Vraag 32 (4 punten)

1. Het aantal mol mellitine is 1,1 x 10^-9.

   Toelichting antwoord:

   Er zijn meerdere juiste berekeningen. Deze berekeningen zijn allemaal correct:

   1. 50 μg gif is 50 x 10^-6 gram gif.
       
      Uit de tekst kan worden gehaald dat het gif voor 88 massaprocent uit water bestaat. Dus 100 – 88 = 12 massaprocent overige stoffen.
       
      Van deze 12 massaprocent overige stoffen is 50 procent mellitine (zie tabel 1).
       
      Er komt bij een steek dus 0,12 x 50 · 10^-6 x 0,50 = 3,0 · 10^-6 gram mellitine vrij.
       
      In de tekst staat dat de molaire massa van mellitine is 2847 g mol^–1. Hiermee kan het aantal mol mellitine worden berekend: 3,0 · 10^-6 / 2847 = 1,1 · 10 ^-9 (mol).
   2. 

    

   Toelichting puntenscore:

   • Berekening van de massa van de droge stof in een bijensteek = 1 punt.
     
   • Verwerking van het massapercentage mellitine en factor 10⁻⁶ = 1 punt.
     
   • Omrekening naar de chemische hoeveelheid mellitine in mol = 1 punt.
     
   • De uitkomst gegeven in twee significante cijfers = 1 punt.
     

Vraag 33 (4 punten)

1. 

   Toelichting antwoord:

   Ga naar Binas-tabel 67H1 en zoek daar de aminozuren ~ Leu – Pro – Ala ~ op.

   Vervolgens wordt er water afgesplitst. De aminozuren binden aan elkaar op de plekken waar een OH- en H-atoom zaten.

   De ~-tekens geven aan dat ook op de uiteindes water wordt afgesplitst. Teken daar het ~ teken.

   Toelichting puntenscore:

   • De peptidegroep juist tussen Leu en Pro = 1 punt.
     
   • De andere peptidegroep juist en de peptidegroepen aan de uiteinden juist afgebroken = 1 punt.
     
   • De restgroepen juist = 1 punt.
     
   • Begin en einde van de peptideketen juist weergegeven, bijvoorbeeld met ~ en de rest van de structuurformule juist = 1 punt.
     

    

   Opmerking
   Als in een overigens juist antwoord de C-uiteinden en de N-uiteinden zijn verwisseld, wordt dit goed gerekend.
   

Vraag 34 (2 punten)

1. De namen van de twee vetzuren zijn arachidonzuur en oliezuur.
   

   Toelichting puntenscore:

   • Arachidonzuur = 1 punt.
     
   • Oliezuur = 1 punt.

Vraag 35 (3 punten)

1. 

   Toelichting antwoord:

   Voor hydrolyse heb je water nodig, dus voor de peil reageert fosfolipase A2 met H₂O.

   De reactie vind plaats bij de estergroep bij C². Na de pijl komt dan C₁₉H₃₁ – C = O -OH + de rest van de fosfolipase A2 met op de plek van de estergroep een OH-groep.

   Toelichting puntenscore:

   • Uitsluitend de formules van het triglyceride en H₂O voor de pijl = 1 punt.
     
   • Arachidonzuur als enige vetzuur na de pijl = 1 punt.
     
   • Alle coëfficiënten en de structuurformule van de glycerolverbinding na de pijl in overeenstemming met het afgesplitste vetzuurmolecuul / de afgesplitste vetzuurmoleculen = 1 punt.
     

Vraag 36 (1 punt)

1. Er zijn meerdere juiste antwoorden mogelijk. Deze antwoorden zijn allemaal correct:

   • Fosfolipase A2 is specifiek (voor de esterbinding aan het tweede C-atoom).
   • Fosfolipase A2 katalyseert maar één soort reactie (die voor het middelste C-atoom).
   • Enzymen zijn specifiek (dus fosfolipase A2 kan alleen de esterbinding bij C-atoom met nummer 2 hydrolyseren).
   • Fosfolipase A2 kan niet aan de andere estergroep(en) binden.

Vraag 37 (1 punt)

1. CO₂

   Opmerking
   Als in plaats van de molecuulformule de juiste naam of structuurformule is gegeven, dan wordt dit goed gerekend.
   

Vraag 38 (2 punten)

1. formule zuiveringszout: NaHCO₃
   toelichting: het bijengif (is zuur en) reageert met de base waterstofcarbonaat/het (zure) bijengif reageert met de base HCO₃^–.

   Toelichting puntenscore:

   • NaHCO₃ = 1 punt.
     
   • Uit de toelichting blijkt dat waterstofcarbonaat/HCO₃^– een base is = 1 punt.
     

    

   Opmerking
   Wanneer als toelichting is gegeven dat bijengif reageert met de base NaHCO₃ , wordt dit goed gerekend.