Dag Ward
Dag Ward

Je voert een reactie uit: de titratie.
Je begint dus met de reactievergelijking: Kun je deze opstellen?

Als dat lukt weet je de verhouding (in mol) waarin de deeltjes reageren.
Van één van de twee deeltjes kun je het aantal mol uitrekenen.
Je kunt dan beredeneren hoeveel mol azijnzuur in het verdunde azijn zat.
Vervolgens kun je de molariteit van het verdunde azijnzuur en daaruit de molariteit van de huishoudazijn.

Probeer maar een begin te maken met de reactievergelijking en voer op basis daarvan de berekening uit.
Stuur je uitwerking op, dan controleer ik of deze goed is.

Ik hoor van je!
Succes
MUI
Loop je vast, stuur dan het deel wat je hebt op, ik controleer dat en probeer je daarna erder op weg te helpen.

Dag Ward

Je antwoord klopt.
Voor de zekerheid zou ik nog graag je reactievergelijking willen zien.
Wil je me die sturen?

Groet
MUI

Dag Ward

Ik had al rekening gehouden met mogelijke fouten in je reactievergelijking.
Je hebt alle fouten gemaakt die je kon maken.

1) Zoutzuur is een opgelost sterk zuur. Welke soort deeltjes zitten in een oplossing van een sterk zuur?. Welk deeltje is bij de reactie betrokken?

2) natronloog is een oplossing van natriumhydroxide, dus een opgelost zout. Welke soort deeltjes komen in een zoutoplossing voor? Welk deeltje uit de natriumhydroxide-oplossing is bij de reactie betrokken?

3) Ga je goed met 1) en 2) om, dan staat er na de reactiepijl automatisch de juiste formul;e voor het produkt.

Probeer met deze opmerkingen de juiste vergelijking op te stellen.
Stuur me ter controle je nieuwe antwoord.

Succes!
Groet
MUI