Geen zin om een filmpje te bekijken? Hieronder lees je de tekst:
Hi, ik ben Mimi van de Sisters in Science en vandaag ga ik laten zien hoe je met behulp van een molecuulformule en een stappenplan de juiste structuur van kleine moleculen tekent.
Dit stappenplan gaat alleen op voor kleine moleculen en niet voor moleculen met koolwaterstoffen, want daar hebben we een ander stappenplan voor nodig.
Om dit stappenplan zo duidelijk mogelijk uit te leggen, gebruiken we een voorbeeldopgave.
Oké, de eerste stap in ons stappenplan is het uitzoeken van de covalentie van de aanwezige atomen in het molecuul.
Covalentie is het aantal bindingen dat een atoom wil aangaan.
De covalentie vind je door te kijken naar het aantal elektronen in de buitenste schil.
De covalentie is namelijk het aantal elektronen wat een atoom nog nodig heeft om een volle buitenste schil te krijgen.
Wil je nou meer weten over de buitenste schil en bindingen, kijk dan ons filmpje daarover.
Nou, we gaan aan de slag.
We gaan de covalentie zoeken voor al onze atomen in ons molecuul.
We beginnen bij zuurstof (O).
Zuurstof heeft zes elektronen in zijn buitenste schil.
En die schil, daar kunnen er acht in.
Dat betekent dat zuurstof nog twee elektronen nodig heeft om acht elektronen in zijn buitenste schil te krijgen.
Dat betekent dat de covalentie van zuurstof dus twee is.
Dit gaan we ook voor chloor (Cl) doen.
Chloor heeft zeven elektronen in zijn buitenste schil en wil er ook acht.
En dat betekent dat de covalentie van chloor dus één is.
Nou, gelukkig is zwavel (S) best makkelijk, want zwavel was al gegeven in de opgave.
Oké, dus de covalentie van de atomen in ons molecuul zijn hier gegeven.
Dat was stap één, nu stap twee.
Stap twee is dat je het atoom met de hoogste covalentie in het midden zet en de andere atomen eromheen.
Oké, dus dat we even voor dit molecuul doen.
Als we naar de atomen kijken zien we dat zwavel de hoogste covalentie heeft, dus die zetten we in het midden.
En dan zetten we de andere atomen eromheen.
Nou zou je het misschien al verwachten, maar de volgende stap is dat we de bindingen gaan tekenen in het molecuul, zodat het aan ieders covalentie voldoet.
Oké, dus dat gaan we nu met ons atoom doen.
Ik teken hem even nog een keer zodat deze mooi blijft staan.
Dus we hebben een S, een Cl, een Cl en een O.
Nou, we beginnen met de laagste covalentie van chloor, dat is één.
Dus dat betekent dat chloor één elektron zou moeten delen, dus ik maak één binding tussen Cl en S en nog eentje tussen Cl en S.
Vervolgens krijgen we zuurstof, die heeft een covalentie van twee, dus ik maak twee bindingen met zwavel.
Dan stap vier, we gaan controleren of het klopt.
Dat gaan we als volgt doen.
Cl heeft een covalentie van één, heeft één binding, dat klopt.
Deze Cl heeft ook een covalentie van één en heeft één binding, dat klopt.
Zuurstof heeft een covalentie van twee en heeft twee bindingen.
Zwavel heeft een covalentie van vier en die heeft één, twee, drie, vier bindingen.
Dus dit is de structuurformule van SOCl2.
Als het dus niet klopt, ga je opnieuw waar je dus bindingen mist en waar je wellicht nieuwe bindingen moet maken of andere bindingen moet weghalen.
Oké, we lopen nog een keer door het stappenplan.
Stap één, zoek de covalentie van alle aanwezige atomen.
Let op, covalentie is het aantal bindingen dat een atoom wilt aangaan.
Dan stap twee, zet het atoom met de hoogste in het midden, zoals in deze opgave zwavel.
En zet alle andere atomen eromheen.
Stap drie, teken de bindingen tussen de atomen zodat de covalentie klopt.
En stap vier, vergeet het niet te controleren en check voor elk atoom of deze de juiste aantal bindingen heeft.
Vond je deze uitleg nou fijn en wil je meer weten over atomen, moleculen en bindingen, kijk dan onze andere filmpjes op exactwatjezoekt.nl.
Hi, wij zijn Lotte, Noor en Mimi van de Sisters in Science. Wil je meer van ons weten, volg ons dan op Instagram @sistersinscience_NL.