zuur-basereactie calsiumcarbonaat (s) + zwavelzuur (aq)
Over de vraagbaak

Vraagbaakscheikunde.nl

zuur-basereactie calsiumcarbonaat (s) + zwavelzuur (aq)

11 berichten aan het bekijken - 1 tot 11 (van in totaal 11)
  • Auteur
    Berichten
  • #165927 Reageer
    Jan
    Gast

    Hallo iedereen,

    Er wordt in een opgave scheikunde (scheikunde overal hoofdstuk 9) gevraagd naar de reactie tussen calsiumcarbonaat en een  zwavelzuuroplossing.

    Mijn redenering is als volgt: zwavelzuur is een sterk zuur dus een oplossing zwavelzuur wordt genoteerd als:

    SO4^(2-)   +   2H3O+

    Bij een zuur-basereactie reageert het sterkste zuurdeeltje met het sterkste basedeeltje, dus reageert het H3+-ion met het carbonaat in het vaste calsiumcarbonaat. Het zuur staat een H+ ion af, de base neemt een H+ ion op. Dus de reactie die volgt tussen zwavelzuuroplossing en calsiumcarbonaat is dan natuurlijk:

     

    CaCO3 (s)   +   H3O+ (aq)       >       H2O (l)    +     HCO3 (aq)    +    Ca^(2+)  (aq)

     

    Maar, bij het nakijken van de opgave bleek onderstaande reactie de juiste reactievergelijking te zijn:

    CaCO3 (s)  +  H3O+ (aq)  +  HSO(4-) (aq)       >       CaSO4 (s)   +  2H2O (l)  +  CO2 (g)

     

    Ik begrijp hier helemaal niets van. Kan iemand deze reactie uitleggen en wat ik precies fout doe?

    #165928 Reageer
    Jan
    Gast

    Misschien is dit belangrijk: er staat in de opgave (46a) dat er zwavelzuuroplossing in overmaat wordt toegevoegd…

    #165929 Reageer

    Hallo Jan,

    Op zich is jouw antwoord een mooi begin. Afgezien van de lading van HCO3. In het algemeen is het niet van belang dat je zwavelzuur in 2 aparte stappen ioniseert. Je mag voor het gemak best zeggen dat beide stappen volledig verlopen. (Misschien denkt Chemie Overal daar anders over.) Je praat terecht over een overmaat. En denk je ook nog aan de oplosbaarheid van het nieuwe zout?

    Laat maar weten. Succes en groet,

    Jan Wim Peters

    #165930 Reageer
    Jan
    Gast

    Bedankt voor je antwoord Jan Willem, helaas voor mij nog veel te cryptisch om deze reactievergelijking te doorgronden 🙁

    #165931 Reageer

    Hallo Jan,

    Zwavelzuur is een sterk zuur en ioniseert volledig in sulfaationen en H3O+-ionen. Een carbonaat-ion is een base en zal volledig reageren met de overmaat H3O+. Geef hiervoor eens de vergelijking.

    Groet,

    Jan Wim Peters

    #165937 Reageer
    Jan
    Gast

    Aha… carbonaat kan twee ionen opnemen dus ontstaat er koolzuur wat een instabiel zuur is en zich splitst in water in: CO2 + H2O.

    Tot zover snap ik wat er aan de rechterkant van de vergelijking staat. Maar nog steeds niet waarom er in het antwoordenboek ook HSO4- aan de linkerkant staat. Immers, H2SO4 splitst zich volledig in de ionen SO4- en H3O+. Het deeltje HSO4- ontstaat niet, als je zwavelzuur in water oplost.

    Ook staat er in tabel 45A van binas dat CaSO4 matig oplost, dus wel oplost, terwijl in het antwoord staat dat het CaSO4 dat ontstaat vast is.

    #165939 Reageer

    Hallo Jan,

    H2SO4 is een sterk zuur; bij oplossen in water ontstaat H3O+ en HSO4–  . Maar zoals je in BINAS 49 kunt vinden: HSO4– is een zwak zuur ,dus ioniseert niet volledig. Ik zou dit gegeven hier niet gebruiken; het verandert niets aan het resultaat. Maar formeel moet je een zwavelzuuroplossing schrijven als:

    H3O+ (aq) + HSO4– (aq)

    CaSO4 is matig oplosbaar, maar als de concentratie wat groter wordt, lost het niet meer op in weinig water. Dat gebeurt dus bij deze reactie; je ziet er ook niet veel van, je begint met een witte bruisende suspensie en na afloop heb je weer een witte suspensie. Maar wel een andere witte vaste stof!

    Zo duidelijk?

    Groet,

    Jan Wim Peters

    • Deze reactie is gewijzigd 3 weken, 1 dag geleden door Jan Wim Peters.
    #165941 Reageer
    Jan
    Gast

    Eh.. nee nog steeds snap ik niet waar die HSO- vandaan komt als zwavelzuur oplossing bestaat uit 2H3O+ en SO4(2-). Er ontstaat geen HSO-

    de methode Overal Natuurkunde heeft mij geleerd dat een zwavelzuur opgelost zich splitst in SO4(2-) en 2H3O+

    #165942 Reageer

    Dag Jan,

    Die HSO- staat ook nergens; je bedoelt misschien iets anders. Het antwoord dat je uit het boek haalde is:

    CaCO3 (s) + H3O+ (aq) + HSO(4-) (aq) > CaSO4 (s)  + 2H2O (l)  +  CO2 (g)

    Daar staat een klein foutje( haakje) in dat je misschien in de war brengt; hier de goede vergelijking:

    CaCO3 (s) + H3O+ (aq) + HSO4(-) (aq) > CaSO4 (s)  + 2H2O (l)  +  CO2 (g)

    Maar ook goed is. wat mij betreft:

    CaCO3 (s) + 2 H3O+ (aq) + SO4(2-) (aq) > CaSO4 (s)  + 2H2O (l)  +  CO2 (g)

    Of beter nog, met sub- en superschrift:

    CaCO3 (s) + 2 H3O+ (aq) + SO42- (aq) > CaSO4 (s)  + 2H2O (l)  +  CO2 (g)

    Er vinden dus 2 reacties plaats:

    1. zuur-base CO32- + 2 H3O+ en 2. neerslag: Ca2+ (aq)  + SO42- (aq)

    Duidelijk of nog een vraag?

    Groet,

    Jan Wim Peters

    #165945 Reageer
    Jan
    Gast

    ja er gaat nu van alles fout. Ik bedoelde dus dat er in de reactie in het boek inderdaad HSO4(-) staat en niet HSO(4-) zoals ik eerder schreef.

    Raar is dat het boek geleerd heeft dat een zwavelzuuroplossing als:  2H3O+ (aq)   +   SO4(2-) (aq)  genoteerd wordt, dus NIET als:  H3O+ (aq)   +   HSO4- (aq).  Maar in deze opgave gaan ze daar opeens wel vanuit. Eigenlijk snap ik dus nog steeds niet waarom er opeens HSO4- staat, jij legt me uit dat de notatie zwavelzuuroplossing eigenlijk H3O+ (aq)   +   HSO4- (aq) moet zijn.

    Het zij zo… voor nu kan ik beter deze opgave overslaan

    edit:

    door een andere website ben ik erachter gekomen dat hoewel zwavelzuur een tweewaardig zuur is, de reactie in water eigenlijk uit twee reacties bestaat, waarvan de tweede niet aflopend is.

    Dus, H2SO4 staat in een aflopende reactie één H+ ion af, er blijft over HSO4-, dit is een zwak zuur dus blijft  in het mengsel bestaan, deze stof doet ook mee in de reactie tussen calciumcarbonaat en zwavelzuur (waardoor het vaste zout calsiumsulfaat ontstaat, omdat het zwavelzuur in overmaat wordt toegevoegd).

    Een veels te moeiljike reactie waarbij je met x factoren rekening moet houden, als je ’t mij vraagt, maar nu snap ik het beter… bedankt voor de antwoorden iig

    #165946 Reageer

    Dag Jan,

    Je zit op het VWO, joh. Je moet wel wat verwarring aankunnen, vind ik.

    Het is wel vervelend dat het boek het éne uitlegt en het antwoord daar niet mee klopt. Ik ben dat als docent wel vaker tegengekomen.

    Succes verder,

    groet,

    Jan Wim Peters

11 berichten aan het bekijken - 1 tot 11 (van in totaal 11)
Reageer op: zuur-basereactie calsiumcarbonaat (s) + zwavelzuur (aq)
Mijn informatie:



vraagbaak icoon Hoe bepaal ik het percentage hexaanzuur?
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Hoe bepaal ik het percentage hexaanzuur?
Hallo! Vraagje over Vwo voorbeeldexamen 2016: vraag 10: bereken hoeveel procent van het totaal aantal mol hexanoaat en hexaanzuur aanwezig is als hexaanzuur bij pH=5,50 van het antwoordmod begrijp ik punt 1 en 2, concentratie [OH-] door 10^-pH en ik begrijp de Kb opstellen. Maar voor een percentage moet je toch deel/geheel x 100% doen? […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon zuren opgelost in water
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
zuren opgelost in water
Hallo, Ik werk met de methode chemie in ondezoek en ben nu bij het hoofdstuk 5 gebufferd papier. Ik snap alleen niet hoe het werkt met de juiste notatie voor zuren/basen opgelost in water en ook niet hoe je die zuren kunt vinden. Een vraag is bijvoorbeeld: Geef de juiste notatie (inclusief toestandaanduidingen) voor oxaalzuur […]
Bekijk vraag & antwoord
studiehulp icoon Ethyllactaat
Scheikunde | Havo | 5
Eindexamen
Ethyllactaat
Vragen 1 t/m 8 uit eindexamen Scheikunde - havo - 2021 - tv 1
Lees meer
studiehulp icoon Lithium-ionbatterij
Scheikunde | Havo | 5
Eindexamen
Lithium-ionbatterij
Vragen 9 t/m 17 uit eindexamen Scheikunde - havo - 2021 - tv 1
Lees meer
studiehulp icoon Bromide in grondwater
Scheikunde | Havo | 5
Eindexamen
Bromide in grondwater
Vragen 18 t/m 23 uit eindexamen Scheikunde - havo - 2021 - tv 1
Lees meer
studiehulp icoon Groen is niet vers
Scheikunde | Havo | 5
Eindexamen
Groen is niet vers
Vragen 24 t/m 28 uit eindexamen Scheikunde - havo - 2021 - tv 1
Lees meer
studiehulp icoon Eiwitvertering
Scheikunde | Havo | 5
Eindexamen
Eiwitvertering
Vragen 29 t/m 37 uit eindexamen Scheikunde - havo - 2021 - tv 1
Lees meer
vraagbaak icoon Stoffen onderscheiden
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Stoffen onderscheiden
Hoi, ik moet voor school 2 opdrachten uitvoeren. voor de eerste opdracht moet ik zo veel mogelijk proefjes doen om te achterhalen of de stof die in de reageerbuis zit ijzersulfaat, of natriumsulfiet is. Voor de tweede proef krijg ik een reageerbuis met kopercarbonaat en dan moet ik zoveel mogelijk proefjes doen om te achterhalen […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Totale massa koperatomen (morgen toets)
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
Totale massa koperatomen (morgen toets)
Duizend koperatomen bestaan voor een deel uit CU-63 en voor het resterende deel uit Cu-65 . Als je het aantal gelijkstelt aan x , dan is het aantal Cu-65 isotopen gelijk aan 1000-x . Berekenen de totale massa van dir duizend koperatomen en daarna moet je de gemiddelde massa van hen berekenen door de totaled […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon E1, E2, Sn1 en Sn2
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
E1, E2, Sn1 en Sn2
Hoi! Ik heb een vraag over de verschillende eliminatiereacties en substitutie reacties. Als ik een molecuul krijg en dan moet ik daarvan verder de reactie afmaken. Hoe kan ik herkennen welke reactie het moet zijn die ik moet afmaken? Zitten er bepaalde stoffen in het molecuul waaraan ik kan herkennen om welke reactie het gaat? […]
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts