Geboren: 21 oktober 1833 in Stockholm
Overleden: 10 december 1896 in San Remo
Zweeds scheikundige, ingenieur en industrieel.
Studie
Hij was autodidact en ontving privé-lessen van N. N. Sinin in Sint Petersburg. Van 1850 – 1852 maakte hij een uitgebreide studiereis door Europa en Noord-Amerika, waar hij bij de uitvinder John Ericsson in de leer ging.
Loopbaan
Hij werkte in de machinefabriek van zijn vader in Sint Petersburg en startte er in 1863 een springstoffenlaboratorium. Hij stichtte in 1865 de Nitroglycerinefabriek en breidde geleidelijk de productie van springstoffen uit over 5 continenten.
Belangrijkste werk
Hij vond de initiaalverbanding van nitroglycerine uit (1865), de ‘zekerheids’springstof dynamiet (1867), springgelatine (1875) en ballistit of Nobel-poeder (1887). Hij verkreeg op de bereiding van nitroglycerine (en dynamiet) 93 patenten.
In 1895 bepaalde hij bij testament dat het grootste deel van zijn vermogen, dat 3,2 miljoen Zweedse kronen bedroeg, moest worden gebruikt voor de op te richten (Nobel)stichting, die in 1900 door de Zweedse regering juridisch werd vastgelegd. Vanaf 1901 worden vanuit deze stichting de Nobelprijzen verleend.