Beste Fiene,
Bij de C-H strek overlappen een s orbitaal en een p orbitaal en vormen dan twee sp orbitalen. De trilling is maar in één richting. Dit heet sp.
Bij de alkeen is er een s orbitaal en twee p orbitalen die overlappen en dan drie SP orbitalen vormen. Ze liggen in een soort driehoek, waardoor je je misschien kan voorstellen dat ze dan in een vlak kunnen trillen en dus niet driedimensionaal. Dit heet sp2.
Welke wel driedimensionaal kan trillen is de sp3. In dat geval krijgen de orbitalen een vorm met drie orbitalen omlaag in een driehoek en één omhoog. De trillingen kunnen nu driedimensionaal plaatsvinden.
Elke trilling absorbeert IR licht van een andere golflengte. Daardoor heeft elk molecuul een eigen uniek IR spectrum.
Is het zo duidelijker?
