evenwichtsreacties
Over de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

evenwichtsreacties

6 berichten aan het bekijken - 1 tot 6 (van in totaal 6)
  • Auteur
    Berichten
  • #156518 Reageer
    Sam
    Gast

    Hey,

    Ik heb verschillende vragen over het onderwerp evenwichten.

    – Is de evenwichtsconstante (Kp) hetzelfde als de partiële druk?

    – Hoe werkt het met hoeveelheid stof die reageert in een evenwichtsreactie. Ik heb hierbij het volgende voorbeeld:

    Wanneer 46,002 g dijood en 1,011 g diwaterstof tot 450 °C verwarmd worden, blijft er in het reactiemengsel bij chemisch evenwicht nog 1,901 g dijood over.

    Hierbij heb ik al berekend dat n(I2) = 7,49*10^-3, maar als ik n(H2) en n(HI) wil berekenen zie ik aan de antwoorden dat de hoeveelheid H is gesplitst en ik weet niet precies op welke manier. Ik zie dat n(H2)= 3,28*10-1 en n(HI) = 3,48*10^-1, waaruit dus blijkt dat de massa waarmee je rekent gelijk is aan m(H2) = 0,570 en m(HI)= 44,512 is, waaruit dus 44,1g uit I2 en 0,412 g uit H2, maar ik weet niet goed hoe ze hier aan komen.

    – Hoe kan ik met de evenwichtsconstante een hoeveelheid mol berekenen. Hierbij heb ik ook een voorbeeld opgave:

    Wanneer 2,94 mol dijood en 8,10 mol diwaterstof bij 463 °C gemengd worden, wordt bij chemisch evenwicht 5,64 mol waterstofjodide bekomen. Hoeveel mol waterstofjodide verkrijgt men bij evenwicht wanneer bij dezelfde temperatuur 5,30 mol dijood en 7,94 mol diwaterstof gemengd worden ?

    Hierbij heb ik berekend dat de evenwichtsconstante = 1,33575 is

    Ik wilde (omdat het dezelfde temperatuur) dezelfde evenwichtsvergelijking opstellen, maar met de andere waardes:

    [HI]^2/(5,30*7,94) = 1,33575

    [HI}^2 = 56,211

    [HI] = wortel(56,211) = 7,49774 mol

    maar het antwoord is 9,38 mol, wat heb ik hier fout gedaan?

    – Hoe bereken je een dissociatiegraad met inhoud reactievat, mol van verschillende stoffen, Kc en temperatuur.

    Alvast bedankt!

    #156523 Reageer
    Kees
    Expert

    Hallo Sam,

    Eerst vraag 1 en 2 maar.

    1. Kp is niet hetzelfde als partiele druk. Maar partiele druk wordt wel gebruikt in Kp . Zoek even op hoe Kp is gedefinieerd.

    2. H2 en I2 zijn in evenwicht met HI. Evenwichtsvergelijking : H2 + I2 = 2 HI
    Als 1 mol I2 reageert, dan reageert ook 1 mol H2 , en wordt 2 mol HI gevormd
    In het begin had je 46,002 g I2 en 1,011 g H2 . Hoeveel mol is dat?
    Bij evenwicht was er nog 1,901 g I2 over. Hoeveel mol is dat?
    Hoeveel mol I2 is er dan gereageerd?
    Hoeveel mol H2 is er dan gereageerd?
    Hoeveel mol HI is er dan gevormd?
    Hoeveel mol I2 is er dan nog over bij evenwicht?
    Hoeveel mol H2 is er dan nog over bij evenwicht?

    Ter controle kan je dan uitrekenen of de hoeveelheden H en I kloppen:
    Begin: aantal mol H = 2*aantal mol H2 en aantal mol I is 2* aantal mol I2
    Bij evenwicht:
    aantal mol H = 2*aantal mol H2 + aantal mol HI
    aantal mol I = 2* aantal mol I2 + aantal mol HI
    Aantal mol H moet aan begin en eind gelijk zijn. Idem voor aantal mol I

    Klopt dat als je dat doorrekent?

    Dan doen we vraag 3 als we klaar zijn met 1 en 2.

    Laat maar weten.

    Groeten,

    Kees

    #156788 Reageer
    Sam
    Gast

    Hey Kees,

    Het is deels gelukt! Bedankt voor je hulp!

    Ik kwam enkel niet goed uit hoeveel mol HI ik dan moest krijgen.

    Daarnaast kwam ik er ook nog niet helemaal uit bij vraag 1.

    Van de partiële druk ben ik er nog steeds eigenlijk niet helemaal over uit wat ik daar nu moet doen.

    Ik heb gelezen dat ze soms in de evenwichtsconstante de druk mag invullen en als je dan doet 1,333 kom je ongeveer uit op 0,667, maar waarom doe je delen door 2 om de partiële druk te krijgen.

    Zou u ook al iets meer kunnen vertellen over de volgende vraag, want ik heb het nog paar keer geprobeerd, maar het lukt me gewoon niet.

    Dankjewel!

     

     

    #156790 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste Sam,

     

    ik heb je eerste vraag, het antwoord Van Kees en je tweede vraag gelezen.

    Het eerste wat mij opvalt is dat bij de eerste vraag geen volume is gegeven.

    Dat heb je echt nodig om de concentratie te berekenen.

     

    Daarnaast is het handig te werken met een tabel, zie bijlage.

     

    Bij de tweede opgave geldt hetzelfde.

     

    Ten aanzien van de partiele druk:

    Als je een mengsel van gassen hebt, is de totale druk in het systeem gelijk aan de som van de partiele drukken.

    pH2 + pI2+pHI= totale druk

     

    De ‘partiële druk’ verwijst naar de druk die elk gas in een gasmengsel uitoefent op zijn omgeving, zoals een erlenmeyer, de zuurstoffles van een duiker of de grens van de atmosfeer. Je kunt de druk van elk gas in een mengsel afzonderlijk berekenen als je weet hoeveel van dat gas aanwezig is, welk volume het in beslag neemt, en wat de temperatuur is. Vervolgens kun je deze gedeeltelijke druk bij elkaar optellen voor de totale druk van het gasmengsel, of je berekent eerst de totale druk, om vervolgens de partiële druk van elk gas te bepalen.

    Voor Kp zie ook de bijlage,

    Als bovenstaande niet voldoende is, reageer dan opnieuw en stuur je berekeningen mee, dan kunnen wij kijken waar eventueel je fout of kennisdip zit.

    Succes.

     

    Dick

    #156793 Reageer

    Hallo Sam,

    Laat ik beginnen met jouw vraag over partiële druk. In feite betekent dat welk percentage van het gasmengsel H2 is, I2 is en HI is. Samen moet dat natuurlijk 100 % zijn. Voorbeeld pH2= 19%, pI2= 25%, pHI= 56% dan krijg je een Kp van (0,19*0,25)/(0,56)2 = 0,15. Formeel moet je de feitelijke gasdruk van ieder gas in Pascal gebruiken. Voor het antwoord maakt het niet uit.

    Een volgend punt is dat in dit specifieke evenwicht het totale gasvolume niet van belang is. In de evenwichtsvoorwaarde deel je een product van 2 molariteiten door een kwadraat van een molariteit: (mol/L*mol/L)/(mol/L)2. Je ziet dat L wegvalt, net als mol overigens. K is hier dus dimensie loos.

    Hopelijk ben je hier mee geholpen.

    Groet,

    Jan Wim Peters

    #156796 Reageer
    docent Dick
    Expert

    Beste Sam,

    Je vroeg je af wat je bij opgave 2 en 3 fout hebt gedaan.

    Ik heb in de bijlage de sommen uitgewerkt.

    Helpt dat om je te laten zien hoe je dit aanpakt?

    Tot slot vraag je: – Hoe bereken je een dissociatiegraad met inhoud reactievat, mol van verschillende stoffen, Kc en temperatuur.

    Die vraag moet je voor mij verduidelijken voor een goed antwoord..

    Ik schat in dat je in zo’n geval ook met een BOE -tabel kan werken.

     

     

     

6 berichten aan het bekijken - 1 tot 6 (van in totaal 6)
Reageer op: Reactie #156788 in evenwichtsreacties
Je informatie:



vraagbaak icoon Examen vwo 2023-2 vraag 4
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Examen vwo 2023-2 vraag 4
Beste, bij vraag 4 moet je noemen welke bindingen bij factor 1 wordt bedoeld, met bijbehorende atoom groepen. Er staat ‘er bestaan interacties binnen het molecuul indigo, waardoor ze minder goed interacties met waterstof aangaan’. Hoezo is het antwoord van de interactie dan waterstofbruggen? Want die gaan ze toch juist niet aan? ik had wel […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Zuur identificeren aan de hand van de pkz waarde
Scheikunde | Mbo 2 | 1
Vraag
Zuur identificeren aan de hand van de pkz waarde
Beste Ik heb een onbekende zwak zuur 0,1 M van de lector gekregen en moet hem identificeren aan de hand van de pkz waarde. De exacte concentratie van NaOH is 0,008927 M. Ik heb het experiment uitgevoerd. Ik moest die 5 oplossingen maken en de pH meten van alle oplossingen. Oplossing 1 volume HZ (ml) 25,00 volume […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Scheikunde vwo examen 2022-3 vraag 2
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Scheikunde vwo examen 2022-3 vraag 2
Beste, ik heb ook een vraag over scheikunde examen 2022-3 vwo vraag 2 ik had opgeschreven dat PCB-126 een platte vorm kan aannemen omdat het voornamelijk Cl heeft in de buitenkant en geen H, want PCB-54 heeft voornamelijk H’s in de buitenkant waardoor het waterstofbruggen vormt (en waardoor het dus geen platte vorm kan aannemen). […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Scheikunde examen VWO 2022-3 vraag 8
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Scheikunde examen VWO 2022-3 vraag 8
Beste,   ik heb een vraag over scheikunde vwo examen 2022-3 vraag 8: het betreft een onderbouwing van de 2 conclusies   ikzelf had opgeschreven: (dat de ph afneemt en dat daardoor de reactie kan plaatsvinden) en dan als 2e conclusie: dat de polyaniline elektrode zorgt voor een toename van het rendement van de omzetting […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon molaire massa gelijk stellen aan gram
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
molaire massa gelijk stellen aan gram
vr17 2022-II. Waarom wordt de molaire massa van ethanol gewoon gelijk gesteld aan gram? Ze rekenen niks om
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Lewisstructuren
Scheikunde | Havo | 5
Vraag
Lewisstructuren
Hallo, ik had een vraag over het onderwerp lewisstructuren, moet je dit weten voor je examen? Ik heb dit namelijk echt nog nooit voorbij zien komen en ik snap er ook niks van. Zou je het kunnen uitleggen :)
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Redoxreactie
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Redoxreactie
Hallo, vij het scheikunde examen 2015-1 vwo vraag 3 staat dat de deeltjes zich reageren met HNO3 en dat salpeterigzuur ook nog vrijkomt. Vervolgens zetten ze deze deeltjes niet in de reactie. Hoezo is dat? Ik had dat wel gedaan want ze stonden tenslotte in de vraag. Bij vraag 4 is het hetzelfde, ze zetten […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Evenwichtsvoorwaarde
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Evenwichtsvoorwaarde
Goedemorgen, ik heb een vraag over het 2021 tijdvak 1 scheikunde vwo examen. De toets lukte redelijk goed tot en met vraag 8 waar ik na 15 minuten overdenken toch vastliep. Toen ik het antwoord bekeek, raakte ik nog meer verward. Ze zeggen namelijk in het antwoord dat ook al is 1 stof vloeibaar en […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Kan chloorgas de geleiding van elektriciteit belemmeren?
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Kan chloorgas de geleiding van elektriciteit belemmeren?
Voor een onderzoek kijken wij naar de geleiding van zoutwater. Nu ontstond er bij ons experiment chloorgas, omdat er een reactie ontstond toen we er een stroom doorheen lieten gaan. Bij een temperatuur van 80 graden en een hoeveelheid van 40 gram zout in 200 ml water, ging de spanning ineens van 9,4 volt naar […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon water in zuur-basereacties
Scheikunde | Wo | 1
Vraag
water in zuur-basereacties
Hoi! Ik heb een vraagje over zuurbasereacties. Hoe weet je of water aan het begin van de reactie reageert, of dat OH- of H3O+ aan het begin van de reactie reageert. In de beginstoffen staat namelijk nooit specifiek H2O of OH- of H30+....   Alvast  bedankt voor het reageren!
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts