Indirecte titratie
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

Indirecte titratie

4 berichten aan het bekijken - 1 tot 4 (van in totaal 4)
  • Auteur
    Berichten
  • #2703 Reageer
    Randy
    Gast

    Dag,
    ik heb voor een PO de volgende opdracht gekregen :
    Leidingwater bevat onder andere waterstofcarbonaationen (HCO3-).
    Je gaat van leidingwater het gehalte aan waterstofcarbonaationen (in gram per liter) zo nauwkeurig
    mogelijk bepalen door middel van een indirecte titratie.
    Bij de bepaling ga je achtereenvolgens:
    – aan een afgemeten hoeveelheid leidingwater een bekende overmaat zoutzuur
    toevoegen en de aldus ontstane oplossing koken;
    – de overgebleven hoeveelheid zuur titreren met natronloog.

    Nu heb ik volgends deze gekregen werkwijze de proef gedaan
    Meet in de maatkolf 100,0 ml leidingwater af en breng deze 100,0 ml in een
    erlenmeyer van 250 ml.
    • Pipetteer bij het leidingwater in de erlenmeyer 25,00 ml 0,05000 M zoutzuur.
    Voeg vervolgens aan de inhoud van de erlenmeyer enkele kooksteentjes toe en
    kook de inhoud gedurende ongeveer twee minuten.
    • Laat de erlenmeyer afkoelen totdat je hem beet kunt pakken. Voeg dan enkele
    druppels methylroodoplossing toe.
    • Titreer de inhoud van de erlenmeyer met 0,1000 M natronloog.
    • Voer deze titratie in triplo uit.

    Bij de titratie heb ik 11,7 ml NaOh moeten gebruiken tot de kleuromslag plaatsvond

    Hoe kan ik in dit geval berekenen hoeveel gram waterstofcarbonaationen er in een liter leidingwater zitten ?
    En hoe kan ik berekenen hoe groot de overmaat HCl is?

    Alvast bedankt!

    #2704 Reageer

    Hoi Randy,

    Bedankt voor je vragen en het lijkt me uitdagend en interessant PO dat je uitvoert.

    Het belangrijkste bij een indirecte titratie is dat je rekening houdt met wat weg reageert . In dit geval wil je meten hoeveel waterstofcarbonaationen er in het leidingwater zit, maar dat kan je niet direct meten door middel van een normale titratie. Dus wat er gedaan wordt, is een tussenstof toevoegen – zoutzuur – die een reactie aangaat met de waterstofcarbonaationen.

    De situatie is dus: een deel van het zoutzuur zal reageren met de waterstofcarbonaationen en dit zal leiden tot H2O en CO2, twee producten die niet te meten zijn tijdens deze titratie. Het overgebleven deel van het zoutzuur zal reageren met natronloog. Doordat je een methylroodoplossing toevoegt, weet je wanneer het omslagpunt is bereikt en al het zoutzuur heeft gereageerd. De hoeveelheid natronloog dat hiervoor nodig is, heb je zelf bepaald: 11.7 mL 0.1 M NaOH.

    Ik behandel eerst jouw tweede vraag : je weet hoeveel zoutzuur je hebt toegevoegd (25 mL 0,05 M) en je weet hoeveel ermee heeft gereageerd met natronloog, namelijk 11.7 mL 0.1000 M natronloog (beide moet je even omrekenen naar # mol). Hierdoor weet je dus ook de overmaat zoutzuur want de hoeveelheid zoutzuur die met natronloog heeft gereageerd, is de hoeveelheid die overgebleven is nadat de alle waterstofcarbonaationen hebben gereageerd met het zuur. Zover ik weet zou een antwoord in # mol zoutzuur voldoende moeten zijn, maar dat weet ik niet zeker.

    Vervolgens kan de eerste vraag beantwoord worden: nu je weet hoeveel zoutzuur was overgebleven (in mol), kan je ook bepalen hoeveel zoutzuur gereageerd heeft met de waterstofcarbonaationen, namelijk de totale toegevoegde hoeveelheid zoutzuur (25 mL 0.05 M = … mol) minus de overgebleven hoeveelheid zoutzuur (… mol). Nu hoef je alleen nog maar de molaire massa van waterstofcarbonaationen op te zoeken/berekenen en dit te vermenigvuldigen met de hoeveelheid zoutzuur dat gereageerd heeft met de HCO3-. Let op dat je wel het antwoord op deze vraag in g/L geeft en niet g/100 mL.

    Ik hoop dat dit heeft geholpen. Een kortere versie van dit stappenplan is te vinden in de laatste alinea van deze site: http://www.daanvanalten.nl/scheikunde/trefwoorden/terugtitratie.html

    Groetjes,

    Siebe

    #2705 Reageer
    Randy
    Gast

    Heel erg bedankt voor u tijd!

    Ik heb ergens een klein foutje gemaakt waardoor ik er al dagen mee vastliep, en nu klopt het helemaal.
    Dus nogmaals bedankt!

    #2706 Reageer

    Graag gedaan en succes nog verder!

4 berichten aan het bekijken - 1 tot 4 (van in totaal 4)
Reageer op: Indirecte titratie
Je informatie:



vraagbaak icoon fasen van stoffen in een reactievergelijking
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
fasen van stoffen in een reactievergelijking
Goedemiddag. Ik ben momenteel bezig met zuur-basereacties. Ik loop alleen ergens tegenaan; hoe weet ik bij het opstellen van zo’n reactie in welke fase zo’n beginstof zich bevindt, kan ik dat in Binas vinden of moet ik dat gewoon weten? Soms schrijf ik (aq) op, maar is het (l), of andersom. Heel af en toe […]
Bekijk vraag & antwoord
studiehulp icoon 10 tips om uitlegvideo’s effectief te gebruiken
Vwo | Havo | Vmbo
Leertip
10 tips om uitlegvideo’s effectief te gebruiken
Haal meer uit het kijken van uitlegvideo's met deze tips.
Bekijk de tip
vraagbaak icoon Zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
Zuren en basen
Hallo, Ik moet bij deze opdracht een reactievergelijking opstellen, maar ik snap het niet helemaal. Ik moet de reactievergelijking geven als bariumoxide en verdund azijnzuur bij elkaar worden gevoegd. Ik dacht dat het antwoord CH3COOH (aq) + BaO (aq) -> Ba 2+ (aq) + CH3COO-. Het antwoord moest BaO + 2CH3COOH -> Ba2+ + H2O […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon azijnzuur en zuur-base
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
azijnzuur en zuur-base
Hallo, Bij een reactievergelijking van een zuur-base reactie moet ik de scheikundige naam weten van azijnzuur. Volgens Binas is dit ethaanzuur. Ethaan is C2H6 en zuur is H3O+, maar het antwoordenboekje geeft CH3COOH aan. Is dit een zuur waarvan je de naam gewoon uit je hoofd moet leren? Want ik snap de naamgeving niet helemaal. […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Uitleg vraag 22 van scheikunde examen 2023 eerste tijdvak.
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Uitleg vraag 22 van scheikunde examen 2023 eerste tijdvak.
Hoi, ik begrijp vraag 22 niet helemaal, in het correctievoorschrift staat dat er 4 atoombindingen zijn, zou u aub willen uitleggen hoe ze daarop komen? Alvast bedankt!
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Zuur-Base en redox
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-Base en redox
Hallo, Ik heb binnenkort een toets over zuur-base en redoxreacties. Wij krijgen dan twee stoffen en dan moeten wij zelf bepalen of het een redox of ZuBa reactie is. Ik heb echter geen idee hoe dit moet. Kan iemand helpen? Dit zijn een aantal voorbeelden van de oefenvragen: 1. Zink + zoutzuur 2. zinknitraatoplossing + […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Halfreacties
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Halfreacties
Hoi hoi, ik heb een vraagje. Als ik een totaal vergelijking moet opstellen van een redoxreactie, kan het dan zijn dat een halfreactie wel in de binas staat en de ander niet? Of is het altijd zo dat ze er of allebei wel in staan of allebei niet? Dankjewel alvast.  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
Zuren en basen
Hallo, Ik snap niet helemaal hoe je nu precies een reactie vergelijking moet opstellen voor een zuur en base reactie. bijvoorbeeld bij een opdracht moet ik de juiste notatie van de oplossing HCIO2 noteren. Ik dacht dat dat dan CIO2- (aq) + H3O+ was. Maar volgens het antwoordenboekje is het alleen HCIO2. Maar HCIO2 is […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon hydrofiel of hydrofoob?
Scheikunde | Mbo 2 | 1
Vraag
hydrofiel of hydrofoob?
Beste, Hormonen die derivaten zijn van aminozuren, zijn die hydrofiel en hydrofoob? En de peptidehormonen zijn die hydrofiel of hydrofoob? groetjes Lore
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Buffer rekenen vwo 2021-1 vraag 15
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Buffer rekenen vwo 2021-1 vraag 15
Hallo, ik heb morgen examen en nog 1 vraagje. bij examen vwo 2021-1 vraag 15 stellen ze een BOE tabel op, maar hoezo moet je opeens al die concentraties invullen? Ik heb altijd gewoon de stoffen en dan bijv 0,100-x, concentratie h3o+ is c en de laatste stof is ook x, waaruit dan x2/0,100=KZ uitkomt, […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts