Vraagbaak scheikunde
het vinden van de sterkste oxidator en reductor
Vak
Scheikunde
Niveau
Vwo
Onderwerp
Reacties
Leerjaar
5
- Dit onderwerp bevat 3 reacties, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 1 jaar, 5 maanden geleden door akyvanderbeek.
-
AuteurBerichten
-
TasniemGast
De eerste stap die je moet zetten om een totaalvergelijking van een redoxrectie te maken, is dat je alle gegeven deeltjes moet opschrijven. Het lukt mij niet om hieruit te halen wat de sterkste oxidator en de sterkste reductor is (ik weet wel dat de sterkste ox rechts bovenin van de tabel staan en de sterkste red links onderin). Omdat er meerdere deeltjes zijn weet ik niet wat wat is. Heeft u misschien tips voor mij?
Mvg,
Tasniem
akyvanderbeekExpertHallo Tasniem,
Je hebt gelijk dat je bij het opstellen van een redoxreactie eerst alle deeltjes moet opschrijven die aanwezig zijn. Hierbij moet je letten of bv zuren gesplitst zijn (de sterke zuren) of niet. Dit geldt ook voor een zoutoplossing.
In tabel 48 is F2(g) de sterkste oxidator, dus links bovenin de tabel. Li (s) is de sterkste reductor dus rechts onderin de tabel.
De sterkste aanwezige reductor reageert met de sterkst aanwezige oxidator. Deze reactievergelijkingen schrijf je onder elkaar. Bij de reductor moet de reagerende stof links van de pijl staan. Het aantal elektronen dat afgegeven wordt (door de reductor) moet gelijk worden aan het aantal elektronen dat opgenomen wordt (door de oxidator). Daarvoor moet soms een van de 2 vergelijkingen met een factor vermenigvuldigd worden. Daarna tel je de vergelijkingen bij elkaar op.
Controleer daarna of de reactievergelijking kloppend is. Lins en recht van de pijl mogen niet dezelfde deeltjes staan. Soms is dat met H2O of H+ het geval. Weet je wat je dan moet doen?
Ik hoop dat je met bovenstaande uitleg verder kunt.
Succes, Aky
TasniemGastHeel erg bedankt voor uw uitleg! Hoe zou ik gemakkelijk hieruit kunnen halen wat de sterkste ox en red is: FeBr3-oplossing + KI-oplossing?
akyvanderbeekExpertBeste Tasmien,
FeBr3 en KI zijn zouten die goed oplosbaar zijn in water, zie tabel 45. In de oplossing zijn deze zouten gespitst in ionen. Deze ionen schrijf je op. In een oplossing is ook altijd H20 aanwezig. Die hoort ook bij de aanwezige deeltjes te staan. Je zoekt dan de sterkste aanwezig oxidator op door links bovenaan te beginnen en de tabel naar beneden te volgen tot je een deeltje vindt dat aanwezig is. Let op er is Br-aq aanwezig en niet Br2 ! Hetzelfde doe je met de reductor, dus rechts onderaan beginnen. Let ook hier op. Is er K of K+ aanwezig? Daarna volg je het stappenplan uit mijn eerste antwoord.
Succes weer.
Groeten, Aky
-
AuteurBerichten
Bekijk ook eens