaOHverdund) = n/V = 4,910*10-4 mol / 0,05500 L = 0,008927 M

    C(HZ) = 0,1 M

    n(HZ) = C*V = 0,1 M * 0,025 L = 0,0025 mol

    C(HZverdund) = n/V = 0,0025 mol / 0,055 L = 0,04545 M

    reactie: HZ(aq)+ NaOH(aq) => Z(aq) + Na+ + H2O

    C0
    0,04545
    0,008927
    0

    C
    -0,008927
    -0,008927
    +0,008927

    Ce
    0,03652
    0
    0,008927

    log(Cb / Cz) = log(0,008927/0,03652) = -0,6118

    Ik heb een grafiek gemaakt van pH in functie van los (base/zuur) en krijg deze vergelijking

    y = 2,0832x + 3,9744
    R² = 0,8995

    Wat ik denk is dat de 3,9744 de pkz waarde is. Ik heb die waarde in de zuurconstante tabel gezocht maar ik heb het niet gevonden. Wat moet ik dan schrijven bij het besluit en zijn mijn berekeningen juist ?

    Zou u aub zo snel mogelijk willen antwoorden.

    Bedankt voor u moeite.

     

    #179823 Reageer

    Hallo Fatimalzahr,

    Je hebt in je vraag veel meetgegevens vermeld. Ik ga ervan uit dat je berekeningen kloppen. Als je dan een pKz waarde van 3,9744 krijgt, dan kun je in de tabel zoeken naar een zuur waarvan de pKz waarde in de buurt van de door jou gevonden waarde ligt. De concentratie van de gebruikte NaOH oplossing is wel heel nauwkeurig gegeven, maar van het zuur niet. Hierdoor zit er spreiding in jouw antwoord.

    Ik hoop, dat je met dit wantwoord verder kunt. Succes hiermee en groeten,

    Aky van der Beek

    #179855 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste,

    Het bericht was moeilijk te lezen vanwege allerlei stuurcodes.

    De moderator heeft in het eerste deel die codes weggehaald, zodat je vraag nu beter te lezen en begrijpen is.

    Mijn collega heeft daardoor niet  je berekeningen kunnen controleren.

    Ik heb dat nu wel gedaan.

    25,00 mL 0,10 M HZ en 10,00 ml 0.008917 M NaOH en 25,00 mL NaCL.

    Vreemd dat de molariteitvan HZ als 0,1 wordt gegeven, terwijl de andere gegevens veel nauwkeuriger zijn. Ik ga er maar even vanuit dat de molaritiet 0,1000 M is.

    10,00 mL 0,008927 M NaOH = 0,08927 mmol NaOH dat reageert met 0.08927 mmol HZ tot 0,08927 mmol Z.

    25,00 mL 0,1000 M HZ = 2,500 mmol HZ

    Na reactie met 0.08927 mmol NaOH blijft er 2,500 – 0 08927= 2,411 mmol HZ over

    [HZ]= 2,411/55 00 =4,383.10-2

    [Z] = 0,08927/ 55,00= 1,623.10-3

    Dat zijn andere waarden dan die jij geeft.

    Jij hebt voor [Z] de molariteit van NaOH genomen! Dat is niet juist!

    Ik zie dat de andere berekeningen ook niet juist zijn.

    Is mijn commentaar op de berekening van oplossing1 duidelijk?

    Met vriendelijke groet,

    Dick

     

3 berichten aan het bekijken - 1 tot 3 (van in totaal 3)
Reageer op: Zuur identificeren aan de hand van de pkz waarde
Je informatie:



vraagbaak icoon oefenen chemisch rekenen
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
oefenen chemisch rekenen
waar kan ik het beste chemisch rekenen oefenen?  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Buffers bij zuur-base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Buffers bij zuur-base
Hoihoi, Klein vraagje. Wat zorgt er in een buffer precies voor dat de pH niet of nauwelijks verandert bij toevoeging van een beetje extra zuur of base?  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon H-bruggen en dipoolbindingen
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
H-bruggen en dipoolbindingen
Hey,   Mijn vraag was of H-bruggen een vorm van dipoolbindingen zijn? Want bij H-bruggen bindt toch ook de negatieve pool aan de positieve pool? Groetjes Sam
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Examen vwo 2023-2 vraag 4
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Examen vwo 2023-2 vraag 4
Beste, bij vraag 4 moet je noemen welke bindingen bij factor 1 wordt bedoeld, met bijbehorende atoom groepen. Er staat ‘er bestaan interacties binnen het molecuul indigo, waardoor ze minder goed interacties met waterstof aangaan’. Hoezo is het antwoord van de interactie dan waterstofbruggen? Want die gaan ze toch juist niet aan? ik had wel […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Scheikunde vwo examen 2022-3 vraag 2
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Scheikunde vwo examen 2022-3 vraag 2
Beste, ik heb ook een vraag over scheikunde examen 2022-3 vwo vraag 2 ik had opgeschreven dat PCB-126 een platte vorm kan aannemen omdat het voornamelijk Cl heeft in de buitenkant en geen H, want PCB-54 heeft voornamelijk H’s in de buitenkant waardoor het waterstofbruggen vormt (en waardoor het dus geen platte vorm kan aannemen). […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Scheikunde examen VWO 2022-3 vraag 8
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Scheikunde examen VWO 2022-3 vraag 8
Beste,   ik heb een vraag over scheikunde vwo examen 2022-3 vraag 8: het betreft een onderbouwing van de 2 conclusies   ikzelf had opgeschreven: (dat de ph afneemt en dat daardoor de reactie kan plaatsvinden) en dan als 2e conclusie: dat de polyaniline elektrode zorgt voor een toename van het rendement van de omzetting […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon molaire massa gelijk stellen aan gram
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
molaire massa gelijk stellen aan gram
vr17 2022-II. Waarom wordt de molaire massa van ethanol gewoon gelijk gesteld aan gram? Ze rekenen niks om
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Lewisstructuren
Scheikunde | Havo | 5
Vraag
Lewisstructuren
Hallo, ik had een vraag over het onderwerp lewisstructuren, moet je dit weten voor je examen? Ik heb dit namelijk echt nog nooit voorbij zien komen en ik snap er ook niks van. Zou je het kunnen uitleggen :)
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Redoxreactie
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Redoxreactie
Hallo, vij het scheikunde examen 2015-1 vwo vraag 3 staat dat de deeltjes zich reageren met HNO3 en dat salpeterigzuur ook nog vrijkomt. Vervolgens zetten ze deze deeltjes niet in de reactie. Hoezo is dat? Ik had dat wel gedaan want ze stonden tenslotte in de vraag. Bij vraag 4 is het hetzelfde, ze zetten […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Evenwichtsvoorwaarde
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Evenwichtsvoorwaarde
Goedemorgen, ik heb een vraag over het 2021 tijdvak 1 scheikunde vwo examen. De toets lukte redelijk goed tot en met vraag 8 waar ik na 15 minuten overdenken toch vastliep. Toen ik het antwoord bekeek, raakte ik nog meer verward. Ze zeggen namelijk in het antwoord dat ook al is 1 stof vloeibaar en […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts