Lab Experiment: bepaling van de kleurstof E110 in drankjes.
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

Lab Experiment: bepaling van de kleurstof E110 in drankjes.

12 berichten aan het bekijken - 1 tot 12 (van in totaal 12)
  • Auteur
    Berichten
  • #164224 Reageer
    Mientje
    Gast

    Hou, Ik heb een experiment die ik moet doen het gaat over bepaling van de kleurstof E110 in drankjes. Ik moet dus een pipetteerschema maken voor  4 standaardoplossingen. Ik heb de meeste geconcentreerde standaard dat is standaard 4 uitgerekend met behulp van Lambert beer formule.  Ik kom dan uit op 0,0193 g/L. En de gepipeteerde hoeveelheden uit voorraad zijn 250-1000 uL . En ik gebruik maatkolven van 25 mL. Hoe bereken ik voor elke standaard de concentratie ervan het moet allemaal in een ijklijn passen.

    #164260 Reageer
    Koen
    Expert

    Hoihoi!

    Als ik het goed begrijp wil je vooral weten hoe je een pipetteerschema opstelt voor een kalibratiecurve (ijklijn), klopt dat?

    Bij een kalibratiecurve is het belangrijk dat je gaat denken welke concentratie jouw sample ongeveer gaat hebben en wat de limieten zijn van je meetmethode. Aan de hand hiervan kies je eigenlijk gewoon 4 concentraties, die bij voorkeur makkelijk te maken zijn. Denk hier bijvoorbeeld er aan dat je een hoogste concentratie pakt die je makkelijk kunt afwegen en bijvoorbeeld dat de verdunningsstappen allemaal gemaakt kunnen worden vanuit de hoogste standaard. Zo reduceer je fouten.

    Verder is het dus belangrijk om te weten wat jouw sample ongeveer gaat hebben als concentratie. Je wilt namelijk dat de extinctie/adsorptie van het sample midden op je kalibratielijn valt. Dan werk je namelijk het meest nauwkeurig.

    Nu weer even terug naar jouw vraag. Je zegt dat je de hoogste concentratie uit hebt gerekend met de Lambert Beer formule. Wat heb je hier precies gedaan? Eigenlijk hoeven we voor het opstellen van een kalibratie curve en een pipetteerschema helemaal nog niet te werken met die formule!

    Daarnaast, stel je wilt een hoogste standaard maken met 0.0193 g/l zal ik eigenlijk sowieso kiezen voor een standaard van 0.02 g/l. Want, zoals ik zei, je kunt je kalibratiestandaarden zo kiezen als je wilt.

    Hopelijk kom je hier iets verder mee, maar ik help je ook nog graag mocht je meer willen brainstormen.

     

    Groetjes,

    Koen

    #164261 Reageer
    Mientje
    Gast

    Oke, bedankt voor je uitleg. Dus in de opdracht staat dat ik een pipeteerschema miest bedenken voor de ijkreeks en het moet voldoen aan vier standaardoplossingen en een blanco. En de meeste geconcentreerde standaard een extinctie krijgt van E ≈ 1,0. De waarde mocht ook tussen de E≈ 0,05 zijn en maximaal E ≈ 2,0. Dus hoe ik aan een antwoord van 0,019 g/L kwam is dat de  E110 Mw: 452,36 g/mol en E= 2,35×10^4 L mol^-1 cm^-1 en de extinctie die ik heb gebruikt 1,0. Daarna ik de formule gebruikt om het te bereken en ben ik zo aan het antwoord gekomen.

    #164262 Reageer
    Koen
    Expert

    Hoi Mientje,

    Dan begrijp ik waar je vandaan komt. Dan lijkt het me goed als je inderdaad voor je hoogste standaard een concentratie geeft van 20 mg/l (afronden is hier vaak makkelijker).

    De andere 3 verdunningen zou ik dan maken afhankelijk van je pipetten. Waarbij je de laagste bijvoorbeeld 10x verdunt naar 2 mg/l. Dan kom je namelijk op een extinctie van 0,1 uit. De andere twee kan je gewoon ergens daartussenin kiezen. Doe wat jou goed (en makkelijk) lijkt 🙂

    Kom je zo verder? of wil je ook nog wat hulp bij het daadwerkelijke pipetteerschema? Als ik je daarmee moet helpen, wil ik nog even weten of je een stockoplossing krijgt (gemaakt door je docent of lab ondersteuning) of dat je zelf moet gaan wegen!

     

    Groetjes,

    Koen

    #164264 Reageer
    Mientje
    Gast

    Ja dat zou heel fijn om hulp te krijgen bij de pipetteerschema.
    Het labbeheer heeft een voorraad controle oplossing gemaakt met een concentratie die ik pas in het lab te weten kom. En ik moet dan op dat moment weten hoe ik het moet verdunnen zodat de concentratie binnen mijn ijkreeks past. Daarna moet ik drie verdunde controle oplossingen maken. In maatkolf van 25 mL. En ik moet ook drie analyse monsters verdunnen met het drankje crodino en demiwater.

    #164303 Reageer
    Koen
    Expert

    Hoi Mientje,

    Ja! Dat vergt natuurlijk wat improvisatie, maar je kan al veel voorbereiden. Ik zou in ieder geval alvast bedenken wat de uiteindelijke concentraties moeten zijn van je standaarden. Eerder hadden we al besloten dat we de hoogste een concentratie gaan geven van 20 mg/l en de laagste van 2 mg/l. Wat denk jij dat handige stappen zijn daar tussen? Denk er aan dat hele getallen het makkelijkst zijn 🙂

    Op het lab moet je dan wat verdunningen gaan maken, in die 25 ml kolven (weet je hoe die werken?). Mijn verwachting is, dat je al je standaarden voor je kalibratiecurve (ijklijn) kunt verdunnen vanuit die standaard oplossing die in het lab aanwezig is (maar dit is voor mij ook een beetje gokken). Er zijn veel manieren hoe je dat makkelijk kunt uitrekenen. Heb jij zelf toevallig een manier die je vaak gebruikt?

    De makkelijkste vind ik zelf altijd werken met een verdunningsfactor. Laat me een voorbeeldje geven: Stel, we willen een verdunning maken van een 20 mg/l standaard naar een 2 mg/l standaard, en willen uiteindelijk 25 ml van die 2 mg/l standaard hebben. Wat we dan doen is het delen van je hoogste standaard door je laagste, dus: 20/2=10. (Let hierbij natuurlijk even op dat je de zelfde eenheid hebt). Dit betekend dat wij de 20 mg/l standaard 10x moeten verdunnen om een 2 mg/l standaard te krijgen. Wat je dan doet is je eindvolume (25 ml) delen door je verdunningsfactor (10x). Dus 25/10=2.5 ml. Dus om 25ml standaard te maken van 2 mg/l vanuit een 20 mg/l standaard, moeten we 2.5 ml van die 20 mg/l pipetteren en in een maatkolf aanvullen tot 25ml met demiwater.

    Het nadeel van deze methode is wel dat je soms op waardes uitkomt die niet te pipetteren zijn. Maar, als je een beetje ‘speelt’ met je gewenste eindconcentratie, kan je altijd op makkelijk te pipetteren getallen uitkomen. (Bijvoorbeeld, verdunnen vanuit een 20 mg/l standaard is 15 niet een heel handig getal. Je verdunningsfactor wordt dan namelijk 1,3333. 16 geeft dan weer een verdunningsfactor van 1,25, veel makkelijker dus.)

    Ik zie je berichtjes voor verdere vragen graag tegemoet!

    Groetjes,

    Koen

    #164309 Reageer
    fatima
    Gast

    zou je misschien uit kunnen leggen hoe je aan die concentratie komt want met een extinctie van 1 en extinctiecoëfficiënt van 2,35*10^4 en een golflente van 480nm en de molaire massa van 452,36 kom ik er niet uit.

    #164317 Reageer
    Koen
    Expert

    Hoihoi Fatima,

    Je pakt hier gewoon de formule van Lambert Beer (https://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_van_Lambert-Beer).

    Deze formule luid: E= epsilon x c x d

    E is de extinctie, epsilon (ik kan hier niet het symbool van epsilon plakken, dus vandaar dat ik het voluit schrijf) is de extinctiecoëfficiënt, c is de concentratie en d is de lengte van je cuvet (ofwel hoe ver het licht door het materiaal gaat).

    In jou geval willen wij de concentratie weten, dus moeten we de formule even ombouwen naar c = E/(epsilon x d). De E is hier 1 (geen eenheid), de d is 1 cm en de epsilon =  2,35×104 l/mol cm. Let hier goed op de eenheden! soms wordt de extinctiecoëfficiënt gegeven in meters of in andere vormen van concentraties. Je noemt ook een golflengte er bij. In principe is de Epsilon golflengte afhankelijk. Dus hij geld voor een bepaalde stof onder een bepaalde golflengte. Dus is ga hier even vanuit dat deze geld voor E110 onder 480nm.

    Hoe dan ook, invullen geeft 1/(2,35×104x1) = 4,255×10-5 mol/l. Wij willen naar gram per liter, dus even een kruistabelletje maken en gebruik maken van de molmassa. Dan krijg je: 4,255×10-5 mol/l x 452,36 g/mol = 0,0192 g/l. oftewel: 19,2 mg/l. Als je dit laatste moeilijk vind, moet je eens naar dit filmpje kijken! hier legt Noor het perfect uit: https://exactwatjezoekt.nl/hulp-bij-leren/uitlegfilmpjes/rekenen-van-gram-naar-mol/

    Snap je hem zo?

    Groetjes,

    Koen

    #164331 Reageer
    fatima
    Gast

    hoii,

    ja ik snap hem, heel erg bedankt!

    groetjes,

    fatima

    #165741 Reageer
    fatima
    Gast

    hoii, ik had nog een vraagje over hetzelfde experiment. Ik heb nog moeite met het maken van het pipetteerschema. Ik heb nu een pipetteerschema gemaakt voor een 25ml maatkolf voor de 4 standaarden en dan krijg ik stappen van 0,250 ml en bij standaard 4 heb ik dan een gepipetteerde hoeveelheid van 1ml en een concentratie van 0,0192 g/L maar ik begrijp nu niet hoe ik het pipetteerschema moet maken voor de 20 ml maatkolf. Zou je mij daar kunnen helpen

    groetjes,

    Fatima

    #165758 Reageer

    Hallo Fatima,

    Kun je me uit leggen wat je precies bedoelt? Ik snap die stappen van 0,250 mL niet. En hoezo heeft standaard 4 een concentratie van 0,0192 g/L? Ik dacht dat dit de grootste concentratie was.

    Als je wilt verdunnen met een 20 mL maatkolf, gebruik je dan maatpipetten of volpipetten? En welk volume hebben jullie volpipetten?

    Ik wacht je antwoord af.

    Groet,

    Jan Wim Peters

    #165759 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste Fatima,

    Als je nu een verdunningsreeks moet maken met maatkolven van 20 mL, blijft het principe van verdunningen gelijk.

    Uitgaande van 20 mg/L een verdunning maken naar 2,0 mg/L moet je 10x verdunnen.

    Je pipetteert nu 2,0 mL in de maatkolf van 20,0 mL.

    Helpt dit je op weg?

    Met vriendelijke groet,

    Dick

     

     

12 berichten aan het bekijken - 1 tot 12 (van in totaal 12)
Reageer op: Lab Experiment: bepaling van de kleurstof E110 in drankjes.
Je informatie:



vraagbaak icoon zuur en base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
zuur en base
Hallo, ik snap volgende reactie ook niet: een overmaat van een oplossing van mierenzuur reageert met vast calciumcarbonaat. het antwoord is: 2 HCOOH + CaCO3 -> H2O + CO2 + 2 HCOO-  Ik snap niet hoe het kan dat er links wel Ca staat, maar rechts niet. ik had zelf namelijk 2 HCOOH + CaCO3 […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Zuur-base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-base
Hallo, Bij een opdracht moet ik de volgende reactievergelijking opstellen: een oplossing van zwavelzuur reageert met een overmaat van natronloog. Ik had: H2SO4 + 2OH- -> SO42- + 2 H3O+ Echter moest het volgens het antwoord zijn: HSO4- + H3O+ + 2OH- -> 3 H2O + SO42- Ik snap niet hoe ze aan HSO4- komen aangezien […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Vervanging van zetmeel door fluorescence dye
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Vervanging van zetmeel door fluorescence dye
Hii, Wij zijn twee V6 leerlingen die bezig zijn met ons PWS. Wij hebben het over de Briggs-Rauscher oscillerende reactie. Wij hebben bij meerdere documenten gelezen dat het zetmeel wat wordt gebruikt om triiodide aan te tonen te vervangen is met een fluorescence dye. Weet iemand hoe dit proces werkt en hoe wij dit moeten […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Kwalitatieve analyse
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Kwalitatieve analyse
Geachte helper, Ik moet een kwalitatieve analyse uitvoeren, waarbij ik moet achterhalen welk van de volgende oplossingen gegeven is: Aantonen welke van de volgende oplossingen: oxaalzuur-oplossing, zwavelzuur-oplossing, natronloog of kalkwater, aanwezig is in de reageerbuis. Nu heb ik een tabel gemaakt, met daarin overzichtelijk weergeven wat de stoffen zijn en wat voor functies ze kunnen […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon fotonen
Scheikunde | Havo | 4
Vraag
fotonen
Ik doe een project, waarbij ik moet uitleggen wat fotonen zijn alleen kan ik niks vinden. Hebben jullie toevallig nog links naar goede site’s of zelf uitleg?? Alvast bedankt!
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon fasen van stoffen in een reactievergelijking
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
fasen van stoffen in een reactievergelijking
Goedemiddag. Ik ben momenteel bezig met zuur-basereacties. Ik loop alleen ergens tegenaan; hoe weet ik bij het opstellen van zo’n reactie in welke fase zo’n beginstof zich bevindt, kan ik dat in Binas vinden of moet ik dat gewoon weten? Soms schrijf ik (aq) op, maar is het (l), of andersom. Heel af en toe […]
Bekijk vraag & antwoord
studiehulp icoon 10 tips om uitlegvideo’s effectief te gebruiken
Vmbo | Havo | Vwo
Leertip
10 tips om uitlegvideo’s effectief te gebruiken
Haal meer uit het kijken van uitlegvideo's met deze tips.
Bekijk de tip
vraagbaak icoon Zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
Zuren en basen
Hallo, Ik moet bij deze opdracht een reactievergelijking opstellen, maar ik snap het niet helemaal. Ik moet de reactievergelijking geven als bariumoxide en verdund azijnzuur bij elkaar worden gevoegd. Ik dacht dat het antwoord CH3COOH (aq) + BaO (aq) -> Ba 2+ (aq) + CH3COO-. Het antwoord moest BaO + 2CH3COOH -> Ba2+ + H2O […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon azijnzuur en zuur-base
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
azijnzuur en zuur-base
Hallo, Bij een reactievergelijking van een zuur-base reactie moet ik de scheikundige naam weten van azijnzuur. Volgens Binas is dit ethaanzuur. Ethaan is C2H6 en zuur is H3O+, maar het antwoordenboekje geeft CH3COOH aan. Is dit een zuur waarvan je de naam gewoon uit je hoofd moet leren? Want ik snap de naamgeving niet helemaal. […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Uitleg vraag 22 van scheikunde examen 2023 eerste tijdvak.
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Uitleg vraag 22 van scheikunde examen 2023 eerste tijdvak.
Hoi, ik begrijp vraag 22 niet helemaal, in het correctievoorschrift staat dat er 4 atoombindingen zijn, zou u aub willen uitleggen hoe ze daarop komen? Alvast bedankt!
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts