Hulp bij leren Eindexamens

NaSk 2 – vmbo gl-tl – 2022 – tijdvak 2 – deel 6

Alle eindexamens

Eindexamen

Glas

Vak

NaSk2

Niveau

Vmbo

Onderwerp

Productieprocessen

Leerjaar

4

Dit zijn opgaven 36 t/m 43 uit het eindexamen NaSk2 – vmbo gl-tl – 2022 – tijdvak 2.
Ga naar het begin van dit examen.

De uitwerking vind je met de knop ‘Toon uitwerking’. Let op, als er geen ‘Controleer antwoord’ knop staat, moet je zelf je antwoord controleren met behulp van de uitwerking.

Glas

Een bepaald type glas wordt gemaakt uit silica (SiO₂), soda (Na₂CO₃) en kalk (CaCO₃). Van het glas worden platen gemaakt. In figuur 1 is het productieproces schematisch en vereenvoudigd weergegeven. De beginstoffen worden in een oven (ruimte I) verwarmd tot zo’n 1600 °C. Bij deze temperatuur smelt de silica. De overige grondstoffen ontleden tot metaaloxiden en koolstofdioxide. Het ontstane vloeibare mengsel vormt gesmolten glas, dat vervolgens langzaam afkoelt bij een oventemperatuur van 1100 °C (ruimte II). Daarna wordt het gesmolten glas op vloeibare tin gegoten (ruimte III). Het glas stolt op het vloeibare tin waardoor mooie gladde glasplaten ontstaan. De temperatuur van het tin is 1100 °C aan het begin van dit tinbad en daalt geleidelijk tot 600 °C aan het einde van het bad. Tot slot wordt de zo gevormde laag glas verder gekoeld (ruimte IV) en op maat gesneden (ruimte V) waarna de glasplaten klaar zijn.

Vraag 36 (1 punt)

Wat is het symbool van tin?

Je kunt je antwoord checken met de ‘Controleer antwoord’ knop.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

Het juiste antwoord is Sn

Vraag 37 (2 punten)

Geef de formule van het metaaloxide dat ontstaat bij de ontleding van soda in ruimte I.

Je kunt je antwoord checken met de ‘Controleer antwoord’ knop.

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

Het juiste antwoord is:

Na₂O

Toelichting puntenscore:
- formule met uitsluitend de symbolen Na en O = 1 punt
- juiste indices = 1 punt
Opmerking
Indien een naam is gegeven in plaats van de formule 0 punten toekennen

Vraag 38 (1 punt)

Geef aan wat er gebeurt in ruimte II met de deeltjes in het glas. Gebruik onderstaande tabel en kies steeds ‘wel’ of ‘niet’.

Vul bij het antwoord alle antwoorden in met een spatie tussen elk antwoord.
Je kunt je antwoord checken met de ‘Controleer antwoord’ knop.

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

Het juiste antwoord is:

Toelichting puntenscore:
- indien twee regels juist = 1 punt
- indien één of geen regel juist = 0 punten

Vraag 39 (2 punten)

Leg uit aan de hand van een berekening dat het tin aan het einde van het tinbad vloeibaar is.

Maak gebruik van Binas-tabel 15 en vermeld in je antwoord het gegeven dat je hebt gebruikt.
Neem aan dat het kookpunt van tin hoger is dan 1100 °C.

Een voorbeeld van een juist antwoord is:
- (Het smeltpunt van tin is) 505(K) – 273 = 232 °C, dit is lager dan
  600 °C (dus het tin is vloeibaar).
- De temperatuur aan het einde van het tinbad is 600 (°C) + 273 = 873K,
  dit is meer dan 505K (dus het tin is vloeibaar).
Toelichting puntenscore:
- juiste omrekening van °C naar K, of van K naar °C = 1 punt
- juiste vergelijking van de twee waarden = 1 punt
Opmerkingen
Indien een antwoord is gegeven als ‘505K is lager dan 600 °C’ in totaal 1 punt toekennen.

Vraag 41 (1 punt)

Het glas blijft op het tin drijven (ruimte III).

Welke verklaring kan hiervoor worden gegeven?

Je kunt je antwoord checken met de ‘Controleer antwoord’ knop.

Glas heeft een kleinere dichtheid dan tin.

Glas heeft minder massa dan tin.

Glas is onoplosbaar in tin.

Glas reageert niet met tin.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

Vraag 42 (1 punt)

Een glasfabriek brengt 600 ton beginstoffen in ruimte I.

Geef een mogelijke verklaring waarom minder dan 600 ton glas uit ruimte V wordt verkregen.

Voorbeelden van een juist of goed te rekenen antwoord zijn:
- Er ontsnapt/ontstaat in het proces ook CO₂/een gas.
- Er ontstaan ook metaaloxiden.
- In elk proces treden verliezen op.
- Er blijven resten achter in de oven.
- Kennelijk zijn de verhoudingen van de beginstoffen niet goed.
- Er blijft glas/stof achter in het tinbad.
Opmerkingen
Indien een antwoord is gegeven als ‘in ruimte V wordt er glas afgesneden’ 0 punten toekennen.

Vraag 43 (2 punten)

Een glasfabriek produceert glas uit een mengsel van beginstoffen dat onder meer 72 massaprocent silica en 14 massaprocent soda bevat. Dit zijn percentages van de totale massa aan gebruikte beginstoffen. Voor de productie van glas wordt in deze fabriek 350 ton silica per dag gebruikt.

Bereken hoeveel ton soda het mengsel van beginstoffen van deze glasfabriek per dag moet bevatten.

Je kunt je antwoord checken met de ‘Controleer antwoord’ knop.
Let op: op een examen verwacht een docent de hele berekening zoals in de uitwerking staat.

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

Er zijn twee manieren op het antwoord te berekenen:

Manier 1:
De massaverhouding tussen soda en silica is te berekenen: 14(%) delen door 72(%)
14 / 72 = 0,194444… = afgerond 0,1944
Er wordt 350 ton silica per dag gebruikt.
Door de massaverhouding tussen soda en silica hiermee te vermenigvuldigen krijg je het aantal ton soda
350 x 0,1944 = 68,04.
Dit is afgerond 68 ton soda per dag

Manier 2:
De totale massa van de beginstoffen kun je berekenen door de massa van silica te delen door het massaprocent van silica en te vermenigvuldigen met 100%.
350 (ton)/ 72(%) = 4,861111..= afgerond 4,8611 x 100 (%) = 486,11 ton beginstoffen
Het aantal ton soda is te berekenen door de totale massa van beginstoffen te delen door 100 en te vermenigvuldigen met 14%.
486,11 / 100 x 14 = 68,0554
is afgerond 68 ton soda

Toelichting puntenscore:
- berekening van de massaverhouding: 14(%) delen door 72(%) = 1 punt
- berekening van het aantal ton soda: de berekende massaverhouding vermenigvuldigen met 350 (ton) = 1 punt
of
- berekening van de totale massa beginstoffen: 350 (ton) delen door 72(%) en de uitkomst vermenigvuldigen met 100(%) = 1 punt
- berekening van het aantal ton soda: de totale massa beginstoffen delen door 100(%) en de uitkomst vermenigvuldigen met 14(%) = 1 punt
Opmerking
De significantie bij deze berekening niet beoordelen.

Ga naar de volgende opgaven van dit eindexamen > NaSk2 – vmbo gl-tl – 2022 – tijdvak 2 – deel7

Bron: examenblad.nl

Bekijk ook eens

Lees meer

Bekijk meer

Kom je er nog niet uit?

Stap 1

Zoek verder in hulp bij leren

Stap 2

Stel de vraag in de vraagbaak

Eindexamen

Glas

Vak

NaSk2

Niveau

Vmbo

Onderwerp

Productieprocessen

Leerjaar

4

Glas

Vraag 36 (1 punt)

Vraag 37 (2 punten)

Vraag 38 (1 punt)

Vraag 39 (2 punten)

Vraag 40 (1 punt)

Vraag 41 (1 punt)

Vraag 42 (1 punt)

Vraag 43 (2 punten)

Bekijk ook eens

Eindexamen

Flashpapier

Eindexamen

Fehlingsreagens

Eindexamen

Zure matjes

Eindexamen

Speelgoedauto

Eindexamen

Koper uit malachiet

Eindexamen

Stikstofoxiden

Eindexamen

Stoffen

Eindexamen

Kustrace

Eindexamen

Diktemeter

Eindexamen

Waterkoker

Kom je er nog niet uit?

Oefen examenopgaven over zuren - NaSk2

Is een elektrische auto wel echt duurzamer?

Biologie voor een betere wereld