Geboren: 13 maart 1733 in Fieldhead (Yorkshire).
Overleden: 6 februari 1804 in Northumberland (Pennsylvania).
Engels theoloog, filosoof en scheikundige.
Studie / Loopbaan
Na de theologische studie in Daventry (1751 –1755) en het bedienen van het ambt als hulpprediker, studeerde hij scheikunde aan de Academie van Warrington, waar hij van 1761 – 1767 tevens docent taal en letterkunde was. Zijn eerste natuurwetenschappelijke belangstelling werd gewekt door Benjamin Franklin, die hem aanzette tot het onderzoek van elektriciteit. Later werd – door zelfstudie – zijn interesse gewekt voor gassen.
Van 1767- 1772 was hij – tevens – predikant te Leeds; van 1773 – 1780 was hij bibliothecaris van de Earl of Shelburne, met wie hij naar Parijs reisde, waar hij Lavoisier ontmoette.
In 1781 werd hij predikant in Birmingham en van 1791 – 1794 in Hackney. In beide plaatsen beschikte hij over een laboratorium. Zijn apparatuur ontving hij van enkele ‘weldoeners’, waaronder de Earl of Shelburne.
In 1794 emigreerde hij naar Amerika, waar hij als boer ging werken.
Belangrijkste werk
Hij schreef een belangrijk standaardwerk over elektriciteit, “History and present state of electricity”, wat hem het lidmaatschap van de Royal Society opleverde.
Hij deed veel onderzoek op het gebied van gassen. Hij ontwikkelde diverse technieken voor het onderzoek van gassen, ontdekte in 1775 waterstof en beschreef de analogie tussen ademhaling en verbranding. Toch bleef hij een aanhanger van de toen heersende flogistontheorie.
Hij was tevens de ontdekker van de gassen ammoniak, koostofdioxide, waterstofchloride (zoutzuurgas) en enkele stikstofoxiden. Hij schreef een belangrijk standaardwerk op dit gebied: “Experiments and observations on different kinds of air”.
In 1781 stelde hij de invloed van licht op scheikundige reacties vast (fotosynthese).