Vraag 23 (2 punten)

1. 

   Toelichting antwoord:

   De hydrofiele kop zal zich naar het water richten. Daarom zijn de twee watermoleculen verbonden aan de kop. De kop bevat O-atomen. Hier kunnen de H-atomen aan binden.

   Toelichting puntenscore:

   • Twee geplaatst bij de hydrofiele kop = 1 punt.
   • De watermoleculen zijn elk met minimaal één H-atoom gericht naar de hydrofiele kop = 1 punt.

Vraag 24 (2 punten)

1. Er zijn meerdere juiste mogelijkheden. Deze antwoorden zijn allemaal correct:

   • De (alkyl)staarten/koolstofketens (van de dodecylsulfaationen, die zich bevinden in het binnenste deel van de micel) zijn hydrofoob en kunnen (alleen) hydrofobe deeltjes binden. Dus vuildeeltje 2, want dit bevat (ook) lange (alkyl)staarten (en is daarom hydrofoob).
   • De (alkyl)staarten (van de dodecylsulfaationen, die zich bevinden in het binnenste deel van de micel) zijn hydrofoob. Hydrofobe deeltjes mengen (goed) met hydrofobe (vuil)deeltjes. Dus vuildeeltje 2, want dit bevat geen OH- én geen NH-groepen (en is daarom hydrofoob).

    

   Toelichting puntenscore:

   • Hydrofobe staarten/koolstofketens binden/mengen met hydrofobe deeltjes/stoffen = 1 punt.
   • Juist structuurkenmerk van het vuildeeltje gegeven en consequente conclusie = 1 punt.

    

   Opmerking
   Wanneer in een overigens juist antwoord in plaats van de begrippen ‘hydrofiel’ en/of ‘hydrofoob’ de begrippen ‘polair’ en/of ‘apolair’ zijn gebruikt, dit goed rekenen.

Vraag 25 (2 punten)

1. 

   Toelichting antwoord:

   Door hydrolyse worden de structuurformules gesplitst door het opnemen van een watermolecuul.

   In deeltje 1 kan het watermolecuul binden aan de C=O-groep. Hiermee ontstaat een COOH-deeltje en een NH₂-deeltje.

   In deeltje 2 kan het watermolecuul zich binden tussen de O- en C-moleculen. Hierbij ontstaat een nieuw H₂O deeltje en bindt een O-deeltje zich weer aan het C-molecuul.

   Toelichting puntenscore:

   • Een juiste atoombinding omcirkeld in de structuurformule van vuildeeltje 1 = 1 punt.
   • Een juiste atoombinding omcirkeld in de structuurformule van vuildeeltje 2 = 1 punt.

    

   Opmerkingen

   • Wanneer in de structuurformule van vuildeeltje 2 een atoombinding is omcirkeld als: dit goed rekenen.
   • Wanneer in een structuurformule behalve de juiste atoombinding ook één of meerdere onjuiste atoombindingen zijn omcirkeld, het desbetreffende scorepunt niet toekennen.

Vraag 26 (2 punten)

1. [H⁺] = 10^–7,5 = 3×10^–8 (mol L^–1)

   Toelichting antwoord:

   Het pH-optimum is af te lezen op: = 7,5 pH.

   Vervolgens is de concentratie H⁺-ionen in mol L^–1 te berekenen met de formule: [H⁺] =10 ^–pH.

   De [H⁺] is dan 10^–7,5 = 3×10^–8 (mol L^–1).

   Toelichting puntenscore:

   • Het pH-optimum juist afgelezen: 7,5 ± 0,1 = 1 punt.
   • Omrekening naar de concentratie H⁺-ionen = 1 punt.

Vraag 27 (2 punten)

Bij het afbreken van vetten door lipase spelen onder andere drie verschillende aminozuureenheden een belangrijke rol. In figuur 4 is een fragment van lipase, met daarin deze aminozuureenheden, in structuurformule weergegeven. Een van deze drie aminozuureenheden is in waswater negatief geladen doordat die een H⁺-ion heeft afgestaan.

De delen van de peptideketen tussen deze drie aminozuureenheden zijn met weergegeven.

Geef de 3-lettersymbolen van elk van de drie aminozuureenheden die in figuur 4 zijn weergegeven. Maak gebruik van Binas-tabel 67H1 of ScienceData tabel 13.7c.

Noteer je antwoord als volgt:
A = …
B = …
C = …

1. A = Ser
   B = Asp
   C = His

   Toelichting antwoord:

   Dit is terug te vinden in Binas-tabel 67H1.

   Toelichting puntenscore:

   • Ser en His juist = 1 punt^.
   • Asp = 1 punt.

    

   Opmerking
   Wanneer als antwoord de juiste 1-lettersymbolen of de juiste namen zijn gegeven, dit goed rekenen.

Vraag 28 (1 punt)

1. Er zijn meerdere juiste antwoorden mogelijk. Deze antwoorden zijn allemaal correct:

   • Enzymen worden niet verbruikt.
   • Enzymen zijn (bio)katalysatoren.