docent Dick
Aangemaakte reacties
-
AuteurBerichten
-
docent DickExpert
Beste Hasan,
Als je een hoeveelheid van een zwak zuur in oplossing mengt met een hoeveelheid van zijn geconjugeerde base, heb je een bufferoplossing.
Dat is dus 1 manier.
Met dit gegeven kun je misschien ook bedenken op welke twee andere manieren je deze situatie kunt bereiken.De pH van een buffermengsel is afhankelijk van de concentraties zwak zuur en geconjugeerde base.
Als je de evenwichtsvergelijking opschrijft, kun je de evenwichtsvoorwaarde opstellen en zien hoe de [H+]/[H3O+] en dus de pH afhangt van de concentraties.Helpt dit je op weg?
Groeten,
Docent Dick
docent DickExpertBeste Suhaa,
Bij de nitraatbepaling wordt de stikstof van de nitraat(ionen) omgezet in ammonium(ionen).
Vervolgens voeg je overmaat natronloog toe, waardoor er ammoniak wordt gevormd.
Door dit mengsel te verwarmen verdampt de ammoniak samen met water.
Wat jij een ‘ammoniak destillatie opzetstuk’ noemt: heet volgens mij ‘spatbol’.
Waarom denk je dat je spatten van het te destilleren mengsel tegen wilt houden?Bij een simpele destillatie scheid je twee vloeistoffen op grond van verschil in kookpunt.
Bij een ammoniakdestillatie scheid je de ammonia(k) uit het mengsel via destillatie van water. Het water verdampt en ammoniak is vluchtig en wordt meegenomen in de waterdamp en na condensatie in het water. Het destillaat vang je op in zuurmilieu, zodat je met een terugtitratie de hoeveelheid ammoniak kunt bepalen.Ik hoop antwoord te hebben gegeven op je vragen.
Hartelijke groet,
Docent Dick
docent DickExpertBeste Ferre,
Een nucleofiel is een negatief ion, het negatieve deel van een dipool-molecuul met een niet-bindend of vrij elektronenpaar dat reageert met een elektrofiel deeltje. Het nucleofiel fungeert daarbij meestal als elektronenpaardonor.
Een elektrofiel deeltje is een positief geladen ion of het positieve deel van een molecuul met een dipool.
Het elektrofiel fungeert meestal als elektronenpaaracceptor.Kun je nu het antwoord op de vragen geven en je antwoord toelichten?
Docent Dick
docent DickExpertBeste Noah,
In de bijlage vind je een uitgewerkt antwoord.
Met vriendelijke groet,
Docent Dick
docent DickExpertBeste Noah,
Dat is helemaal correct uitgewerkt.
Docent Dick
docent DickExpertBeste Max,
Het antwoord komt er aan.
ca. 10 minuten geduld nog a.u.b.
Sorry Max voor de vertraging. Er is een technisch probleem. Hieronder staat het antwoord van docent Dick. (C3 Susanne – moderator)
Beste Max,
Indampen is het proces waarbij je een oplossing verwarmt/verhit, waarbij het water verdampt en je uiteindelijk een vaste stof overhoudt.
Bij een hydraat zitten de watermoleculen in het kristalrooster ingebouwd.
De ionen zijn voor een deel gehydrateerd.
Denk aan blauw koper(II)sulfaat. Doordat een deel van de koper(II)ionen gehydrateerd zijn, kleurt dit zout blauw.
Als je een hydraat gaat verhitten, verdampt het water, ik zou dit dus geen indampen noemen.Bij een ontleding wordt een zuivere stof omgezet in twee of meer nieuwe stoffen.
Als we bij CuSO4.5H2O blijven, dan heb je in het hydraat koper(II)-ionen en sulfaat-ionen met water.
Na de reactie heb je nog steeds koper(II)ionen en sulfaat-ionen en water, alleen heb je het water afgescheiden.
Van een ontleding is hier dus geen sprake.
Is dit een duidelijk antwoord voor je?Met vriendelijke groet,
Docent Dick
docent DickExpertBeste Sandra,
In de bijlage zie je eerst een bestand ‘Handvatten voor Sandra’ waarin uitleg en een uitwerking zit.
Vervolgens een opgave uit een VWO-examen (ik neem aan dat je een vwo-leerling bent, zo niet dan moet je even reageren, dan geef ik andere opgave.
De aanpak van de opgave heb ik in een apart bestand gezet.
Probeer eerst zelf de opgave te maken.Met vriendelijke groet,
Docent Dick
docent DickExpertBeste Sandra,
Ik ga even een paar voorbeelden geven en daarna een paar opgaven.
Even geduld.
Groeten,
Docent Dick
docent DickExpertBeste Sandra,
Ik begrijp uit jouw begin vraag dat er niet bij stond dat P2O5 in neutraal milieu of met water reageert tot PH3.
Als dat zo is, dan vind ik de vraag slecht geformuleerd.Uit het feit dat PH3 uit P2O5 ontstaat, concludeer jij dat er dus H+ ionen nodig zijn.
Vandaar dat je vervolgens een halfvergelijking opschrijft die op zich juist is.
Maar H+ ionen komen niet zomaar voor, die komen voor in een zure oplossing of te wel een zuur milieu (naast uiteraard een tegenion als bv. Cl-)De benodigde H+ ionen kunnen ook geleverd worden door water (waarbij er OH- ontstaat).
In dat geval krijg je de halfvergelijking zoals in het antwoordenboek is gegeven.Basisch milieu: betekent dat er OH- ionen in oplossing aanwezig zijn (naast uiteraard een tegenion als bv. Na+)
Een paar voorbeelden:
Als O3 (oxidator) in zuur milieu reageert, dat participeert in de halfvergelijking H+.
O3 + 2H+ + 2e- —> O2 + H2OAls O3(oxidator) in neutraal milieu reageert, dan participeert water in de halfvergelijking.
O3 + H2O + 2e- —> O2 + 2 OH-
In dit geval ontstaat er dus een base)Als Mg (reductor) reageert, is de halfreactie: Mg(s) —> Mg2+ + 2e-
Als Mg(reductor) in basisch milieu reageert, is de halfreactie : Mg(s) + 2OH- —> Mg(OH)2 + 2e-Heb ik het zo duidelijk voor je gemaakt?
Docent Dick
docent DickExpertBeste Sandra,
In dit geval is het niet nodig dat er een milieu gegeven wordt.
P2O5 reageert met water.
In dat geval ontstaat er PH3 en OH-.
Er ontstaat een base.Als je nog verdere vragen hebt, dan lees ik die wel weer.
Groeten,
Docent Dick
docent DickExpertBeste Sanne,
Jouw antwoord is niet correct!
Ik begrijp dat de halfreactie van P2O5 in water, waarbij PH3 wordt gevormd, wordt gevraagd.
Dan is het antwoord in het antwoordenboek juist!
Jij hebt een correcte halfreactie opgeschreven in zuur milieu!Met vriendelijke groet,
Docent Dick
docent DickExpertBeste Luuk,
Als voorbeeld neem ik water.
Water is een dipool, dus tussen watermoleculen heb je dipool-dipool interactie.
Daarnaast heb je tussen watermoleculen waterstofbruggen.
Vanderwaalsbinding, de aantrekkingskracht tussen twee moleculen is altijd aanwezig.
Bij water heb je dus tegelijkertijd dipool-dipoolbinding, waterstofbruggen en Vanderwaalsbinding.
Realiseer je wel dat de Vanderwaalsbinding de zwakste binding van alle drie is.Met vriendelijke groet,
Docent Dick
docent DickExpertBeste Pip.
Je stelt de reactievergelijking op: 2H2(g) +O2(g) –> 2 H20(g)
Volgens mij kun je uitrekenen hoeveel kg zuurstof reageert met 1,0 kg waterstof (denk aan: wet behoud van massa)
Dan heb je de massaverhouding tussen waterstof en zuurstof in deze reactie.Vanuit de reactievergelijking kun je ook de massaverhouding uitrekenen (Ik ga ervan uit dat de massa van waterstof op 1 u mag stellen)
De massa van O stelt je op x u.
Je hebt nu twee massaverhoudingen voor de reactie van waterstof met zuurstof onder de vorming van water.
Die massaverhoudingen zijn gelijk.
Kun je nu de massa van O vinden?Help je nog meer hulp nodig, dan zie ik je vervolgvraag wel verschijnen.
Groeten,
docent Dick
docent DickExpertBeste Sanna,
Let op:
bij een polymerisatie zet je de dubbele binding centraal. De andere groepen steek je naar boven en naar beneden.
en vervolgens klapt de dubbele binding open en vormt een enkele C-C binding met een ander molecuul etc.
Aan het begin en aan het eind van de structuur zet je een ‘wappertje’ waarmee je aangeeft dat de structuur zich herhaal, omdat een polymeer ontstaat uit veel monomeren.Deze bijlage komt waarschijnlijk wel aan.
docent DickExpertHoi Sarah,
Je hebt ook een vraag over zilverchloride gestuurd.
Heb ik die vraag beantwoord?
Ik kan hem in ons systeem niet meer terugvinden.Als de vraag niet is beantwoord, wil je hem dan nog een keer insturen s.v.p.
Groeten,
docent Dick
-
AuteurBerichten