Geboren: 7 februari 1834 in Tobolsk
Overleden: 2 februari 1907 in Sint Petersburg
Russisch scheikundige.
Studie
Hij studeerde van 1850 – 1855 aan het Pedagogisch Instituut in Sint Petersburg en in 1856 deed hij examen voor de meestergraad aan de universiteit aldaar. Van 1859 – 1861 studeerde hij scheikunde bij Regnault in Parijs en R. W. Bunsen in Heidelberg.
Loopbaan
In 1857 werd hij privaatdocent aan de universiteit van Sint- Petersburg. Van 1866 – 1890 was hij hoogleraar anorganische scheikunde aan de universiteit van Sint Petersburg en van 1893 – 1907 directeur van het Bureau voor Maten en Gewichten.
Belangrijkste werk
In 1869 stelde hij het Periodiek Systeem van de scheikundige elementen op, waarmee hij tevens de nog niet ontdekte elementen scandium, gallium en germanium voorspelde.
Hij stelde een molecuultheorie op over gassen, deed onderzoek naar de cohesie van vloeistoffen en definieerde het begrip kritieke temperatuur. Hij bepaalde vele atoom- en molecuulmassa’s en werkte aan de ontsluiting van oliebronnen, o.a. in Baku (Kaukasus) en in Pennsylvania. Hij deed veel onderzoek naar toepassingen van olie.