Moleculaire stoffen mengen
Over de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

Moleculaire stoffen mengen

6 berichten aan het bekijken - 16 tot 21 (van in totaal 21)
  • Auteur
    Berichten
  • #2088 Reageer
    Tim
    Gast

    Moleculaire stoffen mengen
    Oplossen
    Sommige stoffen zijn zowel polair als apolair in dit geval moet je kijken welk deel overheerst.
    Polaire stoffen lossen goed op in polaire oplosmiddelen
    Apolaire stoffen lossen goed op in apolaire oplosmiddelen

    Oplossen in water:
    Stof moet h-bruggen kunnen vormen of ontvangen
    Stof moet polair zijn

    Polair molecuul – Polaire atoombindingen Ladings verschil als geheel molecuul – Dipool
    Apolair – Polaire atoombindingen – Geen ladings verschil als geheel molecuul – Dipool/ geen dipool
    Apolair – Geen Polaire atoombindingen – Geen ladings verschil als geheel molecuul – Geen dipool

    ik had een overzichtje gemaakt volgens mij klopt het nu, alleen een vraag hierover hoe zit het met waterstofbruggen vormen en ontvangen dit is toch gewoon een hele sterke aantrekkingskracht van een negatief geladen deel en een positief geladen deel?

    #2089 Reageer
    Tim
    Gast

    en ook nog een vraagje over de dipool 🙂 , is bv:

    h-o-c-c-c-c-c-c-c-c-c-o-h

    ook een dipool, omdat ze elkaar opheffen.

    #2090 Reageer
    C3 JongerenCommunicatie
    Sleutelbeheerder

    Hoi Tim,
    Twee opmerkingen: allereerst over je eerste reactie van vanavond:
    Oplossen in water: Het is niet VERPLICHT voor een stof om een H-brug te kunnen vormen om oplosbaar in water te zijn. Een dipool (zonder H-brugvorming) lost ook op. Dus let op met jouw woordje “moet”. Als een stof H-bruggen KAN vormen, lost het wel veel beter op en sneller op in water.
    Ik zou zeggen:
    Oplosbaar in water:
    De stof moet polaire bindingen bevatten EN een dipool molecuul zijn.
    Als de stof ook nog H-bruggen kan vormen met water lost het nog veel beter op.

    Tweede opmerking over jouw nonaan-1,9-diol tekening. In 3D vorm is dit molecuul niet zo kaarsrecht. Dus de ladingsverdeling van beide O-H groepen heffen elkaar helemaal niet op. Dus ja, dit molecuul heeft aan beide kanten een delta- en een delta+ kant bij de O-H groep. dus in die definitie is het nog steeds een dipool molecuul.

    #2092 Reageer
    Tim
    Gast

    zo?

    Oplossen in water:
    Stof moet polair zijn (het kan ook een molecuul zijn met een groot apolair deel maar (in geval van kan vormen/ontvangen) de kracht van de waterstof brug kan ervoor zorgen dat het toch mengt)

    en stel het molecuul zou wel recht zijn is het dan een dipool of toch niet?

    #2098 Reageer
    C3 JongerenCommunicatie
    Sleutelbeheerder

    Hoi Tim,
    Sorry dat jouw laatste vraag aan onze aandacht is ontsnapt.
    Moleculen zijn in 3D zelden tot nooit ‘kaarsrecht’ dus jouw vraag wordt een hypothetische vraag en daarom lastig en scheikundig niet juist te beantwoorden.
    Het ‘elkaar opheffen’ van twee polaire bindingen vindt over het algemeen alleen plaats in kleine moleculen waarbij de twee polaire bindingen redelijk dicht bij elkaar in het molecuul zitten. Als de polaire bindingen en dipool kanten van het molecuul zo ver uit elkaar zitten als bij jouw ’theoretische kaarsrechte’ nonaandiol dan zullen de dipool bindingen volgens mij weinig effect van elkaar voelen en dus nog steeds als dipool een interactie aangaan met water. Wiskundig gezien heffen de dipool kanten van een ’theoretisch kaarsrecht’ nonaandiol elkaar wel op. Maar hoe je dat noemt bij een niet-bestaand kaarsrecht molecuul (dipool of apolair molecuul) kan ik niet zeggen.
    Hopelijk heb je toch een beter begrip over het mengen van stoffen gekregen en waar je naar moet kijken voor het bepalen van (a)polaire bindingen en dipool of niet.

    #2099 Reageer
    mui
    Gast

    Dag Tim

    Om een stof goed op te op te kunnen lossen in water moeten de moleculen van die stof voldoende waterstofbruggen met watermoleculen kunnen vormen. Dit houdt voor grotere moleculen in dat er per molecuul meerdere polaire groepen moeten zijn die waterstofbruggen met watermoleculen kunnen vormen.
    Voorbeeld: butaan-1-ol (een vloeibare stof) mengt niet in alle verhoudingen met water. Daarvoor is de oplosbaarheid te klein. Dit komt omdat de apolaire C-keten in het molecuul geen waterstofbruggen met watermoleculen kan vormen. Alleen de polaire OH-groep kan waterstofbruggen met watermoleculen vormen. Het komt er dan op neer dat er in water (bij het oplossen) teveel bestaande waterstofbruggen tussen de watermoleculen verbroken moeten worden ten opzichte van de waterstofbruggen die tussen butaan-1-olmoleculen en watermoleculen teruggevormd kunnen worden.
    Butaan1,4-diol is wel goed oplosbaar in water. De C-kerten is even lang als bij btaan-1-olmoleculen, maar er zijn nu twee OH-groepen die waterstofbruggen met watermoleculen kunnen vormen. Per molecuul kunnen dus meer H-bruggen gevormd dan bij butaan-1-ol. Daardoor is de oplosbaarheid van butaan1,4-diol aanzienlijk groter dan van butaan-1-ol (in water)

    Het tweede deel van je vraag:
    In plaats van redchte moleculen spreken we meestal over lineaire molecule.
    Kleine moleculen kunnen zowel; lineair als gehoekt (of zelfs ruimtelijk) van vorm zijn.
    Kleine lineaire moleculen kunnen “leiden” tot apolaire stoffen. Het bekende voorbeeld is CO2. De polaire C=O bindingen in het molecuul leiden niet tot een dipoolmolecuul vanwege de symmetrische bouw van het molecuul. Omdat de moleculen van CO2 geen dipoolmoleculen zijn, is CO2 een apolaire stof.
    HCN-moleculen zijn ook lineair van vorm. In dit molecuul ontbreekt de symmetrie. Door de polaire CN binding is het molecuul van HCN dus een dipoolmolecuul en is HCN dus een polaire stof.
    Let wel: Er zijn ook drieatomige moleculen die niet lineair van vorm zijn. Een bekend voorbeeld is het watermolecuul. Door de gehoekte vorm van dit molecuul is het molecuul (ondanks twee gelijkwaardige O-H bindingen) toch een dipoolmolecuul en water dus een polaire stof.

    Bij grotere moeculen komt de lineaire vorm weinig voor. een voorbeeld dat ik kan bedenken is een koolwaterstof met in de C-keten van het molecuul afwisselend drievoudige en enkelvoudige bindingen. Om dat er in het molekuul uitsluitend apolaire bindingen zijn, is het geen diopolmolecuul en is zo’n stof dus apolair.

    Ik hoop dat dit antwoord je verder helpt.
    Zo niet, laat het me weten

    Groet
    MUI

6 berichten aan het bekijken - 16 tot 21 (van in totaal 21)
Reageer op: Reactie #2098 in Moleculaire stoffen mengen
Je informatie:



vraagbaak icoon Redoxreactie
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Redoxreactie
Hallo, vij het scheikunde examen 2015-1 vwo vraag 3 staat dat de deeltjes zich reageren met HNO3 en dat salpeterigzuur ook nog vrijkomt. Vervolgens zetten ze deze deeltjes niet in de reactie. Hoezo is dat? Ik had dat wel gedaan want ze stonden tenslotte in de vraag. Bij vraag 4 is het hetzelfde, ze zetten […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Evenwichtsvoorwaarde
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Evenwichtsvoorwaarde
Goedemorgen, ik heb een vraag over het 2021 tijdvak 1 scheikunde vwo examen. De toets lukte redelijk goed tot en met vraag 8 waar ik na 15 minuten overdenken toch vastliep. Toen ik het antwoord bekeek, raakte ik nog meer verward. Ze zeggen namelijk in het antwoord dat ook al is 1 stof vloeibaar en […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Kan chloorgas de geleiding van elektriciteit belemmeren?
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Kan chloorgas de geleiding van elektriciteit belemmeren?
Voor een onderzoek kijken wij naar de geleiding van zoutwater. Nu ontstond er bij ons experiment chloorgas, omdat er een reactie ontstond toen we er een stroom doorheen lieten gaan. Bij een temperatuur van 80 graden en een hoeveelheid van 40 gram zout in 200 ml water, ging de spanning ineens van 9,4 volt naar […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon water in zuur-basereacties
Scheikunde | Wo | 1
Vraag
water in zuur-basereacties
Hoi! Ik heb een vraagje over zuurbasereacties. Hoe weet je of water aan het begin van de reactie reageert, of dat OH- of H3O+ aan het begin van de reactie reageert. In de beginstoffen staat namelijk nooit specifiek H2O of OH- of H30+....   Alvast  bedankt voor het reageren!
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Examen 2018-1 vwo
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Examen 2018-1 vwo
Hallo, ik ben eindexamen leerling en heb het scheikunde examen vwo 2018-1 gemaakt, en aan de hand daarvan wat vragen. vraag 1: ik heb hier gewoon opgeschreven dat het aantal atomen gelijk is, niet dat het er 6 zijn. Krijg ik hiervoor helemaal geen punten? vraag 6: bij uitgangspunt 2 heb ik gezegd dat bij […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Joodadditiegetal
Scheikunde | Mbo 3 | 6
Vraag
Joodadditiegetal
– Hoe bepaal je de hoeveelheid gram onverzadigd vet doormiddel van het joodgetal? (Formule) – is er een formule voor de bepaling van het joodgetal doormiddel van titratie van KI-oplossing? antwoord alstublieft niet met een site want ik heb al heel ver gezocht maar vond niets. Ik hoop dat u mij kunt helpen door een […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Joodgetal
Scheikunde | Mbo 3 | 6
Vraag
Joodgetal
– Hoe bepaal je de hoeveelheid gram onverzadigd vet doormiddel van het joodgetal? – Wat kan je concluderen uit de grootte van een joodgetal? – is er een formule voor de bepaling van het joodgetal doormiddel van titratie van KI-oplossing?  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon eiwit
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
eiwit
ik ben een eindproject aan het doen en ik moet hierbij de eiwitgehalte bepalen van gedroogde meelwormen. Mijn vraag is of dat ik gedroogde meelwormen (in de vorm van poeder) kan gebruiken bij Kjeldahl-methode. (de eiwitgehalte bepalen gaat na vetextractie gebeuren)
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon eiwitgehalte bepalen met Kjeldahl-methode
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
eiwitgehalte bepalen met Kjeldahl-methode
beste meneer/ mevrouw ik ben een eindproject aan het doen en ik moet hierbij de eiwitgehalte bepalen van gedroogde meelwormen. Mijn vraag is of dat ik gedroogde meelwormen (in de vorm van poeder) kan gebruiken bij Kjeldahl-methode. (de eiwitgehalte bepalen gaat na vetextractie gebeuren) alvast bedankt
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon pH
Scheikunde | Havo | 5
Vraag
pH
Een regenton is gevuld met 200 liter water, waarvan de pH 5,5 is. Je moet natriumhydroxide korreltjes gebruiken om de pH neutraal te maken (pH 7). Elk korreltje weegt 0,025 gram. Hoeveel korreltjes heb je nodig om het water neutraal te maken?
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts