Rob Hooft

Rob Hooft

Aangemaakte reacties

4 berichten aan het bekijken - 31 tot 34 (van in totaal 34)
  • Auteur
    Berichten
  • In reactie op: Evenwicht en reactiesnelheid #1460
    Rob Hooft
    Expert

    Hoi Eline.

    Prima begrepen. Wel even een waarschuwing dat je de vraag altijd precies moet blijven lezen, want als ze niet vragen om de reactiesnelheid maar graag willen weten of de hoeveelheid product groter wordt als je iets verandert, dan heeft het volume natuurlijk net wél invloed!

    Rob

    In reactie op: Evenwicht en reactiesnelheid #1435
    Rob Hooft
    Expert

    Hoi Eline!

    Hiervoor kun je precies ook het antwoord van Yvette hierboven gebruiken!

    Er worden vijf dingen gegeven die je kunt veranderen. En als je deze vraag wilt beantwoorden moet je die 5 dingen natuurlijk onafhankelijk maken! Je mag maar 1 ding tegelijk veranderen, anders kun je niet weten waar het echt door komt dat de reactiesnelheid verandert.

    Dus als je om te kijken of het volume invloed heeft op de snelheid waarmee de gassen reageren mag je dat niet doen door de gassen samen te persen: dan gaat de reactiesnelheid inderdaad omhoog, maar ja dat is al te verklaren doordat de druk omhoog gaat. Dus je moet als je het volume wilt verkleinen ook de hoeveelheid gassen met dezelfde factor verkleinen, zodat de druk hetzelfde blijft. Preciezer moet je dus iets verzinnen wat de druk, de temperatuur, en de aanwezigheid van een katalysator niet verandert. Want als een van die drie verandert, dan weet je al dat de reactiesnelheid verandert, en dan weet je dus niet zeker of dat echt door het veranderen van het volume komt.

    En eigenlijk wil je liefst ook dat de grootte van de reactor niet verandert. Mijn hoofd is nu even aan het puzzelen hoe je het volume verandert zonder de grootte van de reactor te veranderen, maar dat kun je misschien beter aan mij uitleggen…. misschien staat er een tekeningetje bij?

    Is het nu duidelijker?

    Rob

    In reactie op: Oplossingen, suspensies en emulsies #1326
    Rob Hooft
    Expert

    Hoi Sanne!

    Ergens zal vast in de boeken staan dat stoffen die op elkaar lijken goed in elkaar oplossen.

    De oplossing zit hem er dus in dat je “twee hydrofiele stoffen” met elkaar gaat mengen. Die lijken op elkaar! En nu kun je het antwoord dus zelf verzinnen?

    In een oplossing zitten de moleculen van verschillende stoffen echt helemaal kris kras door elkaar. Dat gaat het beste als ze elkaar niet “in de weg” zitten: dus bijvoorbeeld twee hydrofiele stoffen. Of juist twee hydrofobe stoffen. Stoffen die op elkaar lijken zitten net zo lief door elkaar heen als apart. Een oplossing is net zo doorzichtig als water (maar kan wel een kleurtje hebben).

    Als je een hydrofiele en een hydrofobe vloeistof probeert te mengen dan lukt dat niet zomaar, en blijven moleculen van dezelfde stof liever bij elkaar zitten. Dan krijg je druppeltjes van de ene stof in de andere stof, en dat heet een…. emulsie. Meestal komen die druppeltjes dan ook langzamerhand weer bij elkaar en worden het steeds minder steeds grotere druppels, totdat de twee stoffen weer helemaal gescheiden zijn. Als je heel hard schudt kun je vaak wel zulke kleine druppeltjes maken dat je die misschien met het blote oog niet meer los kunt zien, en dan duurt het best lang voor ze weer bij elkaar komen. Maar door die druppeltjes kun je, zelfs als ze heel klein zijn, niet door de vloeistof heen kijken.

    Een suspensie is meestal een vaste stof die niet oplost en niet als “druppeltjes” maar als “korreltjes” een tijdje blijft zweven. Ook dan kun je er niet doorheen kijken.

    Nu duidelijker?

    Rob

    • Deze reactie is gewijzigd 1 jaar, 11 maanden geleden door Rob Hooft.
    In reactie op: Polariteit #1279
    Rob Hooft
    Expert

    Hoi Sabine,

    Daarvoor moet je 2 dingen op volgorde bekijken:

    Eerst moet je kijken of er polaire bindingen in het molecuul zitten. Polaire bindingen zijn bindingen tussen 2 verschillende atomen waarvan de een veel liever de elektronen dichtbij zich heeft dan de andere. Bijvoorbeeld bij een C-O binding heeft de O veel liever de elektronen bij zich dan de C. Ook N en F zijn zoals dat heet behoorlijk “elektronegatief”. Een molecuul kan alleen polair zijn als er dit soort bindingen in zitten. Als er alleen maar niet-polaire bindingen inzitten dan is het molecuul niet polair.

    De tweede stap is moeilijker: In een molecuul met polaire bindingen zijn er soms meerdere van dezelfde polaire bindingen. Het kan zo zijn dat die elkaars polariteit precies opheffen! Een voorbeeld is CO2, waarbij de twee C=O bindingen precies in tegengestelde richting liggen. Als je de polariteiten van die twee bindingen samen bekijkt is het hele molecuul toch niet polair. Een ander voorbeeld, NH3 (ammoniak) heeft 3 polaire N-H bindingen, en die liggen *niet* precies tegenover elkaar doordat NH3 een “paraplu-vorm” heeft. En dus is NH3 *wel* polair. Algemeen: als niet alle polaire bindingen elkaar precies opheffen, dan is ook het hele molecuul polair.

    Is het zo duidelijk?

    Rob

4 berichten aan het bekijken - 31 tot 34 (van in totaal 34)

Inloggen voor experts