Jan Wim Peters

Jan Wim Peters

Aangemaakte reacties

15 berichten aan het bekijken - 46 tot 60 (van in totaal 273)
  • Auteur
    Berichten
  • In reactie op: bufferoplossingen #162062

    Hallo Noor,

    Ja, hoor. Prima. Maar bij zoutzuur is Cl de base van het zuur HCl. Maar HCl komt hier niet voor; je hebt alleen met H3O+ te maken.

    Groet,

    Jan Wim Peters

     

    In reactie op: pH berekenen #162060

    Hallo Stan,

     

    Prima! Goed gedaan. Ik zou alleen nog naar de significantie kijken.

    Groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: Afleiden #162058

    Hallo Femke,

    Ik kan de lay out van je verhaal niet goed volgen. Kijk maar eens terug. Wat je moet doen is de formule

    [PO43-] = Kz2 x Kz3 / [H3O+] invullen met de concentratiebreuken van Kz2 en Kz3. Dan valt veel weg.

    Laat maar weten wat daar uitkomt.

    Groet,

    Jan Wim Peters

     

    In reactie op: titratiecurves #162053

    Hallo Noor,

    Je heb het nog niet begrepen. Een titratie wordt gebruikt om de molariteit van een stof te bepalen. Bij het equivalentiepunt lees je af hoeveel mL natronloog je nodig hebt; daaruit kun je de molariteit van azijnzuur berekenen. Maar dat is hier niet nodig; die is niet gevraagd! Je wilt hier de Kz bepalen. Halverwege het equivalentiepunt heb je de helft van het azijnzuur omgezet in CH3COO; de molariteiten zijn dan gelijk! Geef nu eens de vergelijking van het evenwicht in deze oplossing. Met de, juiste, evenwichtsvoorwaarde. Kijk dan naar je titratiecurve. Dan zie je, denk ik, hoe je verder moet.

    Succes, laat me het vervolg weten.

    Jan Wim Peters

    In reactie op: bufferoplossingen #162050

    Hallo Noor,

    Ja, bijna. Ik zie 3 goede zuur-base-paren. Al mis ik bij fosforzuur de eerste stap. En HCl is een sterk zuur, dus komt volledig geïoniseerd voor. En NaCl is een zout; daarvoor geldt hetzelfde. Wat is hier dus het zuur-base-paar?

    Groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: Afleiden #162027

    Hallo Femke,

    Lastige opdracht, hoor. De aannames zijn hier heel belangrijk. De laatste 2 evenwichten zijn verwaarloosbaar, dus alleen het 1ste evenwicht is voor de berekening van belang. Stel de evenwichtsvoorwaarden op van de laatste 2 evenwichten( stellen zich wel in). Vul ze in in de te bewijzen formule; er vallen molariteiten tegen elkaar weg. Om de vergelijking verder te vereenvoudigen, moet je kijken naar evenwicht 1; welke molariteiten zijn gelijk?

    Succes en groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: pH berekenen #162026

    Hallo Stan,

    Hoeveel graden zitten tussen 293 en 298 K? En wat is het verschil tussen Kw293 en Kw298? Daar moet je toch iets mee kunnen?

    Succes.

    Groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: titratiecurves #162023

    Dag Noor,

    Deze vraag sluit aan op de vorige. Bij de titratie van een zwak zuur met een sterke base ontstaat een zwakke base. Heb je de reactievergelijking voor deze titratie? Er stelt zich steeds een evenwicht in tussen het zwakke zuur en de geconjugeerde zwakke base. Geef hiervoor de evenwichtsvergelijking en de evenwichtsvoorwaarde incl. de Kz. Halverwege de titratie zijn beide concentraties aan elkaar gelijk, waarom? Nu kun je door de pH, op dit punt, de Kz vinden.

    Succes en laat weten of het lukt.

    Groet,

    Jan Wim Peters

     

    In reactie op: bufferoplossingen #162022

    Hallo Noor,

    Je weet waarschijnlijk dat een bufferoplossing een zwak zuur en zijn geconjugeerde( bijbehorende) base bevat. Bij welke van de 3 titraties is hier sprake van en waar tijdens de titratie zijn de hoeveelheden ongeveer gelijk? Bij de 2de vraag moet je kijken naar de reactievergelijking(en). Daarin komt het zuur-basepaar voor. Denk eraan dat bij fosforzuur er sprake is 3 vergelijkingen, ieder met hun eigen zuur-basepaar. Ik hoop dat je er zo uitkomt, anders stuur je maar een vervolgvraag.

    Groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: pH berekenen #162021

    Hallo Stan,

    Reken eerst 220 C. om naar Kelvin. Dan zit je tussen 2 tabelwaarden. Bedenk dan welke waarde je zelf kunt berekenen uit die 2 tabelwaarden.

    Succes en groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: Reactie bij titreren #161918

    Dag Mattie,

    Hoe je aan die 20,005 mL komt, begrijp ik niet. Maar de rest van het verhaal, even afgezien van de significantie, is goed.

    Groet en succes verder,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: Reactie bij titreren #161912

    Hallo Mattie,

    Ja, dat is het einde. En het is helemaal goed!  Nu nog een totaalvergelijking maken van de 2 halfreacties. Ik krijg alleen de indruk dat je het niet helemaal snapt. Ik leg het kort uit:

    Om de hoeveelheid Cu2+ te bepalen, maak je I2. In de vergelijking vind je de verhouding tussen de hoeveelheid I2 en Cu2+. Met S2O32- bepaal je hoeveel I2 er was. Nu kun je uitrekenen wat je wilt weten.

    Probeer het maar.

     

    Succes en groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: Reactie bij titreren #161889

    Hallo Mattie,

    Helaas, ze zijn niet goed. Heb je wel gezocht in BINAS 48? Daar staan alleen opgeloste deeltjes( soms vaste stoffen), dus losse ionen. Jij gebruikt de STOFformules. Maar je voegt oplossingen bij elkaar…. Schrijf eerst alles eens in ionen en zoek dan in BINAS 48 de halfreacties.

    Groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: hoeveel koper neerslag in kopersulfaat oplossing #161887

    Hallo Cas,

    Mooi dat je het zelf gevonden hebt. Maar denk even na over de reactievergelijking als je het aantal e naar aantal mol omrekent.

     

    Groet,

     

    Jan Wim Peters

    In reactie op: hoeveel koper neerslag in kopersulfaat oplossing #161859

    Hallo Cas,

    Je begint natuurlijk met een reactievergelijking. Dan moet je berekenen hoeveel elektrische lading in Coulomb door de opstelling is gegaan. De laatste stap is dat omrekenen naar het aantal mol elektronen. Laat maar zien hoe ver je komt. ik ben rond 20:30 uur terug voor eventuele extra tips.

    Succes en groet,

     

    Jan Wim :Peters

15 berichten aan het bekijken - 46 tot 60 (van in totaal 273)

Inloggen voor experts