Kees

Kees

Aangemaakte reacties

15 berichten aan het bekijken - 16 tot 30 (van in totaal 36)
  • Auteur
    Berichten
  • Kees
    Expert

    Hallo Mark,

    Super gedaan.

    Met de ABC-formule krijg je vaak twee oplossingen, waarvan eentje niet kan.

    Hier heb je 1,50 M H2 en 1,50 M Cl2. De maximale HCL concentratie is 3,00 M, dus x=3,46 M is onmogelijk, dus x=2,64 M blijft over.

    Eigenlijk moet je 2,6471…. afronden naar 2,65. Een kleinigheid, maar sommige docenten zijn er erg scherp op.

    Een van de collega’s had nog een elegantere berekeningsmethode: bij x^2 / (1,5-0,5x)^2 = 225 kan je ook eerst worteltrekken x / (1,5-0,5x) = 15. Dan krijg je een lineaire vergelijking 15*1,50 – 8,5x = 0, zodat x = 2,65 M.

    Het goede antwoord stond niet bij de opgave. Als de vraag was geweest “Hoeveel is de concentratie waterstof afgenomen nadat het evenwicht zich heeft ingesteld?” dan zou het antwoord a zijn geweest.

    Groeten,

    Kees

    Kees
    Expert

    Hallo Mark,

    Wil je jouw berekening hier laten zien? Dan kijken we of we er uit komen.

    Controleer ook even of je de evenwichtsconstante goed uit de opgave hebt overgenomen.

    Groeten,

    Kees

    In reactie op: Gereinigde biogas (volume ppm) #3360
    Kees
    Expert

    Hallo Geertje,

    Ze hebben je een opgave met onvolledige informatie gegeven. Als je de H2S concentratie in het biogas weet, dan kan je het volume van de thiosulfaat-oplossing uitrekenen, en omgekeerd.

    Eén van de collega’s heeft de oorspronkelijke vraag gevonden bij de opgaven voor het eindexamen 2001.
    Daar stond nog bij dat het volume van de thiosulfaat-oplossing 7,72 mL is.
    Als je dat weet, kan je dan de concentratie H2S in het biogas uitrekenen?
    Meld het maar als je vastloopt.

    Groeten,
    Kees

    In reactie op: Gereinigde biogas (volume ppm) #3358
    Kees
    Expert

    Hallo Geertje,

    Pittige vraag, omdat het volume van de thiosulfaat-oplossing niet gegeven is.
    Je moet dus de relatie vinden tussen H2S concentratie in het biogas en het volume van de thiosulfaat-oplossing.
    Dat is best lastig.
    Een rekenvoorbeeld kan handig zijn om je op weg te helpen.
    Probeer eerst eens uit te rekenen hoeveel mL thiosulfaat-oplossing je nodig hebt als de H2S concentratie bijvoorbeeld 60 ppm is.
    Als eerste stap moet je dan die 60 ppm omrekenen naar mol H2S in 10,0 dm3 biogas.
    Lukt dat? En kan je dan verder uitrekenen welk volume thiosulfaat-oplossing je dan nodig hebt?
    Laat maar weten. Ik hou de vraagbaak extra in de gaten.

    Groeten,

    Kees

    • Deze reactie is gewijzigd 2 jaren geleden door Kees.
    • Deze reactie is gewijzigd 2 jaren geleden door Kees.
    In reactie op: Redox reacties water #3304
    Kees
    Expert

    Hallo Lisa,

    PO = practicum-onderzoek? Heb je dat al uitgevoerd, of moet je een plan maken?

    Als een koperzout oplost in water dan zal de reactie die je noemt niet spontaan verlopen. Goed gezien.
    De reactie kost energie. Waar kan je die energie vandaan halen?

    Laat maar weten of je er zo uit komt.

    Groeten,

    Kees

    In reactie op: Chemisch rekenen #3253
    Kees
    Expert

    Hallo Sam,

    Je manier van berekenen is OK, maar je antwoord heeft teveel significante cijfers. Je formulering kan ook scherper.

    Over de formulering:
    – de eenheid mol schijven we met een kleine m. Hoofletter M is voor mol per liter. Als je mMol schrijft, dan kan je jezelf en anderen in verwarring brengen. Misschien wordt het op examens zelfs fout gerekend. Dat weet ik niet, maar dat zou best kunnen.
    – “Van mMol naar mol geeft 0,125 mol.” is wat losjes. Je bedoelt: 125 mmol = 0,125 mol.

    Over de significante cijfers:
    – De concentratie van de beginoplossing is opgegeven als 37% (massaprocent). De echte waarde ligt dus tussen de 36,5% en 37,5%. Je hebt hier twee significante cijfers. Dus je eindantwoord kan ook maar twee significante cijfers hebben. Reken het maar eens door met een concentratie van 36,5% en 37,5%. Zie ook de bijdrage van 11 februari 2021 om 19:24 hierboven.

    Dus goed bezig, maar hou het scherp, en let op de significante cijfers.

    Groeten van Kees

    • Deze reactie is gewijzigd 2 jaren geleden door Kees.
    In reactie op: Concentratie/titratie berekening #3200
    Kees
    Expert

    Hallo Shams,

    Kijk hier even:

    https://www.mijnscheikunde.nl/vraagbaak/onderwerpen/topic/chemisch-rekenen-2/

    Lukt het zo verder?

    Groeten,

    Kees

    In reactie op: chemisch rekenen #3198
    Kees
    Expert

    Hallo Aisha,

    Vragen a en b: netjes uitgewerkt, ook m.b.t. sigificante cijfers.

    Vraag c: daar moet je nog even naar kijken. Logaritmes zijn wat verraderlijk m.b.t. significante cijfers.
    Neem inderdaad die 0,005 M maar.
    Als je dat zo opschrijft, dan betekent het dat de echte waarde ergens tussen de 0,0045 en 0,0055 M ligt.
    Reken eens uit: -log(0,0045), -log(0.0050) en -log(0,0055).
    Laat even weten hoe je de pH-waarde zou opschrijven.

    Groeten,

    Kees

    In reactie op: Redoxreactie met ammoniumsulfaat #3086
    Kees
    Expert

    Hallo Stan,

    Goed gezien: je hebt daar inderdaad geen halfreacties, want er staan geen electronen in vermeld.
    In je oplossing heb je ammonium en sulfaat en water.
    Ammonium is een zwak zuur, dus dat is gedeeltelijk gesplitst : NH4+ <-> NH3 + H+

    Je hebt al geroken dat er ammoniak vrijkomt.
    Als je de H+ laat reageren, verschuift het evenwicht naar rechts, en dan kan ammoniak ontsnappen (verdampen).

    Kan je bedenken welke reacties bij de electrodes optreden?

    Groeten,
    Kees

    In reactie op: Redoxreactie met ammoniumsulfaat #3084
    Kees
    Expert

    Hallo Stan,

    Sta er even bij stil wat er gebeurt als je ammoniumsulfaat in water oplost. Worden dat opgeloste moleculen (NH4)2SO4, of gebeurt er nog meer?
    Idem voor zwaveluur: bestaat dat als moleculen H2SO4, of gebeurt er nog meer?
    En bij een redoxreactie heb je een oxidatie-reactie en een reductie-reactie.
    Hoe zou je die beide reacties noteren?

    Laat maar weten of je er zo verder uit komt.

    Groeten,
    Kees

    In reactie op: Ph waarde verhogen #3081
    Kees
    Expert

    Hallo Jayden,

    Mengen van AdBlue en bleekwater kan gevaarlijk zijn vanwege allerlei reacties die kunnen plaatsvinden. Hetzelfde geldt voor andere stoffen die je in het keukenkastje hebt staan. Doe het niet.

    Moet je de opdracht uitvoeren op school, of thuis?
    Waarmee meet je de pH? Met een pH meter of met pH-papiertjes?
    Ik vind het lastig te begrijpen welke opdracht je hebt gekregen. Kan je de tekst van jouw opdracht hier inplakken, of als bestand uploaden?

    Groeten,

    Kees

    • Deze reactie is gewijzigd 2 jaren geleden door Kees.
    In reactie op: Ph waarde verhogen #3079
    Kees
    Expert

    Hallo Jayden,

    AdBlue is een oplossing van ureum in water. Je schrijft dat die oplossing een pH heeft van ongeveer 9 tot 10.
    Als je de pH groter wilt maken, dan moet je een base toevoegen. Toevoegen van een base aan een oplossing in water zorgt altijd voor een hogere pH. Kan je een geschikte base verzinnen?

    Nog drie opmerkingen/vragen:

    1. Als je praat over “een stof met een pH waarde van ongeveer 9/10” dan bedoel je waarschijnlijk “een oplossing van een stof met een pH waarde van ongeveer 9/10”. De pH van puur ureum kan je niet meten, maar de pH van een oplossing van ureum in water kan je wel meten.

    2. Als de pH van AdBlue 9 tot 10 is, dan zit er waarschijnlijk nog een andere stof in de oplossing. Zou dat kunnen?

    3. Ik begrijp niet helemaal wat je in je eerste vraag bedoelt met “zorgen dat bepaalde stoffen op elkaar gaan lijken”. Welke stoffen (of oplossingen) heb je allemaal?

    Helpt je dit een beetje op weg?

    Als je vervolgvragen hebt, stuur dan ook een uitgebreidere beschrijving van je experiment.

    Groeten,

    Kees

    In reactie op: Ph waarde verhogen #3077
    Kees
    Expert

    Hallo Jayden,
    Wil je wat meer informatie geven?
    * Over welke stoffen heb je het?
    * En met pH waarde van ongeveer 9 tot 10: bedoel je daarmee dat de stof een pKz waarde van 9 tot 10 heeft?
    Groeten,
    Kees

    In reactie op: Polaire atoombinding #3005
    Kees
    Expert

    Ha, Lieke. Goed nagedacht.

    Even wat voorbeelden.
    De binding tussen twee chlooratomen in het Cl2 molecuul is helemaal apolair omdat beide atomen dezelfde electronegativiteit hebben.
    De binding in kaliumchloride is helemaal ionisch omdat kalium en chloor een groot verschil hebben in electronegativiteit. BINAS Tabel 40A.

    Polaire binding zit daar ergens tussenin, maar het is een glijdende schaal die loopt van bijna apolair tot bijna ionisch. De grens tussen apolair en polair ligt ergens bij 0,4 tot 0,5 verschil in electronegativiteit. Voor de grens tussen polair en ionisch noemen mijn bronnen een waarde ergens tussen de 1,7 tot 2,0. Die 2,0 lijkt me dan wat hoog genomen: chloor en natrium hebben een verschil in electronegativiteit van 2,8-1,0=1,8.

    Ik zou zeggen: bij verschil in electronegativiteit tussen 0,5 en 1,7 noemen we de binding polair. Hoe groter het verschil in electronegativiteit, hoe polairder de binding. Als je leerboek grenswaarden noemt, hou die dan aan.

    Kan je daar mee verder?

    • Deze reactie is gewijzigd 2 jaren geleden door Kees.
    In reactie op: Polaire atoombinding #3003
    Kees
    Expert

    Hallo Merel,
    Je bent al aardig in de buurt. Of misschien ben je er al helemaal.
    Wat betekent “polair”? En wat is er dan nodig om een binding polair te maken?
    Lukt dat zo? Ik hoor het graag.
    Groeten van Kees

15 berichten aan het bekijken - 16 tot 30 (van in totaal 36)

Inloggen voor experts