Vraagbaak scheikunde
buffers
Vak
Scheikunde
Niveau
Vwo
Onderwerp
Reacties
Leerjaar
6
- Dit onderwerp is leeg.
-
AuteurBerichten
-
maartenGast
2 Welk mengsel, ontstaan door het samenvoegen van gelijke volumes van volgende
oplossingen, is GEEN buffermengsel?
A CH3COONa (0,20 mol/L) en HCl (0,10 mol/L)
B NH3 (0,10 mol/L) en NH4Cl (0,20 mol/L)
C H2SO4 (0,05 mol/L) en NaHSO4 (0,10 mol/L)
D NaH2PO4 (0,30 mol/L) en Na2HPO4 (0,15 mol/L)Hoe ik dit doe (per mogelijk antwoord): ik ga na welke ionen in welke hoeveelheid mol aanwezig zijn in de oplossing en laat ze reageren met elkaar en zie dan welke moleculen er in welke hoeveelheid overblijven. wanneer de twee moleculen (Zuur en geconjugeerde base of base en geconjugeerde zuur) in dezelfde hoeveelheid aanwezig zijn heb je een buffer.
deze methode lukt voor A maar voor B en D lukt het niet.
Voor D bijvoorbeeld. stel V is 1L. dan kom ik in totaal 0.5 Na+, 0.7 H+ en 0.4 PO43- uit. maar hoe reageren deze ionen met elkaar dan?
muiGastDag Maarten
Voor een bufferoplossing is nodig dat er een zwak zuur en zijn geconjugeerde base in vergelijkbare hoeveelheden (de meeste middelbare schoolboeken geven als grenzen een molverhoiuding tussen 1 : 10 en 10: 1 aan) aanwezig zijn.
Dit mengsel kun je meteen zonder reactie maken (bijvoorbeeld als je HF-oplossing en NaF-oplossing.
mengt: je hebt dan het zwakke zuur HF en de geconjugeerde base F- uit het natriumzout)( METHODE 1)Je kunt ook een overmaat zwak zuur met een ondermaat sterke base mengen: Een deel van het zwakke zuur reageert weg waarbij de geconjugeerde base ontstaat. Het overgeschoten zwakke zuur vormt dan met deze geconjugeerde base de bufferoplossing (METHODE 2)
Voorbeeld: Je voegt een overmaat HF-opl. bij een ondermaat natronloog. Je krijgt dan een bufferoplossing die HF en F- bevat.Je kunt ook nog een overmaat zwakke base aan een ondermaat sterk zuur toevoegen.
Zo zal een overmaat NaF-oplossing met een ondermaat HCl-oplossing weer dezelfde buffer geven (METHODE 3)De alternatieven die jij hebt gegeven gekregen vallen allen onder METHODE 1 met één uitzondering.
Mijn opdracht aan jou is om voor A t/m D na te gaan of er sprake is van een zwak zuur met zijn geconjugeerde base en als dat het geval is aan te geven welk zwak zuur en welke geconjugeerde base dit is.(de geven hoeveelheden zijn zodanig dat dit geen belemmering voor de bufferwerking is)
Stuur je antwoorden.
Ik reageerGroet
MUI -
AuteurBerichten
Bekijk ook eens