Vraag 31 (1 punt)

1. NO₃–

   Toelichting antwoord:

   Een zuur kan een H⁺ ion afstaan. De formule van salpeterzuur bevat dus ook een H⁺ ion: HNO₃.

   Hierin is NO₃– dus het negatieve ion.

   Opmerking
   Indien een naam is gegeven in plaats van de formule, 0 punten toekennen.

Vraag 32 (1 punt)

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

1. in flesje 3

   Toelichting antwoord:

   Flesje 3 is namelijk de meest zure oplossing, want de ph waarde is het laagst.

   Een zuur kan een H⁺ ion afstaan. Dus de concentratie H⁺-ionen is het grootst in de zuurste oplossing.

Vraag 33 (1 punt)

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

1. universeel indicatorpapier

   Toelichting antwoord:

   Een pH-waarde kan worden gemeten met universeel indicatorpapier.

Vraag 34 (2 punten)

1. Er zijn meerdere juiste antwoorden mogelijk. Deze antwoorden zijn allemaal correct:

   • Uit de kleur van de indicator kun je alleen afleiden/weten/bedenken dat in flesje 3 een zuur zit. Dit kan nu alleen het (salpeter)zuur zijn. Dit is dan een conclusie.
   • Je kunt het niet aflezen/zien/horen/ruiken/proeven (dus het is geen waarneming). Daarom is het een conclusie.

    

   Toelichting puntenscore:

   • Juiste uitleg = 1 punt.
   • (Dus het is) Een conclusie = 1 punt.

    

Vraag 35 (1 punt)

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

1. pipet

   Toelichting antwoord:

   Er moet 10 ml afgemeten worden. In figuur 1 is te zien dat bij de pipet (nummer 3 van links geteld) dit het meest precies kan worden afgelezen.

Vraag 36 (1 punt)

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

1. afbeelding II

   Toelichting antwoord:

   De buret is gevuld met natronloog uit flesje 1. In de erlenmeyer zit 10 mL salpeterzuuroplossing en een indicator. Wanneer de indicator van kleur verandert, is de eindstand van de buret 18,5 mL. Fiona heeft dan 11,3 mL natronloog toegevoegd.

   De beginstand is dus 18,5 – 11,3 = 7,2.

   Het getal 7,2 is af te lezen in afbeelding II.

Vraag 37 (2 punten)

1. 7,1 (mg/mL)

   Toelichting antwoord:

   5,0 ml natronloog reageert met 31,5 mg salpeterzuur. Er is 11,3 ml natronloog toegevoegd. Het aantal mg salpeterzuur dat heeft gereageerd is dus: (11,3 : 5,0) x 31,5 = 71,19.

   De oplossing bevat 10 mL, de concentratie is dus: 71,19 : 10 = 7,1 mg/mL

   Toelichting puntenscore:

   • Berekening van het aantal mg salpeterzuur dat heeft gereageerd: 11,3 (mL) delen door 5,0 (mL) en vermenigvuldigen met 31,5 (mg) = 1 punt.
   • Berekening van de concentratie salpeterzuur: het berekende aantal mg salpeterzuur delen door 10 (mL) = 1 punt.

    

   Opmerking
   De significantie bij deze berekening niet beoordelen.