Geboren: 31 juli 1800 in Eschersheim (bij Frankfurt am Main).
Overleden: 23 september 1882 in Göttingen.
Duits scheikundige.
Studie
Hij studeerde van 1820 – 1823 geneeskunde en scheikunde in Marburg en Heidelberg en promoveerde in 1823 bij L. Gmelin. In 1823 en 1824 studeerde hij bij J.J. Berzelius in Stockholm.
Loopbaan
Van 1825 – 1831 was hij docent (vanaf 1828 hoogleraar) aan de pas opgerichte Stedelijke Technische School in Berlijn. Van 1831 – 1836 docent aan de Technische Hochschule in Kassel en van 1836 – 1882 hoogleraar scheikunde aan de universiteit van Göttingen.
Belangrijkste werk
Hij isoleerde de elementen yttrium (1824), aluminium (1827), beryllium (1828), fosfor, boor en silicium.
In 1824 bereidde hij oxaalzuur uit waterstofcyanide en in 1828 ureum uit ammoniak en kooldioxide en bewees hiermee dat deze (organische) stof niet alleen in de natuur gevormd werd door levenskracht.
Verder bereidde hij als eerste siliciumcarbide en silanen en bewees hij de analogie tussen koolstof en siliciumverbindingen.