Vraag 33 (1 punt)

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

1. Die ligt tussen 1,0 g/cm³ en 1,1 g/cm³.

   Toelichting antwoord:

   Als het drijvertje drijft is de dichtheid van het zoute water 1,1 g/cm^3. Wanneer het drijvertje zinkt is de dichtheid van het water 1,0 g/cm³.

   Om hem te laten drijven moet de dichtheid van het drijvertje dus tussen 1,0 g/cm³ en 1,1 g/cm³ liggen.

Vraag 34 (2 punten)

1. 50 °C

   Toelichting antwoord:

   De waarde van de temperatuurstijging is 2,94 x 10⁶ / 8,4 x 10⁴ = 35 x 1 ^oC = 35 °C.

   De temperatuur na het verwarmen is dan dus 35 + 15 = 50 °C.

   Toelichting puntenscore:

   • Berekenen en/of noteren van de waarde van de temperatuurstijging (35 °C) = 1 punt.
   • Rest van de berekening juist = 1 punt.

Vraag 35 (2 punten)

1. 1,39 A

   Toelichting antwoord:

   De stroomsterkte is te berekenen met de formule vermogen = spanning x stroomsterkte oftewel P = U x I.

   Invullen van de formule geeft: 320 = 230 x I.

   Omschrijven van de formule geeft I = 320 : 230 = 1,39 A.

   Toelichting puntenscore:

   • Gebruik van de formule P = U x I = 1 punt.
   • Rest van de berekening juist = 1 punt.

Vraag 36 (4 punt)

1. E = 0,88 kWh en de kosten zijn € 0,22.

   Toelichting antwoord:

   De energie is te berekenen met de formule energie = vermogen x tijd oftewel E = P x t.

   De tijd van 165 minuten is gelijk aan 165 : 60 = 2,75 uur.

   Invullen van de formule geeft: 0,32 x 2,75 = 0,88 kWh.

   De kosten zijn dan 0,88 x 0,25 = €0,22.

   Toelichting puntenscore:

   • Juist omrekenen van de tijd = 1 punt.
   • Gebruik van de formule E = P x t = 1 punt.
   • Rest van de berekening juist = 1 punt.
   • Berekenen en/of noteren van de energiekosten = 1 punt.

    

   Opmerkingen

   • Het vierde scorepunt alleen toekennen als er een energie is berekend.
   • Als de kosten berekend zijn uitgaande van E = 2,94 · 106 J, leidende tot E = 0,82 kWh, (De kosten zijn) € 0,20, hiervoor maximaal 3 scorepunten toekennen.