rekenen met basenparen
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

rekenen met basenparen

6 berichten aan het bekijken - 1 tot 6 (van in totaal 6)
  • Auteur
    Berichten
  • #3092 Reageer
    eva
    Gast

    Hoi allemaal,
    Ik heb een vraagje.

    Gegeven zijn 6 codons:
    DNA:
    11: GAT
    12: GAC
    13: GGG
    14: TCT
    15: GGC
    16: CTG

    Het boek vraagt:
    Bereken hoeveel procent van de hierboven weergeven basenparen maximaal kan wijzigen, zonder dat dit een verandering in de aminozuurvolgorde veroorzaakt.

    Ik heb geen idee hoe ik deze vraag aanpak. Ik dacht eerst bijvoorbeeld , ik neem codon 14: TCT. De aminozuur waar deze voor codeert is: UCU of te wel SER. Ik zie in Binas dat je Ser kan maken door: UCA, UCG, UCU, UCC, AGU, AGC. Dus dit kan je op 5 verschillende manieren doen, zodat de aminozuur hetzelfde blijft. Als ik dit doe voor allemaal, dan kom ik om 16x verschillende uit. Het boek zegt:
    Het aantal basenparen dat kan wijzigen, zonder een verandering in de aminozuurvolgorde te veroorzaken is acht.

    Mijn vraag is dus, hoezo 8? Begrijp ik de vraag niet goed? Ik twijfel ook wat bedoelt wordt met basenparen… Zou iemand dit alles even voor me willen verduidelijken? Alvast hartelijk bedankt voor jullie moeite 🙂

    Groetjes,

    Eva.

    #3093 Reageer
    Mathijs
    Expert

    Hoi Eva,

    We hebben even met de experts overlegd, en het heeft ons ook even geduurd voor we de vraag precies begrepen! Als je goed de vraag bekijkt, zie je dat gevraagd wordt hoeveel basenparen in de code GAT GAC GGG TCT GGC CTG gewijzigd kunnen worden, voordat de aminozuurvolgorde verandert. Die aminozuurvolgorde wordt getransleert naar Asp-Asp-Gly-Ser-Gly-Ser. De vraag is dan hoeveel mutaties je maximaal in het DNA kan maken voordat je andere aminozuren krijgt. Omdat een codon uit 3 baseparen bestaat, kan je dus per codon nooit meer dan 3 mutaties uitvoeren. Er zijn echter wel 3^4 mogelijkheden om de 4 bases over de 3 posities te verdelen, en 5 daarvan coderen voor serine, zoals je al aangeeft, maar dat is hier nu net niet de vraag :-).

    Om even een voorbeeldje te maken: Dat 14e codon, TCT, codeert voor serine. Nu, hoeveel baseparen kan je in dat codon veranderen terwijl het codon zelf nog voor serine blijft coderen? Je zou bijvoorbeeld de laatste base kunnen veranderen, zodat je TCA, TCG of TCC krijgt, dat allemaal voor serine codeert. Dan heb je 1 basepaar verandert. Als je dan nóg een base gaat veranderen in één van die 3 gemuteerde codons, verander je het aminozuur, dus dat mag niet meer. Als je echter niet het laatste basepaar, maar de eerste twee verandert, van TCT naar bijvoorbeeld AGT, kan je 2 aminozuren veranderen terwijl het codon nog steeds voor serine blijft coderen. Dus in codon 14, TCT, kan je maximaal 2 baseparen veranderen zonder dat je de aminozuurvolgorde in het peptide verandert.

    Kan je op een vergelijkbare manier beredeneren hoeveel mutaties je in de andere codons aan kan brengen? En kom je dan op 8 posities?

    Groetjes,
    Mathijs

    PS – wat achtergrondinfo: Zulk soort mutaties aanbrengen wordt trouwens relatief veel gebruikt in het genetisch modificeren van organismen. Als je bijvoorbeeld een eiwit uit een plant wil laten produceren door een bacterie, kan je tegen het probleem aanlopen dat de tRNAs die betrokken zijn bij het omzetten van het mRNA dat van het plantengen komt niet zoveel gemaakt worden door de bacterie, wat zorgt voor een langzamere translatie van het mRNA naar eiwitten. Tegelijkertijd kunnen andere tRNAs, die voor hetzelfde aminozuur coderen, juist wél in grote hoeveelheid aanwezig zijn in die bacterie. Dus door het aanbregen van slimme mutaties in het plantengen, kan je zo de productie van het planteneiwit in een transgene bacterie optimaliseren 🙂

    #158023 Reageer
    Rosa
    Gast

    Hoi!
    Ik zit in 5vwo en was op biologiepagina de volgende vraag aan het maken:
    Een mRNA bestaat uit 336 nucleotiden.
    Uit hoeveel aminozuren bestaat de polypeptide?

    Het antwoord op deze vraag is 111, er staat echter geen duidelijke uitleg hoe ze aan dit antwoord gekomen zijn en in mijn tekstboek kan ik het ook niet vinden.

    Vriendelijke groet, Rosa Laeven

    #158027 Reageer

    Hallo Rosa,

    Je weet vast dat een codon- 3 basen achter elkaar- codeert voor 1 aminozuur. Maar hoe kom je dan aan 111? 336 : 3 is 112. Kijk eens in BINAS wat een startcodon en een stopcodon tot gevolg heeft. Welke aminozuren worden daardoor ingebouwd?

    Waarschijnlijk kom je er zo uit; anders stuur je maar een vervolgvraag.

    Succes en groet,

     

    Jan Wim Peters

    #163198 Reageer
    Stach
    Gast

    Hoi Mathijs.

    Ik snap het principe van deze vraag wel alleen kom uit op 9 in plaats van acht door TCT te veranderen in AGC. Waarom kan dit alleen in AGT verandert worden en niet AGC?

     

    Vriendelijke groet, Stach

    #163200 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste Stach,

    De aminozuurvolgorde is volgens mij: Asp-Asp-Gly-Ser-Gly-Leu.

    Als je codon TCT wijzigt in AGT verwissel je twee basen T en C.

    AGT codeert ook voor SER, als je AGT wijzigt in AGC verwissel je 1 base.

    Met vriendelijke groet,

    Dick

     

    Dick

     

6 berichten aan het bekijken - 1 tot 6 (van in totaal 6)
Reageer op: rekenen met basenparen
Je informatie:



vraagbaak icoon zuur en base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
zuur en base
Hallo, ik snap volgende reactie ook niet: een overmaat van een oplossing van mierenzuur reageert met vast calciumcarbonaat. het antwoord is: 2 HCOOH + CaCO3 -> H2O + CO2 + 2 HCOO-  Ik snap niet hoe het kan dat er links wel Ca staat, maar rechts niet. ik had zelf namelijk 2 HCOOH + CaCO3 […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Zuur-base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-base
Hallo, Bij een opdracht moet ik de volgende reactievergelijking opstellen: een oplossing van zwavelzuur reageert met een overmaat van natronloog. Ik had: H2SO4 + 2OH- -> SO42- + 2 H3O+ Echter moest het volgens het antwoord zijn: HSO4- + H3O+ + 2OH- -> 3 H2O + SO42- Ik snap niet hoe ze aan HSO4- komen aangezien […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Vervanging van zetmeel door fluorescence dye
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Vervanging van zetmeel door fluorescence dye
Hii, Wij zijn twee V6 leerlingen die bezig zijn met ons PWS. Wij hebben het over de Briggs-Rauscher oscillerende reactie. Wij hebben bij meerdere documenten gelezen dat het zetmeel wat wordt gebruikt om triiodide aan te tonen te vervangen is met een fluorescence dye. Weet iemand hoe dit proces werkt en hoe wij dit moeten […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Kwalitatieve analyse
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Kwalitatieve analyse
Geachte helper, Ik moet een kwalitatieve analyse uitvoeren, waarbij ik moet achterhalen welk van de volgende oplossingen gegeven is: Aantonen welke van de volgende oplossingen: oxaalzuur-oplossing, zwavelzuur-oplossing, natronloog of kalkwater, aanwezig is in de reageerbuis. Nu heb ik een tabel gemaakt, met daarin overzichtelijk weergeven wat de stoffen zijn en wat voor functies ze kunnen […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon fotonen
Scheikunde | Havo | 4
Vraag
fotonen
Ik doe een project, waarbij ik moet uitleggen wat fotonen zijn alleen kan ik niks vinden. Hebben jullie toevallig nog links naar goede site’s of zelf uitleg?? Alvast bedankt!
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon fasen van stoffen in een reactievergelijking
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
fasen van stoffen in een reactievergelijking
Goedemiddag. Ik ben momenteel bezig met zuur-basereacties. Ik loop alleen ergens tegenaan; hoe weet ik bij het opstellen van zo’n reactie in welke fase zo’n beginstof zich bevindt, kan ik dat in Binas vinden of moet ik dat gewoon weten? Soms schrijf ik (aq) op, maar is het (l), of andersom. Heel af en toe […]
Bekijk vraag & antwoord
studiehulp icoon 10 tips om uitlegvideo’s effectief te gebruiken
Vmbo | Havo | Vwo
Leertip
10 tips om uitlegvideo’s effectief te gebruiken
Haal meer uit het kijken van uitlegvideo's met deze tips.
Bekijk de tip
vraagbaak icoon Zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
Zuren en basen
Hallo, Ik moet bij deze opdracht een reactievergelijking opstellen, maar ik snap het niet helemaal. Ik moet de reactievergelijking geven als bariumoxide en verdund azijnzuur bij elkaar worden gevoegd. Ik dacht dat het antwoord CH3COOH (aq) + BaO (aq) -> Ba 2+ (aq) + CH3COO-. Het antwoord moest BaO + 2CH3COOH -> Ba2+ + H2O […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon azijnzuur en zuur-base
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
azijnzuur en zuur-base
Hallo, Bij een reactievergelijking van een zuur-base reactie moet ik de scheikundige naam weten van azijnzuur. Volgens Binas is dit ethaanzuur. Ethaan is C2H6 en zuur is H3O+, maar het antwoordenboekje geeft CH3COOH aan. Is dit een zuur waarvan je de naam gewoon uit je hoofd moet leren? Want ik snap de naamgeving niet helemaal. […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Uitleg vraag 22 van scheikunde examen 2023 eerste tijdvak.
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Uitleg vraag 22 van scheikunde examen 2023 eerste tijdvak.
Hoi, ik begrijp vraag 22 niet helemaal, in het correctievoorschrift staat dat er 4 atoombindingen zijn, zou u aub willen uitleggen hoe ze daarop komen? Alvast bedankt!
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts