![Jan Wim Peters](https://exactwatjezoekt.nl/wp-content/themes/iq-custom-theme/assets/images/patroon-lang-grijs-donkerder.png)
Jan Wim Peters
Aangemaakte reacties
-
AuteurBerichten
-
Jan Wim Peters
ExpertHallo Natalie,
Maar wat is nu precies jouw vraag? De eerste 3 vragen proberen je op weg te helpen: wat gebeurt er met de moleculen als een stof verdampt en wat als een stof ontleedt? Vraag 4 is, denk ik, niet juist gesteld. Ik zou vragen welke nieuwe bindingen worden gevormd?
Probeer het eens en laat weten of dat lukt.
Succes en groet,
Jan Wim Peters
12 november 2023 om 22:11 In reactie op: zuur-basereactie calsiumcarbonaat (s) + zwavelzuur (aq) #165946Jan Wim Peters
ExpertDag Jan,
Je zit op het VWO, joh. Je moet wel wat verwarring aankunnen, vind ik.
Het is wel vervelend dat het boek het éne uitlegt en het antwoord daar niet mee klopt. Ik ben dat als docent wel vaker tegengekomen.
Succes verder,
groet,
Jan Wim Peters
12 november 2023 om 15:44 In reactie op: zuur-basereactie calsiumcarbonaat (s) + zwavelzuur (aq) #165942Jan Wim Peters
ExpertDag Jan,
Die HSO- staat ook nergens; je bedoelt misschien iets anders. Het antwoord dat je uit het boek haalde is:
CaCO3 (s) + H3O+ (aq) + HSO(4-) (aq) > CaSO4 (s) + 2H2O (l) + CO2 (g)
Daar staat een klein foutje( haakje) in dat je misschien in de war brengt; hier de goede vergelijking:
CaCO3 (s) + H3O+ (aq) + HSO4(-) (aq) > CaSO4 (s) + 2H2O (l) + CO2 (g)
Maar ook goed is. wat mij betreft:
CaCO3 (s) + 2 H3O+ (aq) + SO4(2-) (aq) > CaSO4 (s) + 2H2O (l) + CO2 (g)
Of beter nog, met sub- en superschrift:
CaCO3 (s) + 2 H3O+ (aq) + SO42- (aq) > CaSO4 (s) + 2H2O (l) + CO2 (g)
Er vinden dus 2 reacties plaats:
1. zuur-base CO32- + 2 H3O+ en 2. neerslag: Ca2+ (aq) + SO42- (aq)
Duidelijk of nog een vraag?
Groet,
Jan Wim Peters
12 november 2023 om 14:36 In reactie op: zuur-basereactie calsiumcarbonaat (s) + zwavelzuur (aq) #165939Jan Wim Peters
ExpertHallo Jan,
H2SO4 is een sterk zuur; bij oplossen in water ontstaat H3O+ en HSO4– . Maar zoals je in BINAS 49 kunt vinden: HSO4– is een zwak zuur ,dus ioniseert niet volledig. Ik zou dit gegeven hier niet gebruiken; het verandert niets aan het resultaat. Maar formeel moet je een zwavelzuuroplossing schrijven als:
H3O+ (aq) + HSO4– (aq)
CaSO4 is matig oplosbaar, maar als de concentratie wat groter wordt, lost het niet meer op in weinig water. Dat gebeurt dus bij deze reactie; je ziet er ook niet veel van, je begint met een witte bruisende suspensie en na afloop heb je weer een witte suspensie. Maar wel een andere witte vaste stof!
Zo duidelijk?
Groet,
Jan Wim Peters
-
Deze reactie is gewijzigd 7 maanden, 3 weken geleden door
Jan Wim Peters.
11 november 2023 om 17:00 In reactie op: zuur-basereactie calsiumcarbonaat (s) + zwavelzuur (aq) #165931Jan Wim Peters
ExpertHallo Jan,
Zwavelzuur is een sterk zuur en ioniseert volledig in sulfaationen en H3O+-ionen. Een carbonaat-ion is een base en zal volledig reageren met de overmaat H3O+. Geef hiervoor eens de vergelijking.
Groet,
Jan Wim Peters
11 november 2023 om 15:01 In reactie op: zuur-basereactie calsiumcarbonaat (s) + zwavelzuur (aq) #165929Jan Wim Peters
ExpertHallo Jan,
Op zich is jouw antwoord een mooi begin. Afgezien van de lading van HCO3. In het algemeen is het niet van belang dat je zwavelzuur in 2 aparte stappen ioniseert. Je mag voor het gemak best zeggen dat beide stappen volledig verlopen. (Misschien denkt Chemie Overal daar anders over.) Je praat terecht over een overmaat. En denk je ook nog aan de oplosbaarheid van het nieuwe zout?
Laat maar weten. Succes en groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim Peters
Experthallo Jana,
Je kunt de massa C3H6O6 omrekenen in het aantal mol(chemische hoeveelheid). Uit de molecuulformule haal je het aantal O-atomen per mol stof. Wordt er echt gevraagd naar het aantal O-atomen? Dan heb je ook nog het getal van Avogadro nodig.
Gaat het zo lukken? Anders verwacht ik een vervolgvraag.
Succes en groet,
Jan Wim Peters
-
Deze reactie is gewijzigd 8 maanden, 1 week geleden door
Jan Wim Peters.
1 november 2023 om 11:07 In reactie op: Lab Experiment: bepaling van de kleurstof E110 in drankjes. #165758Jan Wim Peters
ExpertHallo Fatima,
Kun je me uit leggen wat je precies bedoelt? Ik snap die stappen van 0,250 mL niet. En hoezo heeft standaard 4 een concentratie van 0,0192 g/L? Ik dacht dat dit de grootste concentratie was.
Als je wilt verdunnen met een 20 mL maatkolf, gebruik je dan maatpipetten of volpipetten? En welk volume hebben jullie volpipetten?
Ik wacht je antwoord af.
Groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim Peters
ExpertHallo Dirk,
Na lezen van jouw vraag heb ik contact gehad met Yvette over welk antwoord jou het best kan helpen. We denken dat je alle reacties erbij moet betrekken en ook het NO-gas dat wordt afgevangen. In de industrie lozen ze dat niet zomaar in de lucht; er kan weer HNO3 van gemaakt worden. Kun je zelf deze vergelijking opstellen? Als je alles optelt, kom je tot een verrassende conclusie!
Succes en groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim Peters
ExpertHallo Femke,
Je maakt een foutje bij het uitwerken van de vergelijking:
[PO43-] = [PO43-] x [H3O+] / [H2PO4–] Nu staat [H3O+] in de teller en [H2PO4–] in de noemer. Begrijp je dat de breuk [H3O+] / [H2PO4–] heel dicht bij de waarde 1 zit?
Groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim Peters
ExpertHallo Noor,
Ik vind het wel grappig: je geeft het antwoord, maar je ziet niet dat het een antwoord is. Dit schreef je:
Als je nu naar het halvewege equivalentiepunt kijkt is de pH van de oplossing gelijk aan de pKa van azijnzuur. Dit komt omdat de pKa de pH is waarbij de concentratie van geconjugeerde base gelijk is aan de concentratie van het zuur, dat is precies zo bj het halvewege equivalentiepunt.
Als je op de pH-curve kijkt is dit punt 5,85
[H+] = 10-5,85Zie je dat je hier al bijna bent? Denk eraan: Kz of pKa is een constante, die geldt bij iedere pH.
Ik hoop dat je het nu ziet. Anders stel je gewoon nog een vraag.
Groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim Peters
ExpertEn HPO42-. En uit reactie 1. weet je iets over [H3O+] en [H2PO41-]. Ik vind dit wel een vervelende vraag. Het heeft niet veel meer met scheikunde te maken; meer met wiskunde.
Ben je er nu uit?
Groet en succes verder,
Jan Wim Peters
Jan Wim Peters
ExpertHallo Noor,
Ja, hoor. Prima. Maar bij zoutzuur is Cl– de base van het zuur HCl. Maar HCl komt hier niet voor; je hebt alleen met H3O+ te maken.
Groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim Peters
ExpertHallo Stan,
Prima! Goed gedaan. Ik zou alleen nog naar de significantie kijken.
Groet,
Jan Wim Peters
Jan Wim Peters
ExpertHallo Femke,
Ik kan de lay out van je verhaal niet goed volgen. Kijk maar eens terug. Wat je moet doen is de formule
[PO43-] = Kz2 x Kz3 / [H3O+] invullen met de concentratiebreuken van Kz2 en Kz3. Dan valt veel weg.
Laat maar weten wat daar uitkomt.
Groet,
Jan Wim Peters
-
Deze reactie is gewijzigd 7 maanden, 3 weken geleden door
-
AuteurBerichten