Redoxreactie
Over de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

Redoxreactie

5 berichten aan het bekijken - 1 tot 5 (van in totaal 5)
  • Auteur
    Berichten
  • #179035 Reageer
    Meike
    Gast

    Hallo,

    vij het scheikunde examen 2015-1 vwo vraag 3 staat dat de deeltjes zich reageren met HNO3 en dat salpeterigzuur ook nog vrijkomt. Vervolgens zetten ze deze deeltjes niet in de reactie. Hoezo is dat? Ik had dat wel gedaan want ze stonden tenslotte in de vraag.
    Bij vraag 4 is het hetzelfde, ze zetten HNO3 om naar HNO2 en vervolgens staat in het correctievoorschrift alleen iets met NO3- ? Waar zijn de rest van de deeltjes gebleven? Is dat dan omdat het zwakkere zuren zijn ofzo? Maar er staat duidelijk in de vraag omzetting .. tot .. dus dan lijkt het mij dat beide stoffen in de reactievergelijking komen.

     

    Groetjes Meike

    #179054 Reageer
    Kees
    Expert

    Hallo Meike,

    Wil je wat meer informatie geven over je vraag? Niet iedereen heeft de examenopgaves bij de hand.

    Over welke reactie gaat het? Welke vraag moest je precies beantwoorden?

    We horen het graag.

    Groeten,

    Kees

    #179067 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste Meike,

    Kijk eens goed naar de onderstaande tekst en vraag 3:

    Hexaandizuur wordt bereid door cyclohexanol (C6H12O) te laten reageren met geconcentreerd salpeterzuur. Bij de reactie ontstaan ook salpeterigzuur (HNO2) en water.
    3p 3 Geef de vergelijking van de halfreactie van de omzetting van cyclohexanol tot hexaandizuur. Gebruik molecuulformules. In de vergelijking van de halfreactie komen ook H2O en H+ voor.

    De uitgangsstoffen zijn cyclohexanol en geconcentreerd salpeterzuur.

    Product is hexaandizuur.

    Salpeterzuur is een sterk zuur, dus volledig in ionen gesplitst.

    Je moet nu de halfreactie geven van de omzetting van cyclohexanol in hexaandizuur. Naast de molecuulformules van deze twee stoffen komen ook H2O en Hin de halfreactie voor.

    Je weet niet waar H2O en H+ in de halfreractie komt te staan.

    Je begint met C6H12O → C6H10O4

    Links 1 O-atoom en rechts 4 O-atomen.

    Dat betekent dat links 3 H2O moet komen te staan.

    C6H12O + 3 H2O → C6H10O4

    Nu hebt je links 18 H-atomen en rechts 10 H-atomen

    dus rechts 8 H+ zetten.

    C6H12O + 3 H2O → C6H10O4 + 8 H+

    Links van de pijl is het neutraal dus moet je rechts nog 8 elektronen plaatsen!

    C6H12O + 3 H2O → C6H10O4 + 8 H+ + 8 e

    Nu opgave 4:

    3p 4 Geef de vergelijking van de halfreactie van salpeterzuur tot salpeterigzuur en leid de vergelijking van de totaalreactie af.

    salpeterzuur is een sterk zuur en salpeterigzuur is een zwak zuur. Halfreactie staat in BINAS tabel 48

    NO3 + 3H++ 3e —> HNO2 + H2O

    Halfreactie van vraag 3 combineren met halfreactie vraag 4

    maximumscore 3
    NO3 + 3H++ 3e —> HNO2 + H2O                    (×4)
    C6H12O + 3 H2O → C6H10O4 + 8 H+ + 8 e–      (×1)

    ———————————————————————-
    C6H12O + 4 NO3 + 12 H+ + 3 H2O →C6H10O4 + 4 HNO2 + 4 H2O + 8 H+

    C6H12O + 4 NO3 + 4 H+  →C6H10O4 + 4 HNO2 + H2O

    Helpt dit je verder?

    Met vriendelijke groet,

    Dick

    #179070 Reageer
    Meike
    Gast

    Beste meneer,

    dankuwel voor uw antwoord. Ik begrijp het opstellen van de reacties zelf nu heel goed; dus dank daarvoor. Maar de stof keuze is dus als volgt:
    Salpeterzuur is een sterk zuur, dus volledig in ionen gesplitst.
    Dus daarom komt deze stof niet voor in 1 van de half reacties?
    salpeterzuur is een sterk zuur > daarom komt deze ook niet voor in de andere halfreactie? Want in principe had ik ook net zo goed bij vraag 4 de halfreactie van HNO3 kunnen opstellen toch?
    dus sterke zuren ioniseren volledig en komen dus niet voor in een halfreactie? (Ik vind de combinatie van redox en zuurbase nog een beetje lastig.)

     

    Vriendelijke groetjes, Meike

    #179075 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste Meike,

    Hert is van belang bij zuur-base en redoxreacties dat je eerst een inventarisatie van de deeltjes maakt.

    bijv. Geef reactievergelijking voor de reactie tussen zoutzuur en natronloog.

    H3O+(aq), Cl(aq), Na+(aq), OH(aq) en H2O(l)

    H3O+(aq) is het zuur en OH(aq) is de base

    reactie: H3O+(aq) + OH(aq) –> 2 H2O(l)

    Aangezuurd kaliumpermanganaatoplossing en oxaalzuuroplossing.

    H3O+(aq) of H+(aq), K+(aq) , MnO4(aq), H2C2O4(aq) en H2O(l)

    Je schrijft H2C2O4(aq) omdat het een zwak zuur is.

    In redoxreacties schrijven we van H+(aq)  i.p.v. H3O+(aq)(zie ook BINAS tabel 48).

    Sterkste oxidator:MnO4  halfreactie MnO4 + 8 H= + 5e —> Mn2+ + 4 H2O

    Sterkste reductor H2C2O4 halfreactie: H2C2O4 –> 2 CO2(g) + 2 H+ 2e

    MnO4 + 8 H+ + 5e —> Mn2+ + 4 H2O      2x

    H2C2O4 –> 2 CO2(g) + 2 H+ 2e              5x

    ——————————————————-

    2 MnO4 +16 H+ + 5 H2C2O4 —> 2 Mn2+ + 8 H2O + 10 CO2(g) + 10 H

    2 MnO4 + 6 H+ + 5 H2C2O4 —> 2 Mn2+ + 8 H2O + 10 CO2(g)

    Nu je vervolgvraag:

    Bij vraag 4 mag je dus niet HNO3 + 2 H++ 2e– –> HNO2 + H2O schrijven!!!!, omdat In de oplossing geen HNO3 voorkomt maar H+(aq) en NO3(aq). Je schrijft wel HNO2 omdat dit een zwak zuur is.

    Ik hoop dat vanaf nu eerst opschrijft welke deeltjes er in de oplossing voorkomen en dan aan de reactievergelijking begint.

    Is dit voldoende duidelijk nu?

    Met vriendelijke groet,

    Dick

5 berichten aan het bekijken - 1 tot 5 (van in totaal 5)
Reageer op: Redoxreactie
Je informatie:



vraagbaak icoon Zuur identificeren aan de hand van de pkz waarde
Scheikunde | Mbo 2 | 1
Vraag
Zuur identificeren aan de hand van de pkz waarde
Beste Ik heb een onbekende zwak zuur 0,1 M van de lector gekregen en moet hem identificeren aan de hand van de pkz waarde. De exacte concentratie van NaOH is 0,008927 M. Ik heb het experiment uitgevoerd. Ik moest die 5 oplossingen maken en de pH meten van alle oplossingen. Oplossing 1 volume HZ (ml) 25,00 volume […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Scheikunde vwo examen 2022-3 vraag 2
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Scheikunde vwo examen 2022-3 vraag 2
Beste, ik heb ook een vraag over scheikunde examen 2022-3 vwo vraag 2 ik had opgeschreven dat PCB-126 een platte vorm kan aannemen omdat het voornamelijk Cl heeft in de buitenkant en geen H, want PCB-54 heeft voornamelijk H’s in de buitenkant waardoor het waterstofbruggen vormt (en waardoor het dus geen platte vorm kan aannemen). […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Scheikunde examen VWO 2022-3 vraag 8
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Scheikunde examen VWO 2022-3 vraag 8
Beste,   ik heb een vraag over scheikunde vwo examen 2022-3 vraag 8: het betreft een onderbouwing van de 2 conclusies   ikzelf had opgeschreven: (dat de ph afneemt en dat daardoor de reactie kan plaatsvinden) en dan als 2e conclusie: dat de polyaniline elektrode zorgt voor een toename van het rendement van de omzetting […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon molaire massa gelijk stellen aan gram
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
molaire massa gelijk stellen aan gram
vr17 2022-II. Waarom wordt de molaire massa van ethanol gewoon gelijk gesteld aan gram? Ze rekenen niks om
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Lewisstructuren
Scheikunde | Havo | 5
Vraag
Lewisstructuren
Hallo, ik had een vraag over het onderwerp lewisstructuren, moet je dit weten voor je examen? Ik heb dit namelijk echt nog nooit voorbij zien komen en ik snap er ook niks van. Zou je het kunnen uitleggen :)
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Evenwichtsvoorwaarde
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Evenwichtsvoorwaarde
Goedemorgen, ik heb een vraag over het 2021 tijdvak 1 scheikunde vwo examen. De toets lukte redelijk goed tot en met vraag 8 waar ik na 15 minuten overdenken toch vastliep. Toen ik het antwoord bekeek, raakte ik nog meer verward. Ze zeggen namelijk in het antwoord dat ook al is 1 stof vloeibaar en […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Kan chloorgas de geleiding van elektriciteit belemmeren?
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Kan chloorgas de geleiding van elektriciteit belemmeren?
Voor een onderzoek kijken wij naar de geleiding van zoutwater. Nu ontstond er bij ons experiment chloorgas, omdat er een reactie ontstond toen we er een stroom doorheen lieten gaan. Bij een temperatuur van 80 graden en een hoeveelheid van 40 gram zout in 200 ml water, ging de spanning ineens van 9,4 volt naar […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon water in zuur-basereacties
Scheikunde | Wo | 1
Vraag
water in zuur-basereacties
Hoi! Ik heb een vraagje over zuurbasereacties. Hoe weet je of water aan het begin van de reactie reageert, of dat OH- of H3O+ aan het begin van de reactie reageert. In de beginstoffen staat namelijk nooit specifiek H2O of OH- of H30+....   Alvast  bedankt voor het reageren!
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Examen 2018-1 vwo
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Examen 2018-1 vwo
Hallo, ik ben eindexamen leerling en heb het scheikunde examen vwo 2018-1 gemaakt, en aan de hand daarvan wat vragen. vraag 1: ik heb hier gewoon opgeschreven dat het aantal atomen gelijk is, niet dat het er 6 zijn. Krijg ik hiervoor helemaal geen punten? vraag 6: bij uitgangspunt 2 heb ik gezegd dat bij […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Joodadditiegetal
Scheikunde | Mbo 3 | 6
Vraag
Joodadditiegetal
– Hoe bepaal je de hoeveelheid gram onverzadigd vet doormiddel van het joodgetal? (Formule) – is er een formule voor de bepaling van het joodgetal doormiddel van titratie van KI-oplossing? antwoord alstublieft niet met een site want ik heb al heel ver gezocht maar vond niets. Ik hoop dat u mij kunt helpen door een […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts