uitgeputte elektrochemische cel
Over de vraagbaak

Vraagbaakscheikunde.nl

uitgeputte elektrochemische cel

  • Dit onderwerp is leeg.
6 berichten aan het bekijken - 1 tot 6 (van in totaal 6)
  • Auteur
    Berichten
  • #155811 Reageer
    maria
    Gast

    Beste allemaal,

    in een opdracht over een elektrochemische cel moest ik berekenen hoeveel gram de koperstaaf lichter of zwaarder is geworden als de cel stopt met werken.
    het koper was de reductor en de oxidator was 1,0 M broom in een mengsel van 150 ml.
    de koperstaaf woog aan het begin 100 gram.
    bij de oxidatie van koper kwamen dus elektronen vrij en ik dacht de cel stopt met werken als het koper alle elektronen heeft afgestaan. ik ging dus uitrekenen hoeveel mol elektronen vrijkomen bij de halfreactie (Cu→ 2e- + Cu2+) en dan uitrekenen hoeveel gram al die elektronen wogen aan de hand van het getal van Avogadro. Ik dacht dat dan die massa dus was hoeveel de koperstaaf lichter is geworden. Maar mijn antwoord komt helemaal niet in de buurt van het juiste antwoord.
    In de uitwerking staat Cu:Br2 = 1:1.
    aantal mol Br2 is 0,15 dus ook 0,15 mol Cu.
    massa Cu = aantal mol Cu x M(Cu)= 0,15 keer 63,55 = 9,5 gram dus de staaf is 9,5 gram lichter geworden.
    Mijn vraag is dus waarom klopt mijn manier niet? en waarom deze blijkbaar wel, is de molverhouding altijd 1:1 tussen oxidator en reductor als de cel is uitgeput?

    ik hoop dat iemand kan helpen! alvast bedankt

    #155812 Reageer
    mui
    Gast

    Dag Maria

    (Ik ben ’n expert)

    Het antwoord in je uitwerkingenboek is goed.

    Als jij jou uitwerking toestuurt, kan ik aangeven wat je verkeerd hebt gedaan. Ik denk dat als ik je vandaar op het juiste spoor zet dat je dan wel weer verder kunt.

    Daar leer je dan het meeste van.

    Ik hoor van je.

     

    Groet

    MUI

    #155813 Reageer
    maria
    Gast

    is goed bedankt!,

    dit is wat ik had:

    de cel stopt met werken wanneer de koperstaaf geen elektronen meer heeft om af te staan.

    Cu → 2e- + Cu2+

    1     :   2    : 1

    dus 1 mol Cu levert 2 mol aan elektronen.

    massa koperstaaf is 100 gram.

    n Cu = 100/63,55 = 1,5735… mol

    dus er kunnen 3,1471… mol aan elektronen geleverd worden door de staaf.

    NA = 6,02214129 x 1023 deeltjes per mol.

    het aantal elektronen is dus 6,022…x1023 x 3,1471… = 1,895245095 x 1024

    1 elektron weegt 9,109..x10-31 kg. dus de massa van de geleverde elektronen is 1,726451328×10-6  kg dus 1,7×10-3 gram.

    dus de staaf is 1,7×10-3 gram afgenomen.

    #155814 Reageer
    mui
    Gast

    Dag Maria

    Je hebt niet gekeken naar de hoeveelheid opgelost broom.

    Deze is minder dan 1 mol en omdat koper en broom in molverhouding 1:1 reageren is de hoeveelheid broom bepalend voor de hoeveelheid koper die kan reageren.

    Probeer nu verder te komen

     

    Succes. Ik hoor van je.

     

    Groet

    MUI

    #155815 Reageer
    maria
    Gast

    hoi,

    Ik snap m denk ik, er reageert 0,15 mol koper omdat er 0,15 mol broom reageert dus dat is de hoeveelheid die van de staaf afgaat. Moet je er dus van uit gaan dat als de broom op is, de cel stopt met werken?

    en waarom kan mijn manier niet? ik heb nu uitgerekend hoeveel elektronen 0,30 mol is aangezien er dus 0,15  mol Cu reageert en de verhouding tussen Cu en elektronen is 1:2 in de halfvergelijking. Van dat aantal elektronen heb k weer de massa uitgerekend maar het ligt nogsteeds heel ver van 9,5 gram af.

    groet,

    maria.

    #155816 Reageer
    mui
    Gast

    Dag Maria

    deel 1:

    Voor de werking van een elektrische cel zijn een reductor (in jou geval koper) en een oxidator (in jou geval broom) nodig.

    Als deze twee met elkaar reageren (bij een gesloten stroomkring) worden er elektronen  van het koper via de metaaldraad overgedragen aan het broom. Als het broom volledig is omgezet kunnen er dus geen elektronen meer worden overgedragen en levert de cel dus geen stroom meer.

     

    deel 2:

    Als er in jou geval 0,15 mol koper reageert ontstaan 0,15 mol koperionen en worden 0,30 mol elektronen overgedragen. De koperionen gaan in oplossing (blijven dus niet op de staaf achter!!!!), de 0,30 mol elektronen gaan naar de positieve elektrode waar broom reageert. De massavermindering wordt dus bepaald door 0,15 mol omgezet koper.

    (Trouwens de massa van 0,30 mol elektronen is zo klein dat deze sowieso niet te bepalen is met een balans)

     

    Als je naar aanleiding hiervan weer vragen hebt hoor ik het wel

    Succes verder met de scheikunde

    Groet

    MUI

6 berichten aan het bekijken - 1 tot 6 (van in totaal 6)
Reageer op: uitgeputte elektrochemische cel
Mijn informatie:



vraagbaak icoon kristallisatie van salicylzuur en natriumsalicylaat
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
kristallisatie van salicylzuur en natriumsalicylaat
Voor een proefje waarbij we aspirine maken moeten we een verslag schrijven. Toen we methylsalicylaat omzetten tot salicylzuur met behulp van natronloog en daarna zwavelzuur. Mijn vraag is echter: Waarom kristalliseerde salicylzuur wel en natriumsalicylaat niet?  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Verslag titratie, berekenen van massapercentage
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Verslag titratie, berekenen van massapercentage
Hallo, ik heb een vraag over een verslag dat ik schrijf voor scheikunde over een titratie waarbij ik het massapercentage van koper (II) moet bepalen in een koperzout. Alleen komen wij niet uit de berekening. We hebben alles al geprobeerd. ik zal hieronder mijn verslag met resultaten neerzetten. In onze proef hebben we het koper […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon verdunningsfactor
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
verdunningsfactor
Hallo, als je 1 ml van een stof oplost in 100 mL en daarna aan 10 ml van deze verdunde oplossing nog 10 mL water toevoegt hoeveel keer heb je dan in totaal verdund?
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon kookpuntsverhoging (formule en eenheden)
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
kookpuntsverhoging (formule en eenheden)
Beste menner/mevrouw, Ik heb een vraag over kookpuntsverhoging. De opdracht luidt als volgt: Bereken het kookpunt van een oplossing van 3,82 g natriumsulfaat in 160 g water. Om tot een antwoord te komen moet ik (geloof ik ) deze formule gebruiken: MM = n * (A * molkpv) / (P * kpv) Hierbij is MM= […]
Bekijk vraag & antwoord
studiehulp icoon Polymeren
Scheikunde | Vwo | 6
Oefentoets
Polymeren
Oefentoets over polymeren en polymerisatiereacties.
Bekijk de toets
studiehulp icoon Hulp nodig bij je bèta profielwerkstuk?
Biologie | Natuurkunde | Scheikunde | Wiskunde | Havo | Vmbo | Vwo
Leertip
Hulp nodig bij je bèta profielwerkstuk?
Je kunt terecht bij alle bèta universiteiten in Nederland.
Bekijk de tip
vraagbaak icoon reactiemechanismen
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
reactiemechanismen
Wat is het verschil tussen een substitiereactie en een additiereactie? Ik heb namelijk het gevoel alsof je bij alle twee de moleculen invult, maar er is dus een verschil. mvg, Leanne
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Reactie tussen aluminium nitraat en natriumsulfaat
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Reactie tussen aluminium nitraat en natriumsulfaat
Morgen 17 maart 2023 heb ik een practicum van scheikunde. Nu weet ik niet wat de reactie is tussen aliminiumnitraat en natriumsulfaat. Zouden jullie mij dit zsm kunnen berichten? Nodig heb ik de reactie vergelijking van aluminiumnitraat en natriumsulfaat, maar ook aluminiumnitraat met water. Apart van elkaar. Alvast bedankt. Met vriendelijke groet, bellamy hage
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Wat zijn de zuurbase reacties van de volgende opgeloste stoffen?
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Wat zijn de zuurbase reacties van de volgende opgeloste stoffen?
1: propaanzuur + natriumsulfaat 2: propaanzuur + ammonia 3: propaanzuur + natriumfosfaat 4: propaanzuur + kaliumcarbonaat 5: propaanzuur + natriumsulfiet 6: propaanzuur + kaliumhypobromiet 7: propaanzuur + natriumhypochloriet        
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Wat zijn de zuurbase reacties van de volgende oplossingen?
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Wat zijn de zuurbase reacties van de volgende oplossingen?
1. Chlorigzuur + natriumsulfaat  2. Chlorigzuur + ammonia  3. Chlorigzuur + natriumfosfaat 4. Chlorigzuur + kaliumcarbonaat 5. Chlorigzuur + natriumsulfiet 6. Chlorigzuur + kaliumhypobromiet 7.Chlorigzuur + natriumhypochloriet
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts