Zouten
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

Zouten

4 berichten aan het bekijken - 1 tot 4 (van in totaal 4)
  • Auteur
    Berichten
  • #1561 Reageer
    Britt
    Gast

    Hoe kan ik voor mijn practicum scheikunde de zouten oefenen?

    #1565 Reageer

    Beste Britt,

    Dat hangt deels van je docent af en van de stof die je hebt gehad.

    Over het algemeen moet je in ieder geval de volgende dingen leren:

    – de namen en formules van ionen (bijv. K⁺ = kalium(ion) moet je twee kanten op leren) en samengestelde ionen (bijv. NO₃⁻ is nitraation)
    – wat een neerslagreactie is
    – wat een verhoudingsformule is
    – wat een vlamkleur is (dit doen niet alle docenten)
    – wat concentratie is (g/L en afhankelijk van je niveau en leerjaar ook in mol/L)
    – wat kristalwater is (afhankelijk van je niveau en leerjaar)
    – wat een onderzoeksvraag is
    – wat een hypothese is
    – wat waarnemingen zijn
    – wat conclusies zijn

    De dingen die je moet leren staan over het algemeen in je lesboek en/of op stencils die je van je docent gekregen hebt. Dit kun je het beste leren door een week van te voren te beginnen en dit net zo lang te herhalen tot je het uit je hoofd kent. Je kunt ook vragen of iemand thuis je wil overhoren iedere dag.

    Je moet met deze kennis het volgende kunnen:
    – hoe je een verhoudingsformule opstelt met een negatief (samengesteld) ion en een positief (samengesteld) ion. Bijvoorbeeld de verhoudingsformule van het zout calciumcarbonaat bestaat uit Ca²⁺ en CO₃²⁻. Dus de verhoudingsformule wordt dan CaCO₃.
    – hoe je met behulp van binas tabel 45 achterhaalt welke ionen samen een goed oplosbaar zout vormen en welke niet
    – je moet in tabel 65 vlamkleuren en kleuren van oplossingen/ionen in oplossing kunnen opzoeken
    – een vergelijking van een neerslagreactie geven
    – je kunt ook een vraag krijgen waarbij verteld wordt dat een bepaald poeder of oplossing een of meerdere ionen bevat en dan moet je achterhalen welke ionen daar in zitten bijvoorbeeld door hier een andere oplossing aan toe te voegen waarmee het ene mogelijke ion niet oplost en andere mogelijke ionen wel. Je moet deze ‘puzzel’ op kunnen lossen met behulp van binas tabel 45
    – je moet berekeningen kunnen maken bijvoorbeeld: Als je zoveel mL van oplossing A met concentratie … g/L en zoveel mL van oplossing B met concentratie … g/L samenvoegt ontstaat stof C. Bereken hoeveel gram van stof C ontstaat/neerslaat.
    – je moet weten hoe je de vlamkleur bepaald en aan de hand daarvan kunnen vertellen welke ionen in een stof/oplossing aanwezig zijn
    – je moet een werkplan op kunnen stellen

    Meestal heb je huiswerk gemaakt en/of practicum gedaan waar dit soort oefeningen in voorkomen. Je kunt je tekstboek lezen en/of uitlegfilmpjes op internet kijken zodat je goed begrijpt hoe dit moet. Daarna kun je de opgaven opnieuw maken en kijken of je het zonder uitleg of lesboek zelf kunt. Wees natuurlijk heel kritisch met nakijken!

    Kun je hiermee voorruit?

    Met vriendelijke groeten,
    Yvette van Rijckevorsel

    #1633 Reageer
    My Linh
    Gast

    Ik had dit evenwicht in mijn boek gezien: 2 Fe3+(aq) + Fe(s) ⇆ 3 Fe2+(aq).
    Ik weet alleen niet hoe dit nou precies werkt. Hoe kunnen de ijzer(III)ionen die samen dan met ijzer reageren ijzer(II)ionen worden?

    #1634 Reageer

    Hallo My Linh,

    Je heb niet je onderwijsniveau aangegeven, maar gezien de vraag, weet ik het wel ongeveer.
    Er is hier sprake van een redox reactie: er worden elektronen overgedragen van de ene soort deeltjes naar de andere soort deeltjes. Hier staan de Fe atomen dus elektronen af aan de Fe3+ ionen. Ofwel Fe(s) is de RED en Fe 3+(aq) is de OX. In BINAS 48 kun je de de beide halfreacties vinden. Als je deze, op de goede manier optelt, krijg je het resultaat: de totaalvergelijking.
    Je zou simpelweg kunnen zeggen dat, in dit geval, de aanwezige elektronen eerlijk worden verdeeld over de 3 ijzerdeeltjes.

    Is dit duidelijk?

    Succes verder en groet,

    Jan Wim Peters

4 berichten aan het bekijken - 1 tot 4 (van in totaal 4)
Reageer op: Zouten
Je informatie:



vraagbaak icoon fasen van stoffen in een reactievergelijking
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
fasen van stoffen in een reactievergelijking
Goedemiddag. Ik ben momenteel bezig met zuur-basereacties. Ik loop alleen ergens tegenaan; hoe weet ik bij het opstellen van zo’n reactie in welke fase zo’n beginstof zich bevindt, kan ik dat in Binas vinden of moet ik dat gewoon weten? Soms schrijf ik (aq) op, maar is het (l), of andersom. Heel af en toe […]
Bekijk vraag & antwoord
studiehulp icoon 10 tips om uitlegvideo’s effectief te gebruiken
Vwo | Havo | Vmbo
Leertip
10 tips om uitlegvideo’s effectief te gebruiken
Haal meer uit het kijken van uitlegvideo's met deze tips.
Bekijk de tip
vraagbaak icoon Zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
Zuren en basen
Hallo, Ik moet bij deze opdracht een reactievergelijking opstellen, maar ik snap het niet helemaal. Ik moet de reactievergelijking geven als bariumoxide en verdund azijnzuur bij elkaar worden gevoegd. Ik dacht dat het antwoord CH3COOH (aq) + BaO (aq) -> Ba 2+ (aq) + CH3COO-. Het antwoord moest BaO + 2CH3COOH -> Ba2+ + H2O […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon azijnzuur en zuur-base
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
azijnzuur en zuur-base
Hallo, Bij een reactievergelijking van een zuur-base reactie moet ik de scheikundige naam weten van azijnzuur. Volgens Binas is dit ethaanzuur. Ethaan is C2H6 en zuur is H3O+, maar het antwoordenboekje geeft CH3COOH aan. Is dit een zuur waarvan je de naam gewoon uit je hoofd moet leren? Want ik snap de naamgeving niet helemaal. […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Uitleg vraag 22 van scheikunde examen 2023 eerste tijdvak.
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Uitleg vraag 22 van scheikunde examen 2023 eerste tijdvak.
Hoi, ik begrijp vraag 22 niet helemaal, in het correctievoorschrift staat dat er 4 atoombindingen zijn, zou u aub willen uitleggen hoe ze daarop komen? Alvast bedankt!
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Zuur-Base en redox
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-Base en redox
Hallo, Ik heb binnenkort een toets over zuur-base en redoxreacties. Wij krijgen dan twee stoffen en dan moeten wij zelf bepalen of het een redox of ZuBa reactie is. Ik heb echter geen idee hoe dit moet. Kan iemand helpen? Dit zijn een aantal voorbeelden van de oefenvragen: 1. Zink + zoutzuur 2. zinknitraatoplossing + […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Halfreacties
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Halfreacties
Hoi hoi, ik heb een vraagje. Als ik een totaal vergelijking moet opstellen van een redoxreactie, kan het dan zijn dat een halfreactie wel in de binas staat en de ander niet? Of is het altijd zo dat ze er of allebei wel in staan of allebei niet? Dankjewel alvast.  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
Zuren en basen
Hallo, Ik snap niet helemaal hoe je nu precies een reactie vergelijking moet opstellen voor een zuur en base reactie. bijvoorbeeld bij een opdracht moet ik de juiste notatie van de oplossing HCIO2 noteren. Ik dacht dat dat dan CIO2- (aq) + H3O+ was. Maar volgens het antwoordenboekje is het alleen HCIO2. Maar HCIO2 is […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon hydrofiel of hydrofoob?
Scheikunde | Mbo 2 | 1
Vraag
hydrofiel of hydrofoob?
Beste, Hormonen die derivaten zijn van aminozuren, zijn die hydrofiel en hydrofoob? En de peptidehormonen zijn die hydrofiel of hydrofoob? groetjes Lore
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Buffer rekenen vwo 2021-1 vraag 15
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Buffer rekenen vwo 2021-1 vraag 15
Hallo, ik heb morgen examen en nog 1 vraagje. bij examen vwo 2021-1 vraag 15 stellen ze een BOE tabel op, maar hoezo moet je opeens al die concentraties invullen? Ik heb altijd gewoon de stoffen en dan bijv 0,100-x, concentratie h3o+ is c en de laatste stof is ook x, waaruit dan x2/0,100=KZ uitkomt, […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts