Vraag 24 (1 punt)

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

1. Ja, het aantal moleculen wordt groter.

   Toelichting antwoord:

   Het totaal aantal moleculen verandert namelijk van 1 molecuul (2 A) naar twee moleculen (B en 2 C).

Vraag 25 (1 punt)

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

1. de ontleding van A

   Toelichting antwoord:

   Verschillende soorten atomen worden namelijk van elkaar losgetrokken. 2 A → B + 2 C.

   • Bij scheiden scheid je moleculen uit een oplossing. Dit is hier niet het geval. 2 A is namelijk geen oplossing maar een zuivere stof.
   • Bij oplossen wordt een stof opgelost in een oplosmiddel.
   • Bij smelten is altijd warmte nodig omdat de substantie wordt verhit.

    

Vraag 26 (1 punt)

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

1. 10 mg (want de massa blijft gelijk)

Vraag 27 (2 punten)

1. 32 (u)

   Toelichting antwoord:

   Allereerst kunnen we de massaverhouding van B berekenen ten opzichte van A.

   A = 10 mg en B = 4,7 mg. De massaverhouding is dus: 4,7 : 10 = 0,47.

   Bij 2 A ontstaat 1 B. dus de massa van 2 A is 2 x 34= 68.

   De molecuulmassa van B is dus: 0,47 x 68 = 32 u.

   Toelichting puntenscore:

   • Berekening van de massaverhouding van A en B: 4,7 (mg) delen door 10 (mg) = 1 punt.
   • Berekening van de molecuulmassa van B: de berekende massaverhouding vermenigvuldigen met 2 x 34 (u) = 1 punt.

    

   Opmerking
   De significantie bij deze berekening niet beoordelen.

Vraag 28 (1 punt)

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

1. lijn III

   Toelichting antwoord:

   De reactie die plaats vind is: 2 A → B + 2 C.

   Voor de reactie bestaat A uit twee moleculen. Na de reactie bestaat A uit nul moleculen. Na de reactie zijn namelijk B en 2 C ontstaan. Het juiste antwoord is daarom lijn III.

Vraag 29 (2 punten)

1. Er zijn meerdere juiste antwoorden mogelijk. Deze antwoorden zijn allemaal correct:

   • De katalysator, want deze wordt (wel gebruikt maar) niet verbruikt (dus het aantal moleculen blijft gelijk).
   • De katalysator, want de hoeveelheid van een katalysator verandert niet (dus loopt de lijn horizontaal).

   Toelichting puntenscore:

   • Katalysator juist = 1 punt.
   • Uitleg waaruit blijkt dat de katalysator niet wordt verbruikt = 1 punt.

    

   Opmerking
   Indien een antwoord is gegeven als ‘de katalysator, omdat deze (alleen) de reactie versnelt’, in totaal 1 punt toekennen.

Vraag 30 (2 punten)

1. Er zijn meerdere juiste antwoorden mogelijk. Deze antwoorden zijn allemaal correct:

   • De houtspaander gloeit op/harder/feller, dus een van de reactieproducten is O₂.
   • De houtspaander gaat branden, dus de conclusie is: zuurstof.
   • De houtspaander gaat branden, daarmee is zuurstof aangetoond.

    

   Toelichting puntenscore:

   • De houtspaander gloeit op/harder/feller / De houtspaander gaat branden = 1 punt.
   • (Dus) O₂/zuurstof = 1 punt.