Practicum p
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

Practicum p

4 berichten aan het bekijken - 1 tot 4 (van in totaal 4)
  • Auteur
    Berichten
  • #2461 Reageer
    Babette
    Gast

    Achtergrond:
    Citroenzuur wordt wereldwijd op grote schaal toegevoegd aan frisdranken. Aan de hand van een terugtitratie met zoutzuur wordt het gehalte citroenzuur (in g/100 mL) in Bar-le-Duc Citron bepaald. Volgens de fabrikant bevat Bar-le-Duc Citron 2,5 – 3,0 g citroenzuur per 100 mL.

    Benodigdheden (excl. glaswerk):
    –     Bar-le-Duc Citron
    –     natronloog (4,000 g NaOH per L)
    –     zoutzuur (0,0983 mol HCl per L)
    –     broomthymolblauw (indicator)

    Werkwijze:
    –     Ontgas Bar-le-Duc Citron voorafgaand aan de bepaling
    –     Breng 10,00 mL hiervan over in een erlenmeyer
    –     Voeg hieraan 50,00 mL natronloog toe
    –     Voeg ca. 10 druppels broomthymolblauw toe; de oplossing kleurt blauw
    –     Lees de beginstand van de buret af
    –     Titreer de verkregen oplossing met zoutzuur (onder continu roeren met een magneetroerder) totdat de oplossing groen kleurt
    –     Lees de eindstand van de buret af

    Meetresultaten:
    Beginstand buret:       8,10 mL
    Eindstand buret:       14,68 mL

    Opgaven:
    1.                  Geef de structuurformule van citroenzuur. (1p)
    2.                  Met welke reden wordt citroenzuur voor de consument aan frisdrank toegevoegd? (1p)
    3.                  Welk gas wordt met het ontgassen uit de frisdrank verwijderd? (1p)
    4.                  Bereken [OH–] van de gebruikte natronloog. (2p)
    5.                  De chemische hoeveelheid OH–-ionen die in 50,00 mL natronloog aanwezig is, is de totaal toegevoegde hoeveelheid OH–-ionen, oftewel n(OH–)totaal. Bereken deze chemische hoeveelheid OH–-ionen. (1p)
    6.                  Wanneer HCl in water wordt gebracht, gaat HCl ioniseren. Bereken aan de hand van de reactievergelijking de [H+] van het gebruikte zoutzuur. (2p)

    Citroenzuur is een 3-waardig zwak zuur. Bij de reactie met natronloog zal een citroenzuurmolecuul dus 3 H+-ionen afstaan.

    7.                  Geef de reactievergelijking die optreedt bij het toevoegen van natronloog aan de ontgaste frisdrank. (2p)

    Bij deze indirecte titratie is door het toevoegen van 50,00 mL natronloog aan 10,00 mL Bar-le-Duc Citron een overmaat aan OH–-ionen toegevoegd. Dat betekent dat de aanwezige citroenzuurmoleculen met een deel van de OH–-ionen hebben gereageerd. De chemische hoeveelheid OH–-ionen (in mol) die na de reactie met de citroenzuurmoleculen is overgebleven, wordt bij deze indirecte titratie met zoutzuur bepaald. Deze wordt verderop in de tekst aangeduid als n(OH–)overgebleven .

    8.                  Geef de reactievergelijking die optreedt tijdens het titreren. (2p)
    9.                  Geef aan waarom broomthymolblauw een geschikte indicator is voor deze bepaling. (2p)
    10.               Bereken het volume zoutzuur dat tijdens de titratie is gebruikt. (1p)
    11.               Bereken hoeveel mol H+-ionen er is toegevoegd vanuit de buret in de erlenmeyer. (1p)

    Uit de hierboven berekende hoeveelheid H+-ionen kan n(OH–)overgebleven worden berekend.

    12.               Bereken n(OH–)overgebleven. (2p)
    13.               Hoeveel mol OH–-ionen heeft WEL gereageerd met de in de 10,00 mL Bar-le-Duc Citron aanwezige chemische hoeveelheid citroenzuur? (2p)
    14.               Bereken het gehalte citroenzuur in gram per 100 mL van de gebruikte Bar-le-Duc Citron. (3p)

    #2462 Reageer

    Hallo Babette,

    Je stuurt een zeer uitgebreide opdracht naar de Vraagbaak. Heb je hier een vraag over? Wij willen je natuurlijk graag helpen, maar dan moet je wel aangeven waar het probleem zit. Ik verwacht 1 of meer vragen van je. Die zal ik beantwoorden.

    Succes en groet,

    Jan Wim Peters

    #2463 Reageer
    Babette
    Gast

    Ik snap vraag 12, 13 en 14 niet. Heeft u een hint of een plan van aanpak hoe ik deze aan moet pakken

    Bereken n(OH–)overgebleven. (2p)

    Hoeveel mol OH–-ionen heeft WEL gereageerd met de in de 10,00 mL Bar-le-Duc Citron aanwezige chemische hoeveelheid citroenzuur?

    Bereken het gehalte citroenzuur in gram per 100 mL van de gebruikte Bar-le-Duc Citron.

    #2464 Reageer

    Dag Babette,

    Vraag 12. is eigenlijk geen berekening. Bij de titratie kijk je hoeveel OH- is overgebleven. Maar je weet de reactieverhouding van H+ en OH- en hoeveel mol H+ bij de titratie reageert(vraag 11).
    Vraag 13. Bij vraag 5. heb je uitgerekend hoeveel OH- er EERST was. Bij vraag 12. hoeveel mol OH- OVER is. Dan is het antwoord duidelijk, toch?
    Vraag 14. Bij vraag 7. moet je de vergelijking opschrijven van de reactie tussen citroenzuur en OH-.
    Hieruit haal je de reactieverhouding/molverhouding.
    Dan bereken je met antwoord 13. hoeveel mol citroenzuur heeft gereageerd. Als je dit omrekent naar gram en rekening houdt met het volume van de gebruikte oplossing(Bar-le-Duc Citron) kom je op het antwoord in gram per 100 mL.

    Ik vind dit een lastige vraag voor HAVO leerlingen. Maar hij is opgedeeld in kleinere stapjes, dus je komt er wel uit. Als je een vervolgvraag hebt, stel hem maar.

    Succes en groet,

    Jan Wim Peters

4 berichten aan het bekijken - 1 tot 4 (van in totaal 4)
Reageer op: Reactie #2463 in Practicum p
Je informatie:



vraagbaak icoon redoxreactie
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
redoxreactie
Hallo, ik snap bij de oefentoets deze vraag niet helemaal. Ik moet de reactie opstellen van Natriumjodide-oplossing en een aangezuurde kaliumdichromaat-oplossing. Dit is het antwoord: OX: Cr2O72- + 14 H+ + 6 e– → 2 Cr3+ + 7 H2O RED: 2 I– → I2 + 2 e– TOTAAL: Cr2O72- + 14 H+ + 6 I– […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon meerwaardig zuur
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
meerwaardig zuur
zwavelzuur is een sterk zuur, en kan 2 H+ afstaan fosforzuur is een zwak zuur, en kan in principe 3 H+ afstaan, alleen het is een zwak zuur dus het kan niet alle 3 H+ afstaan toch of wel? mijn vraag is dus kan fosforzuur, ondanks dat het een zwakke zuur alle 3 H+ afstaan of maar 1?, […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon groote proteine poeder
Scheikunde | Havo | 5
Vraag
groote proteine poeder
Beste scheikundige, Voor mijn profielwerkstuk ben ik bezig met het maken van eiwitpoeder uit koemelk. In mijn proces scheid ik de caseïne van de wei (whey) met behulp van microbieel stremsel. Mijn doel is om de overgebleven wei zo ver te zuiveren dat ik alleen hoogwaardige eiwitten overhoud. Het stappenplan dat ik op dit moment […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Newman projections
Scheikunde | Wo | 1
Vraag
Newman projections
Hoi, Waarom is de 3e Newman projectie juist?  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur en base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
zuur en base
Hallo, ik snap volgende reactie ook niet: een overmaat van een oplossing van mierenzuur reageert met vast calciumcarbonaat. het antwoord is: 2 HCOOH + CaCO3 -> H2O + CO2 + 2 HCOO-  Ik snap niet hoe het kan dat er links wel Ca staat, maar rechts niet. ik had zelf namelijk 2 HCOOH + CaCO3 […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Zuur-base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-base
Hallo, Bij een opdracht moet ik de volgende reactievergelijking opstellen: een oplossing van zwavelzuur reageert met een overmaat van natronloog. Ik had: H2SO4 + 2OH- -> SO42- + 2 H3O+ Echter moest het volgens het antwoord zijn: HSO4- + H3O+ + 2OH- -> 3 H2O + SO42- Ik snap niet hoe ze aan HSO4- komen aangezien […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Vervanging van zetmeel door fluorescence dye
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Vervanging van zetmeel door fluorescence dye
Hii, Wij zijn twee V6 leerlingen die bezig zijn met ons PWS. Wij hebben het over de Briggs-Rauscher oscillerende reactie. Wij hebben bij meerdere documenten gelezen dat het zetmeel wat wordt gebruikt om triiodide aan te tonen te vervangen is met een fluorescence dye. Weet iemand hoe dit proces werkt en hoe wij dit moeten […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Kwalitatieve analyse
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Kwalitatieve analyse
Geachte helper, Ik moet een kwalitatieve analyse uitvoeren, waarbij ik moet achterhalen welk van de volgende oplossingen gegeven is: Aantonen welke van de volgende oplossingen: oxaalzuur-oplossing, zwavelzuur-oplossing, natronloog of kalkwater, aanwezig is in de reageerbuis. Nu heb ik een tabel gemaakt, met daarin overzichtelijk weergeven wat de stoffen zijn en wat voor functies ze kunnen […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon fotonen
Scheikunde | Havo | 4
Vraag
fotonen
Ik doe een project, waarbij ik moet uitleggen wat fotonen zijn alleen kan ik niks vinden. Hebben jullie toevallig nog links naar goede site’s of zelf uitleg?? Alvast bedankt!
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon fasen van stoffen in een reactievergelijking
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
fasen van stoffen in een reactievergelijking
Goedemiddag. Ik ben momenteel bezig met zuur-basereacties. Ik loop alleen ergens tegenaan; hoe weet ik bij het opstellen van zo’n reactie in welke fase zo’n beginstof zich bevindt, kan ik dat in Binas vinden of moet ik dat gewoon weten? Soms schrijf ik (aq) op, maar is het (l), of andersom. Heel af en toe […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts