Deze oefentoets bestaat uit vijf vragen over het onderwerp polymeren.
De uitwerking vind je na het openen van alle hints. Let op, als er geen ‘Controleer antwoord’ knop staat, moet je zelf je antwoord controleren met behulp van de hints en uitwerking.
Vraag 1
Dit is de structuurformule van MMA. Van MMA kan je een additiepolymeer maken.
Vraag 2
Vraag 3
Uit TDC en nog een monomeer ontstaat het polymeer PPTA en HCl.
Vraag 4
Vraag 5
Piepschuim wordt onder andere gebruikt als verpakkingsmateriaal. Het is opgebouwd uit aan elkaar gekleefde bolletjes van een polymeer. Bij het maken van dit verpakkingsmateriaal worden de polymeerkorrels eerst in een reactor verwarmd terwijl een gas wordt doorgeblazen. De korrels schuimen dan op tot bolletjes. Het gas in deze piepschuim-bolletjes wordt vanzelf vervangen door lucht. Vervolgens worden de bolletjes in een mal gebracht en opnieuw verwarmd. De bolletjes kleven dan aan elkaar tot het gewenste verpakkingsmateriaal.
Het is efficiënter om het polymeer in de vorm van korrels te vervoeren dan in de vorm van piepschuim-bolletjes. Om een bepaalde massa in de vorm van piepschuim-bolletjes te vervoeren, zijn veel meer vrachtwagens nodig, dan wanneer die massa in de vorm van polymeerkorrels wordt vervoerd. Een vrachtwagen kan maximaal 46 ton polymeerkorrels vervoeren.
In het verleden werd alle piepschuim gemaakt van polystyreen. Deze soort piepschuim wordt vaak aangeduid met de afkorting EPS. Polystyreen wordt gevormd door additiepolymerisatie van styreen. Deze polymerisatie is een endotherme reactie. Bij de omzetting van de polystyreenkorrels tot piepschuim-bolletjes wordt pentaan gebruikt, dat wordt verhit. Styreen en pentaan worden beide uit aardolie verkregen.
Hieronder is een stukje uit het midden van de structuurformule van polystyreen afgebeeld.
Sinds 2009 is een nieuw soort piepschuim ontwikkeld: BioFoam®. BioFoam® bestaat uit polymelkzuur, de polyester van melkzuur. De vorming van polymelkzuur is een exotherme reactie. Het melkzuur dat wordt gebruikt voor de productie van BioFoam®, wordt verkregen door vergisting van suikers en zetmeel uit bijvoorbeeld suikerriet en maïs.
Bij de omzetting van polymelkzuurkorrels tot piepschuim-bolletjes wordt koolstofdioxide gebruikt dat wordt gewonnen uit de rookgassen van energiecentrales. Hieronder is de structuurformule van melkzuur weergegeven.
BioFoam® wordt wel ‘groen’ piepschuim genoemd. Eén van de redenen daarvoor is dat de netto hoeveelheid CO2 die bij de productie van een ton BioFoam® wordt uitgestoten aanzienlijk minder is dan bij de productie van een ton EPS. Zie onderstaande grafiek.
Een aantal factoren is van invloed op de netto CO2 uitstoot tijdens de productie. Eén ervan is het warmte-effect van de polymerisatiereactie.