titratie
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

titratie

3 berichten aan het bekijken - 1 tot 3 (van in totaal 3)
  • Auteur
    Berichten
  • #1401 Reageer
    Zoë
    Gast

    1. Wat is de concentratie van het zuur/base waarvan je de molariteit bepaald in de oorspronkelijke stof?
    2. Geef de reactievergelijking die bij jouw opgave hoort.
    3. Geef ook de evenwichtsvoorwaarde die bij jouw opgave in de oorspronkelijke oplossing aanwezig is.
    4. Wat zal de pH zijn van de oorspronkelijke oplossing uit jouw opgave? (dit is te berekenen nadat je de gegevens van de titratie hebt verwerkt)
    Vraag: In natuurazijn komt ongeveer 4 m% azijnzuur voor. Om de juiste concentratie te bepalen wordt natuurazijn 10x verdund. Daarna wordt het getitreerd met natronloog en de gebruikte indicator is fenolftaleïnen.
    mL gebruikt van (verdunde) oplossing: 10,00
    Molariteit in buret: 0,958
    Gebruikte hoeveelheid mL uit buret bij 3 titraties. : –> gemiddeld 9,783

    #1402 Reageer
    C3 JongerenCommunicatie
    Sleutelbeheerder

    Hi Zoë,

    Allereerst vroeg ik me af wat je vraag precies is, over welke opgave gaat dit bijvoorbeeld (2)….?

    Maar misschien kun je hiermee al een beetje op weg komen.
    1. Wat is je concentratie precies en wat is molariteit? En hoe zijn deze met elkaar verbonden?
    Molariteit is de hoeveelheid mol van stof X per volume en de concentratie is het aantal mg van stof X per volume.
    Je kan bijvoorbeeld 1 mol suiker in een liter water hebben (molariteit, klinkt redelijk) maar stiekem heb je dan 180 g suiker in je water zitten (concentratie)…….
    Dus kun je nagaan van welke zuur/base je de molariteit hebt bepaald in X en wat dus de concentratie is.

    2&3. Heb je een vraag over de reactievergelijking?
    In de reactievergelijking schrijf je op met welke stoffen je begint in je mengsel en wat er door een reactie ontstaat.
    Sommige stoffen reageren en raken daarna ‘op’, denk bijvoorbeeld aan een reactie waarbij gassen ontstaan.
    Als je dit zou doen in een open beker dan vliegen de gassen weg en je reactie houd dus vanzelf op.
    Maar soms werk je in een gesloten omgeving en verdwijnt je product niet, dan kan het voorkomen dat er een evenwicht optreed.
    Neem bijvoorbeeld A + B –> /<–(dit is een evenwichtspijltje haha) C + D
    De stoffen aan de linker kant van de pijl reageren met elkaar tot C + D, maar C+D kunnen ook terug reageren tot A + B
    Deze video helpt je misschien : https://www.youtube.com/watch?v=2r8hUuUXYo8

    4. Hoe kom je van concentraties en molariteit tot pH?
    Daar helpt deze video je misschien bij: https://www.youtube.com/watch?v=A_N7Es4XhSQ

    Je voegt aan het zuur een base toe om de pH te bepalen, waarom doen we dat? Je voegt X mL base toe aan je zuur en opeens veranderd je oplossing van kleur, wat heeft er dan plaats gevonden?

    Kun je hier mee vooruit?
    Als er nog vragen zijn hoor ik het graag 🙂
    Succes!

    #1404 Reageer

    Mag ik een aanvulling geven?

    1. Je gebruikt een 10 x verdunde azijnzuuroplossing van eerst 4 massa%. Hieruit is ONGEVEER de molariteit van azijnzuur te berekenen.
    2. Je titreert azijnzuur(zwak zuur) met natronloog: vergelijking?
    3 en 4. Azijnzuur is een zwak zuur. Schrijf eerst de vergelijking van het evenwicht, waarbij H3O+ ontstaat, op. Dan de evenwichtsvoorwaarde. Als je de beginmolariteit(ongeveer) weet, kun je de [H3O+] en dus de pH berekenen.
    Voor de PRECIEZE berekening gebruik je de titratiegegevens. 10,00 mL oplossing en 9,783 mL 0,958 M natronloog. Nu bereken je de hoeveelheid azijnzuur in deze 10,00 mL oplossing.
    Komt dit ongeveer overeen met die 4 massa%?
    Stel een aanvullende vraag, als je nu niet verder komt.

    Succes,

    Jan Wim Peters

3 berichten aan het bekijken - 1 tot 3 (van in totaal 3)
Reageer op: titratie
Je informatie:



vraagbaak icoon redoxreactie
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
redoxreactie
Hallo, ik snap bij de oefentoets deze vraag niet helemaal. Ik moet de reactie opstellen van Natriumjodide-oplossing en een aangezuurde kaliumdichromaat-oplossing. Dit is het antwoord: OX: Cr2O72- + 14 H+ + 6 e– → 2 Cr3+ + 7 H2O RED: 2 I– → I2 + 2 e– TOTAAL: Cr2O72- + 14 H+ + 6 I– […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon meerwaardig zuur
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
meerwaardig zuur
zwavelzuur is een sterk zuur, en kan 2 H+ afstaan fosforzuur is een zwak zuur, en kan in principe 3 H+ afstaan, alleen het is een zwak zuur dus het kan niet alle 3 H+ afstaan toch of wel? mijn vraag is dus kan fosforzuur, ondanks dat het een zwakke zuur alle 3 H+ afstaan of maar 1?, […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon groote proteine poeder
Scheikunde | Havo | 5
Vraag
groote proteine poeder
Beste scheikundige, Voor mijn profielwerkstuk ben ik bezig met het maken van eiwitpoeder uit koemelk. In mijn proces scheid ik de caseïne van de wei (whey) met behulp van microbieel stremsel. Mijn doel is om de overgebleven wei zo ver te zuiveren dat ik alleen hoogwaardige eiwitten overhoud. Het stappenplan dat ik op dit moment […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Newman projections
Scheikunde | Wo | 1
Vraag
Newman projections
Hoi, Waarom is de 3e Newman projectie juist?  
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuur en base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
zuur en base
Hallo, ik snap volgende reactie ook niet: een overmaat van een oplossing van mierenzuur reageert met vast calciumcarbonaat. het antwoord is: 2 HCOOH + CaCO3 -> H2O + CO2 + 2 HCOO-  Ik snap niet hoe het kan dat er links wel Ca staat, maar rechts niet. ik had zelf namelijk 2 HCOOH + CaCO3 […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Zuur-base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-base
Hallo, Bij een opdracht moet ik de volgende reactievergelijking opstellen: een oplossing van zwavelzuur reageert met een overmaat van natronloog. Ik had: H2SO4 + 2OH- -> SO42- + 2 H3O+ Echter moest het volgens het antwoord zijn: HSO4- + H3O+ + 2OH- -> 3 H2O + SO42- Ik snap niet hoe ze aan HSO4- komen aangezien […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Vervanging van zetmeel door fluorescence dye
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Vervanging van zetmeel door fluorescence dye
Hii, Wij zijn twee V6 leerlingen die bezig zijn met ons PWS. Wij hebben het over de Briggs-Rauscher oscillerende reactie. Wij hebben bij meerdere documenten gelezen dat het zetmeel wat wordt gebruikt om triiodide aan te tonen te vervangen is met een fluorescence dye. Weet iemand hoe dit proces werkt en hoe wij dit moeten […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Kwalitatieve analyse
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Kwalitatieve analyse
Geachte helper, Ik moet een kwalitatieve analyse uitvoeren, waarbij ik moet achterhalen welk van de volgende oplossingen gegeven is: Aantonen welke van de volgende oplossingen: oxaalzuur-oplossing, zwavelzuur-oplossing, natronloog of kalkwater, aanwezig is in de reageerbuis. Nu heb ik een tabel gemaakt, met daarin overzichtelijk weergeven wat de stoffen zijn en wat voor functies ze kunnen […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon fotonen
Scheikunde | Havo | 4
Vraag
fotonen
Ik doe een project, waarbij ik moet uitleggen wat fotonen zijn alleen kan ik niks vinden. Hebben jullie toevallig nog links naar goede site’s of zelf uitleg?? Alvast bedankt!
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon fasen van stoffen in een reactievergelijking
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
fasen van stoffen in een reactievergelijking
Goedemiddag. Ik ben momenteel bezig met zuur-basereacties. Ik loop alleen ergens tegenaan; hoe weet ik bij het opstellen van zo’n reactie in welke fase zo’n beginstof zich bevindt, kan ik dat in Binas vinden of moet ik dat gewoon weten? Soms schrijf ik (aq) op, maar is het (l), of andersom. Heel af en toe […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts