aantal atomen
Over de vraagbaak

Vraagbaakscheikunde.nl

aantal atomen

10 berichten aan het bekijken - 1 tot 10 (van in totaal 10)
  • Auteur
    Berichten
  • #2878 Reageer
    Bart
    Gast

    Stel ik heb 240.2 mg C hoeveel koolstofatomen zijn dit dan?

    #2879 Reageer
    Jan-Hein
    Gast

    Beste Bart,

    Om deze vraag te beantwoorden heb je de atoommassa van C (koolstof) nodig.
    Dan bereken je het aantal mol C-atomen door de onderstaande formule te gebruiken, Let op jouw vraag is in mg gegeven:
    m × 1/molm = aantal mol C-atomen

    m is massa in gram
    molm is de molaire massa (of atoommassa) van koolstof

    Als laatste vermenigvuldig je het aantal mol C-atomen met de constante van Avogadro → 6.022 × 10^23 mol^−1
    Dus: aantal mol C-atomen × 6.022 × 10^23 mol^−1 = totaal aantal C-atomen

    Laat even weten waar je nu op uitkomt.

    #2880 Reageer
    Bart
    Gast

    Eigenlijk heb ik mijn vraag fout gesteld.

    je hebt 240.2 mg C

    60.50 mg H

    159.9 mg O en ik moet de empirische formule opstellen. Dus ben ik iegenlijjk opzoek naar het aantal koolstoffen, waterstoff, zuurstoffen.

    #2881 Reageer
    Jan-Hein
    Gast

    Beste Bart,

    Dat kan op dezelfde manier. Waar in mijn vorige bericht koolstof staat, voer je de gegevens van zuurstof en waterstof in. Dat weet je van elke atoomsoort (element) hoeveel je er van hebt en kan je een molecuulformule bij elkaar puzzelen.

    Met vriendelijke groet,
    Jan-Hein

    #2883 Reageer
    Bart
    Gast

    Ik doe 0.2402 g/12 (g/mol) = 0.0200 mol

    0.0200 *Na = 1.2054*10^22 deeltjes. Wat nou ?

    Nu weet ik niet hoeveel koolstoffen ik heb in mijn formule

    #2885 Reageer
    Jan-Hein
    Gast

    Beste Bart,

    Je antwoord is het aantal koolstofatomen wat je totaal hebt. Eigenlijk geef je hetzelfde antwoord ook met je 0.0200 mol. Dat is ook een aantal deeltjes en ziet er een stuk overzichtelijker uit. Lees mol eens als een paar (2), een kwartet (4) of dozijn (12) deeltjes. Mol is ook een aantal (6.022*10^23).

    Je weet dat je nu 0.02 mol koolstof hebt. Reken nu hetzelfde uit voor waterstof en zuurstof.
    Als je dat gedaan hebt kun je met deze verhouding (mol C : mol O : mol H) een molecuul vormen.

    Met vriendelijke groet,
    Jan-Hein

    #2886 Reageer
    Bart
    Gast

    ik snap het maar waarom juist C/O ?

    #2887 Reageer
    Jan-Hein
    Gast

    Beste Bart,

    Ik snap je vraag niet.
    Je hebt nu
    – 0.02 mol C
    – 0.01 mol O
    – 0.0??? mol H

    Hieruit kan twee verschillende moleculen bouwen elk bestaande uit 2x C en 1x O en ???x H
    houdt hierbij rekening met hoeveel bindingen elk atoom kan maken.

    Groet,
    Jan-Hein

    #2888 Reageer
    bart
    Gast

    Ik bedoelde waarom de verhouding mol C: mol O:mol H

    #2890 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste Bart,

    Stel je hebt de formule van ethaanzuur: C2H4O.
    In dat geval is de de (mol)verhouding tussen de atoomsoorten C,H en O
    C:H:O=2:4:1
    In ethaanzuur komen 2 atomen C, 4 atomen H en 1 atoom O voor.
    in 1 mol ethaanzuur bevat 1 mol C, 4 mol H en 1 mol O
    Als je de molverhouding hebt, heb je dus ook de verhouding tussen de atomen.

    Jouw probleem:
    240,2 mg C = 0,240 g C = 0,240 /12,01 = 0,020 mol C
    159,9 mg O = 0,1599 g O = 0,1599/16,00 = 0,010 mol O
    60,50 mg H = 0,06050 g H =0,06050/1,008 = 0,060 mol H
    C:H:O = 0,020 mol : 0,010 mol : 0,060 mol
    = 2 : 1 : 6

    Is dit zo duidelijk?

    Docent Dick

10 berichten aan het bekijken - 1 tot 10 (van in totaal 10)
Reageer op: aantal atomen
Mijn informatie:



vraagbaak icoon Achterhalen stof met zuur-base reactie / redoxreactie
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Achterhalen stof met zuur-base reactie / redoxreactie
Dit practicum is onderdeel van de voorbereiding voor het praktisch schoolonderzoek. Opdracht Je krigt drie onbekende vaste stoffen: X, Y en Z. Achterhaal welke stoffen dit zijn. Dat mag alleen met behulp van zuur-base reacties of redoxreacties. Verder mag je je conclusies ook baseren op oplosbaarheid of kleur en voor het onderscheiden van natrium- en […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Reactie aan Anode en kathode
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Reactie aan Anode en kathode
Ik kom niet uit de volgende vraag: Een oplossing van vitamine C en KI wordt geëlekttrolyseerd. Hierbij wordt aan de anode jood gevormd. Zolang er ascorbinezuur in de oplossing aanwezig is, reageert deze meteen met ascorbinezuur dat daarbij geoxideerd wordt tot dehydroxy-ascorbinezuur. Ik snap niet welke reactie aan de anode plaats vindt en welke aan […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Analysetechnieken (spectroscopie)
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Analysetechnieken (spectroscopie)
Beste meneer, Ik heb een vraagje over een absorptiespectrum van koperionen, maar ik moet dan wel een foto van het spectrum kunnen toevoegen denk ik. Kan dat?   gr Meike
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Het gaat over berekenen van massa
Scheikunde | Havo | 3
Vraag
Het gaat over berekenen van massa
De massa van een munt van 20 eurocent is 5.74g. Bereken hoeveel kg munten van 20 eurocent gemaakt kan worden van 1350 kg zink
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Het gaat over berekenen van massa
Scheikunde | Havo | 3
Vraag
Het gaat over berekenen van massa
De massa van een munt van 20 eurocent is 5.74g. Bereken hoeveel kg munten van 20 eurocent gemaakt kan worden van 1350 kg zink
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Formele ladingen bij grensstructuren
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Formele ladingen bij grensstructuren
C=O, bij deze binding krijgt het O-atoom nog twee niet-bindende elektronen paren, maar zodra je dit molecuul hebt: C=O-H, dan krijgt het O-atoom maar een niet-bindend elektronenpaar en is de formele lading +, maar hoe weet je dat je niet alsnog twee niet-bindende elektronenparen mag gebruiken en dat dan de formele lading - wordt? Is […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur-base: deeltjes (in dit geval aminozuren) in basische en zure milieus
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
zuur-base: deeltjes (in dit geval aminozuren) in basische en zure milieus
Goedemorgen, Toen ik zojuist ging oefenen met zuren en basen voor het examen scheikunde, kwam er een vraag voorbij waarvan ik het antwoord niet goed snapte. Namelijk: a. Geef de structuurformule van alanine in basisch milieu. Zie binas 67H1/ScienceData 13.7. b. Geef de structuurformule van leucine in zuur milieu. Zie binas 67H1/SciendeData 13.7. In het […]
Bekijk vraag & antwoord
studiehulp icoon Speelgoedauto
NaSk2 | Vmbo | 4
Eindexamen
Speelgoedauto
Vragen 1 t/m 6 uit eindexamen NaSk2 - gl-tl - 2022 - tijdvak 2
Lees meer
studiehulp icoon Koper uit malachiet
NaSk2 | Vmbo | 4
Eindexamen
Koper uit malachiet
Vragen 7 t/m 13 uit eindexamen NaSk2 - gl-tl - 2022 - tijdvak 2
Lees meer
studiehulp icoon Flashpapier
NaSk2 | Vmbo | 4
Eindexamen
Flashpapier
Vragen 14 t/m 22 uit eindexamen NaSk2 - gl-tl - 2022 - tijdvak 2
Lees meer

Inloggen voor experts