Geboren: 6 december 1778 te St. Leonard-le-Noblat (Haute Vienne).
Overleden: 9 mei 1850 te Parijs.
Frans schei- en natuurkundige.
Studie
Hij studeerde vanaf 1797 aan de Ecole Polytechnique in Parijs en werd in 1800 assistent natuurkunde in het privé-laboratorium bij C. L. Berthollet en demonstrator bij de colleges van A. F. de Fourcroy.
Loopbaan
In 1805 en 1806 begeleidde hij A. von Humboldt op zijn reizen en voerde met hem vele experimenten uit, die leidden tot de – later naar hem genoemde – wet over de volumeverhouding van reagerende gassen.
In 1806 werd hij hoogleraar scheikunde aan de Ecole Polytechnique en in 1809 hoogleraar natuurkunde aan de Sorbonne. In 1832 verruilde hij dit hoogleraarschap voor dat van scheikunde aan de Jardin des Plantes.
In 1818 werd hij tevens superintendant van de Staatskruitfabriek en in 1829 adviseur van de Munt. In 1831 begaf hij zich in de politiek en werd lid van het Parlement.
Belangrijkste werk
In 1802 formuleerde hij een wet over de uitzetting van gassen, in 1808 de wet over de volumeverhouding van gassen bij een scheikundige reactie. Beide wetten dragen (mede) zijn naam. Hij deed scheikundig onderzoek op het gebied van alkalimetalen en halogenen.
Hij ontwikkelde tevens een barometer, synthetiseerde vele stoffen – waaronder diverse cyaanverbindingen – en zorgde voor een verbetering bij de zwavelzuurbereiding (Gay-Lussac-toren, 1827).