Overmaat
topicOver de vraagbaak

Vraagbaak scheikunde

Overmaat

7 berichten aan het bekijken - 1 tot 7 (van in totaal 7)
  • Auteur
    Berichten
  • #168610 Reageer
    Louise
    Gast

    Hi,

    Ik begrijp niet hoe je kunt weten welke ionen er in een oplossing zitten.

    De opdracht is namelijk: Een oplossing van natriumchloride wordt bij een oplossing van zilvernitraat gegoten.

    Bij het mengen wordt een overmaat natriumchlorideoplossing gebruikt.

    Leg uit welke ionen nog in de oplossing aanwezig zijn. Geef de formule van deze ionen.

    Het antwoord is: De Ag+(aq)-ionen zijn door de overmaat chloride-ionen allemaal verwijderd en omgezet in vast zilverchloride. Na+(aq), Cl(aq) en NO3(aq) zijn nog aanwezig.

    Ik snap dus niet hoe je kan weten welke ionen zijn omgezet en welke niet?

    Alvast bedankt!

    #168612 Reageer
    Aky van der Beek
    Gast

    Beste Louise,

    Als 2 zoutoplossingen bij elkaar worden gevoegd, schrijf je op welke ionen door iedere zout oplossing gevormd worden. In binas tabel 45 kun je vinden welke zouten goed oplosbaar zijn en welke matig of slecht oplosbaar zijn. In jouw vraag worden een natriumchloride en een zilvernitaatoplossing bij elkaar gevoegd. Deze geven resp. Na+, Cl- en Ag+ , NO3- ionen. De gebruikte zouten zijn goed oplosbaar. Ga dat maar na in tabel 45. Worden de oplossingen bij elkaar gevoegd dan komen de ionen met elkaar in contact (ze zwemmen als visjes door de oplossing). Een + en – ion trekken elkaar aan. Ga na welke onoplosbaar zout er gevormd kan worden uit de aanwezige ionen. Omdat Na+ en Cl- in overmaat aanwezig zijn, blijven deze ionen over.

    Ik hoop, dat je met bovenstaande informatie begrijpt, waarom er geen Ag+ ionen aanwezig zijn.

    Succes en groeten,

    Aky

     

    #168614 Reageer
    Louise
    Gast

    Hi,

    Dus omdat Agslecht oplosbaar is, verdwijnt deze stof. Maar omdat Cl – als overmaat aanwezig verdwijnt deze niet?

    Bedankt!

    #168623 Reageer

    Hallo Louise,

    Ik zag toevallig jouw laatste opmerking over Overmaat.

    Dus omdat Agslecht oplosbaar is, verdwijnt deze stof. Maar omdat Cl – als overmaat aanwezig verdwijnt deze niet?

    Hierin geef je aan dat je het nog niet helemaal begrijpt. Misschien dat je het nu/vandaag wel snapt.

    Ag+-ionen kunnen niet slecht oplosbaar zijn. De stof AgCl is slecht oplosbaar. Als 1 mol Agmengt met 2 mol Cl– krijg je 1 mol AgCl(s) neerslag en blijft er een overmaat van 1 mol Cl– in oplossing.

    Dat wilde ik toch nog even rechtzetten.

    Groet,

    Jan Wim Peters

     

     

    #168624 Reageer
    Louise
    Gast

    Hi,

    Dus, natrium en chloride zitten nog in de oplossing, omdat ze in overmaat zijn toegevoegd. Maar er zit geen Agmeer in, omdat dit een neerslag vormt met de cl?

    Heel erg bedankt!

     

    #168625 Reageer
    Louise
    Gast

    Is er dan nog nitraat aanwezig, omdat dat goed oplost met zilver. Dus dat geen neerslag kan vormen?

    #168635 Reageer
    Rob Hooft
    Expert

    Ja, dat zie je goed!

    Er is zelfs een oplossing van zilvernitraat gebruikt aan het begin. Dat zout lost prima op. Ook natriumchloride lost prima op. Als je die twee oplossingen mengt is er een slecht oplosbare combinatie: zilver-ionen en chloride. Als er na de neerslagvorming van zilverchloride alleen nog nitraat, natrium-ionen en chloride in de oplossing zitten dan zijn er geen slecht oplosbare combinaties meer.

    Jan-Wim past hierboven een mooie truc toe: in de opgave staat alleen een “overmaat”, maar hij hangt daar om er mee te kunnen rekenen als voorbeeld echte getallen aan: je begint met 1 mol zilvernitraat in oplossing en 2 mol natriumchloride in oplossing, en eindigt met 1 mol zilverchloride neerslag. Als je dat netjes doorwerkt kun je precies volgen hoeveel er van elk van de ionen nog in de oplossing over is!

7 berichten aan het bekijken - 1 tot 7 (van in totaal 7)
Reageer op: Overmaat
Je informatie:



vraagbaak icoon zuur en base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
zuur en base
Hallo, ik snap volgende reactie ook niet: een overmaat van een oplossing van mierenzuur reageert met vast calciumcarbonaat. het antwoord is: 2 HCOOH + CaCO3 -> H2O + CO2 + 2 HCOO-  Ik snap niet hoe het kan dat er links wel Ca staat, maar rechts niet. ik had zelf namelijk 2 HCOOH + CaCO3 […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Zuur-base
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
Zuur-base
Hallo, Bij een opdracht moet ik de volgende reactievergelijking opstellen: een oplossing van zwavelzuur reageert met een overmaat van natronloog. Ik had: H2SO4 + 2OH- -> SO42- + 2 H3O+ Echter moest het volgens het antwoord zijn: HSO4- + H3O+ + 2OH- -> 3 H2O + SO42- Ik snap niet hoe ze aan HSO4- komen aangezien […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Vervanging van zetmeel door fluorescence dye
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Vervanging van zetmeel door fluorescence dye
Hii, Wij zijn twee V6 leerlingen die bezig zijn met ons PWS. Wij hebben het over de Briggs-Rauscher oscillerende reactie. Wij hebben bij meerdere documenten gelezen dat het zetmeel wat wordt gebruikt om triiodide aan te tonen te vervangen is met een fluorescence dye. Weet iemand hoe dit proces werkt en hoe wij dit moeten […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Kwalitatieve analyse
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Kwalitatieve analyse
Geachte helper, Ik moet een kwalitatieve analyse uitvoeren, waarbij ik moet achterhalen welk van de volgende oplossingen gegeven is: Aantonen welke van de volgende oplossingen: oxaalzuur-oplossing, zwavelzuur-oplossing, natronloog of kalkwater, aanwezig is in de reageerbuis. Nu heb ik een tabel gemaakt, met daarin overzichtelijk weergeven wat de stoffen zijn en wat voor functies ze kunnen […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon fotonen
Scheikunde | Havo | 4
Vraag
fotonen
Ik doe een project, waarbij ik moet uitleggen wat fotonen zijn alleen kan ik niks vinden. Hebben jullie toevallig nog links naar goede site’s of zelf uitleg?? Alvast bedankt!
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon fasen van stoffen in een reactievergelijking
Scheikunde | Vwo | 5
Vraag
fasen van stoffen in een reactievergelijking
Goedemiddag. Ik ben momenteel bezig met zuur-basereacties. Ik loop alleen ergens tegenaan; hoe weet ik bij het opstellen van zo’n reactie in welke fase zo’n beginstof zich bevindt, kan ik dat in Binas vinden of moet ik dat gewoon weten? Soms schrijf ik (aq) op, maar is het (l), of andersom. Heel af en toe […]
Bekijk vraag & antwoord
studiehulp icoon 10 tips om uitlegvideo’s effectief te gebruiken
Vmbo | Havo | Vwo
Leertip
10 tips om uitlegvideo’s effectief te gebruiken
Haal meer uit het kijken van uitlegvideo's met deze tips.
Bekijk de tip
vraagbaak icoon Zuren en basen
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
Zuren en basen
Hallo, Ik moet bij deze opdracht een reactievergelijking opstellen, maar ik snap het niet helemaal. Ik moet de reactievergelijking geven als bariumoxide en verdund azijnzuur bij elkaar worden gevoegd. Ik dacht dat het antwoord CH3COOH (aq) + BaO (aq) -> Ba 2+ (aq) + CH3COO-. Het antwoord moest BaO + 2CH3COOH -> Ba2+ + H2O […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon azijnzuur en zuur-base
Scheikunde | Vwo | 4
Vraag
azijnzuur en zuur-base
Hallo, Bij een reactievergelijking van een zuur-base reactie moet ik de scheikundige naam weten van azijnzuur. Volgens Binas is dit ethaanzuur. Ethaan is C2H6 en zuur is H3O+, maar het antwoordenboekje geeft CH3COOH aan. Is dit een zuur waarvan je de naam gewoon uit je hoofd moet leren? Want ik snap de naamgeving niet helemaal. […]
Bekijk vraag & antwoord
vraagbaak icoon Uitleg vraag 22 van scheikunde examen 2023 eerste tijdvak.
Scheikunde | Vwo | 6
Vraag
Uitleg vraag 22 van scheikunde examen 2023 eerste tijdvak.
Hoi, ik begrijp vraag 22 niet helemaal, in het correctievoorschrift staat dat er 4 atoombindingen zijn, zou u aub willen uitleggen hoe ze daarop komen? Alvast bedankt!
Bekijk vraag & antwoord

Inloggen voor experts