mui

mui

Aangemaakte reacties

13 berichten aan het bekijken - 16 tot 28 (van in totaal 28)
  • Auteur
    Berichten
  • In reactie op: Zuur-basereactie: barietwater en koolstofdioxide #2876
    mui
    Expert

    Dag Lize,

    Gezien de vraagstelling zijn beide antwoorden goed omdat je inderdaad niet weet welke stof in overmaat is.

    Als je de praktijk er bij haalt zal de proef als volgt uitgevoerd zijn:

    Men laat (lucht met) koolstofdioxide door barietwater borrelen.

    In dat geval heb je aan het begin van het experiment relatief veel opgelost bariumhydroxide en weinig koolstofdioxide.
    In dat geval staat koolstofdioxide (als “H2CO3) twee protonen af aan 2 hydroxide-ionen. Het carbonaation dat dan gevormd wordt geeft een neerslag met de aanwezige bariumionen.
    Ga je voldoende lang door met doorleiden van koolstofdioxide dan gaat het koolsofdioxide reageren met de base CO3(2-) uit bariumcarbonaat volgens:

    BaCO3(s) + H2O(l) + CO2(g) -> Ba2+ + 2 HCO3(-)

    Als je deze vergelijking optelt bij de vergelijking waarin het neerslag wordt gevormd hou je de door jou genoemde mogelijke vergelijking over.

    Mocht deze reactie niet toereikend zijn, dan hoor ik van je.

    Groet
    MUI

    In reactie op: Dipool-Dipool binding #2761
    mui
    Expert

    Zie bijlage

    In reactie op: Naamgeving alkenen met karakteristieke groepen #2759
    mui
    Expert

    Het antwoord staat in het bestand

    In reactie op: Thermoharder? #2457
    mui
    Expert

    Dag Irma

    In de getekende structuur zijn inderdaad geen crosslinks weergegeven.
    Deze structuur is dus de structuur van een thermoplast

    Gezien de eigenschappen van superglue moet het wel een thermoharder zijn. Ik neem aan dat o.i.v. water (en toch ook zuurstof?) uit de lucht door reactie alsnog deze crosslinks worden gevormd.

    Hieronder een kopie van een reactie aan Maarten waarin ik het verschil tussen thermoharder en thermoplast heb weergegeven.
    Misschien helpt dat.

    Dag Maarten

    Van een thermoplast kun je een structuurformule geven.
    Bijv. : ployetheen kun je weergeven als ~(CH2 – CH2)n~ . De 2 en de n zijn indices, dus die moet je iets naar beneden denken.
    Dit betekent dat in polyethheen lange ketens voorkomen. Tussen deze ketens heb je geen chemische bindingen, maar uitsluitend intermoleculaire bindingemn, in dit geval molecuulbinding die tot veroorzaakt wordt door de vanderwaalskrachten tussen de moleculen.
    Op microoschaal zijn in de stof (macroschaal) afzonderlijke moleculen aanwezig.
    Vergelijk het met spaghettislierten die tegen elkaar aanplakken maar bij verwarmen kunnen die slierten elkaar loslaten.
    Elke sliert staat dan voor een polymeermolecuul in een thermoplast.

    Bij een thermoharder zijjn in de stof geen afzonderlijke moleculen te herkennen. Dit komt omdat de atomen onderling via-via aanelkaar gebonden zijn in netwerkstructuren (meestal 3-dimensionaal) In dit netwerk (micro) kun je geen afzonderlijke moleculen te herkennen.
    Eigenlijk is een stukje thermoharder (macro) één groot molecuul.
    Omdat atoombindingen veel sterker zijn dan intermoleculaire bindingen hebben thermoharders heel andere eigenschappen
    Een voorbeeld van een thermohardersructuur is de structuur van diamant. Deze vind je waarschijnlijk in je middelbaren schoolboek en anders wel op wikipedia. Ook bakeliet is een bekende thermoharder.

    Zie: https://www.aljevragen.nl/sk/koolstofchemie/KLS150.html

    Van deze thermoharders kun je geen structuurformule zoals voor de thermoplast polyethheen tekenen.
    Wat je wel moet kunnen uit een gegeven tekening van de structuur herkennen of een polymeer een thermoharder of een thermoplast is.

    Blijven er vragen bij je over? Laat het weten
    Groet
    MUI

    In reactie op: kunstof flexibeler maken #2456
    mui
    Expert

    Dag Jinthe

    Allereerst moet je bedenken dat alleen thermoplasten soepeler gemaakt kunnen worden.
    Wat er bij dat soepeler maken gebeurt is dat je de binding tussen de polymeermoleculen wat zwakker maakt.
    Dit kan door de moleculen beweeglijker te maken. Je moet dan de temperatuur verhogen.
    Dit doe je bijvoorbeeld als je een stukje pvc slang om een kraan wil aanbrengen. Je houdt dan het stukje pvc-slang in warm water. Het is dan flexibel genoeg om deze om de kraan heen te schuiven.
    Weekmakers worden veel meer toegepast. Dit zijn relatief kleine moleculen die je bij de polymerisatie toevoegt (zij reageren niet mee tijdens de polymerisatie). Deze moleculen zorgen er voor dat de gemiddelde afstand tussen de polymeerketens wat groter wordt en dus de binding tussen de ketens wat zwakker. Het materiaal wordt dus flexibeler. Nadeel van een weekmaker is, dat deze zeer langzaam verdampt. De flexibiliteit van het materiaal neemt langzaam af.
    Een voorbeeld van een gewenste tijdelijke weekmaker is stoom bij het strijken.
    In katoen komen grote cellulosemoleculen voor, die door de vele OH-groepen elkaar sterk aantrekken. De watermoleculen die je tijdens het met stoom strijken toevoegt zorgen er voor dat de cellulosemoleculen op wat grotere afstand van elkaar komen en elkaar dus minder sterk aantrekken.
    De stof (katoen) wordt in de gewenste vorm gestreken. Na afloop verdampt het water en gaan de cellulosemoleculen elkaar dus weer sterker aantrekken waardoor de door het strijken aangebrachte vorm blijft.

    Ik hoop je vraag voldoende beantwoord te hebben
    Zo niet, laat het me weten

    Groet
    MUI

    In reactie op: Thermoharder en thermoplasten #2453
    mui
    Expert

    Dag Maarten

    Van een thermoplast kun je een structuurformule geven.
    Bijv. : ployetheen kun je weergeven als ~(CH2 – CH2)n~ . De 2 en de n zijn indices, dus die moet je iets naar beneden denken.
    Dit betekent dat in polyethheen lange ketens voorkomen. Tussen deze ketens heb je geen chemische bindingen, maar uitsluitend intermoleculaire bindingemn, in dit geval molecuulbinding die tot veroorzaakt wordt door de vanderwaalskrachten tussen de moleculen.
    Op microoschaal zijn in de stof (macroschaal) afzonderlijke moleculen aanwezig.
    Vergelijk het met spaghettislierten die tegen elkaar aanplakken maar bij verwarmen kunnen die slierten elkaar loslaten.
    Elke sliert staat dan voor een polymeermolecuul in een thermoplast.

    Bij een thermoharder zijjn in de stof geen afzonderlijke moleculen te herkennen. Dit komt omdat de atomen onderling via-via aanelkaar gebonden zijn in netwerkstructuren (meestal 3-dimensionaal) In dit netwerk (micro) kun je geen afzonderlijke moleculen te herkennen.
    Eigenlijk is een stukje thermoharder (macro) één groot molecuul.
    Omdat atoombindingen veel sterker zijn dan intermoleculaire bindingen hebben thermoharders heel andere eigenschappen
    Een voorbeeld van een thermohardersructuur is de structuur van diamant. Deze vind je waarschijnlijk in je middelbaren schoolboek en anders wel op wikipedia. Ook bakeliet is een bekende thermoharder.

    Zie: https://www.aljevragen.nl/sk/koolstofchemie/KLS150.html

    Van deze thermoharders kun je geen structuurformule zoals voor de thermoplast polyethheen tekenen.
    Wat je wel moet kunnen uit een gegeven tekening van de structuur herkennen of een polymeer een thermoharder of een thermoplast is.

    Ik hoop dat je hiermee verder kan. Zo niet laat het me weten.

    Groet
    MUI

    In reactie op: 1.4- additie en 1.2- additie #2432
    mui
    Expert

    Dag Sanna

    Dat gaat inderdaad hetzelfde, want het is de C = C binding die bepalend is voor de polymerisatie.
    Als je het wil tekenen kun je het beste deze C = C binding horizontaal tekenen en de rest van het but-1-eenmolecuul verticaal.
    Zie daarvoor mijn eerdere document waar ik de 1,2-additie van buta-1,3-diëen heb uitgelegd.
    Na polymerisatie van but-1-een krijg je dan een lange C-keten met uitsluitend enkelvoudige bindingen tussen de C-atomen. In deze C-keten worden C-atomen waaraan twee H-atomen gebonden zijn, afgewisseld door C-atomen waaraan een H-atoom en een C2H5-groep (ethylgroep) zijn gebonden.
    Ik hoop dat je met deze informatie verder kan.
    Zo niet, laat het weten

    Groet
    MUI

    In reactie op: 1.4- additie en 1.2- additie #2423
    mui
    Expert

    Dat klopt.
    Er komt dan wel een dubbele binding tussen het tweede en derde C-atoom.
    Dus als broom via een 1,4-additie met buta-1,3-diëen reageert ontstaat 1,4-dibroombut-2-een.

    Nog vragen? Ik merk het wel.
    Succes met de scheikunde

    Groet
    MUI

    In reactie op: 1.4- additie en 1.2- additie #2351
    mui
    Expert

    Dag Sanna

    In onderstaand document vind je mijn uitleg
    Mocht dat tot vragen leiden dan hoor ik het wel

    Groet
    MUI

    In reactie op: vitamine c gehalte uit bruistablet #1894
    mui
    Expert

    Dag Kim

    Dat wordt nog lastig.
    Alle stoffen in een bruistablet zijn ( na reactie in water) wateroplosbaar. Koolstofdioxide verwijderen is geen probleem. Dit kan door de oplossing een nacht aan de lucht te laten staan. Net al;s bij cola verdwijnt dan de prik. Probleem is dan wel weer dat je ook vitamine C verspeelt omdat er zuurstof in het water oplost. Dit reageert met vitamine C. Misschien hebben jullie een stikstofcylinder op school. Dan zou je door deze stikstof door de oplossing te laten borrelen de koolstofdioxide kunnen verdrijven.

    Voor de kwantitatieve bepaling van vitamine C moet je dus gebruik maken van een eigenschap van vitamine C die de andere aanwezige stoffen niet hebben.
    Je kunt op internet de samenstelling van een bruistablet opzoeken (,of op de verpakking)
    Maak een tabel met eigenschappen van die stoffen en vitamine C.

    Vergelijk de eigenschappen en doe een voorstel over wat voor soort reactie je kunt gebruiken bij de kwantiatieve bepaling.

    Zet je reactie in de vraagbaak
    Ik houd deze in de gaten
    Ik hoor van je

    Groet
    MUI

    In reactie op: Vergelijking pH #69487
    mui
    Expert

    Dag Eelco

    Tussen twee happen door:

    Ik zal de vraag praktisch beantwoorden:
    In Binas tabel 49 vind je een kolom zuren en een kolom basen.
    In de kolom zuren kom je CO2 opgelost in water (CO2 + H2O) tegen wat ook wel wordt geschreven al H2CO3. Als koolstofdioxide wordt opgelost in water ontstaat dus een zure oplossing.

    In de kolom basen kom je ammoniak tegen. Een oplossing van ammoniak in water bevat dus OH- ionen (en NH4 + ionen.

    H2CO3 vind je niet in de kolom basen, NH3 vind je niet in de kolom zuren.. De laatste twee vergelijkingen kunnen dus niet (Bovendien zijn ze dubbel fout: naast de foute eigenschap kloppen ze ook niet. Naast OH- zou dan HCO2 + moeten ontstaan en naast H+ moet dan NH4O- ontstaan)

    Er is een theoretische verklaring voor het basisch zijn van ammoniak en het zuur zijn van H2CO3. Ik neem aan dat dat nu te ver voert.

    Mocht je nog meer vragen hebben, dan hoor ok het wel

    In reactie op: Polymeren #1361
    mui
    Expert

    Dag Kjell

    Het principe van de door jou genoemde reacties is inderdaad hetzelfde:
    Moleculen of delen van moleculen reageren met elkaar tot een groter geheel onder afsplitsing van een kleine molecuulsoort . Deze kleine molecuulsoort kan water zijn. Daar komt de naam condensatie vandaan.

    Bij een verestering reageren een alkaanzuur en een alkohol met elkaar tot een ester en water. Uiteraard zijn daar de carboxylgroep van het alkaanzuur en de hydroxylgroep van de alkohol bij betrokken. Het reactieproduct (de ester) heeft geen reactieve plaatsen meer. De reactie stopt dus.

    Bij polycondensatie kies je de uitgangstoffen zo dat de moleculen niet één, maar twee reactieve plaatsen hebben.
    Als je bijvoorbeeld 1,2-ethaandiol en hexaandizuur met elkaar laat verseteren, zal na één reactiestap het molecuul dat dan is gevormd nog een hydroxylgroep over hebben van 1,2-etaandiol en een carboxylgroep van hexaandizuur. De hydroxylgroep van ethaandiol zal dan uiteraard verder reageren met een hexaandizuurmolecuul en de carboxylgroep zal met een ethaandiolmolecuul reageren. Steeds blijven echter in het gevormde product twee reactieve plaatsen over waardoor de reactie verder kan gaan waarbij het polymeer wordt gevormd.

    Soms is polycondensatie ook met één soort uitgangsstof mogelijk. De moleculen van die ene uitgangsstof moeten dan wel beide reactieve groepen hebben. Dit is bijvoorbeeld het geval bij zogenaamde hydroxyzuren zoals melkzuur: 2-hydroxypropaanzuur.

    Niet alle condensatiereacties leiden tot polyesters.
    Als je bijvoorbeeld diaminen met dizuren laat reageren ontstaan polyamiden. Deze kun je ook krijgen door aminozuren met elkaar ter laten reageren.
    Dit vindt bijvoorbeeld plaats in de cel bij de vorming van eiwitten.

    Ik hoop dat ik je vraag heb beantwoord, zo niet laat het me weten

    In reactie op: verschil redox en zuurbase reacties. #1352
    mui
    Expert

    Bij een zuur-basereactie worden protonen (H+ ionen) overgedragen van de deeltjes (moleculen of ionen) van het zuur naar de deeltjes van de base.
    Bijvoorbeeld de reactie tussen zoutzuur (HCl-oplossing) en natriumhydroxide-oplossing:
    Het H3O+ ion uit zoutzuur staat dan een H+ af aan het OH- ion uit natronloog. (Daarbij ontstaat water)
    De reactievergelijking wordt: H3O+ + OH- -> 2 H2O
    Gegevens over zuren en basen vind je in Binas tabel 49

    Bij een redoxreactie worden elektronen overgedragen. Het deeltje dat de elektronen afstaat heet de reductor, het deeltje dat de elektronen opneemt heet de oxidator.
    Bekende reductoren zijn metalen: De neutrale metaalatomen kunnen door afgeven van elektronen overgaan in de positieve metaalionen.
    Voorbeeld van een redoxreactie:
    De reactie tussen zoutzuur en magnesium :
    (Bij redoxreacties wordt meestal niet H3O+ in de reactievergelijking geschreven, maar H+ )

    De reactievergelijking wordt:

    2 H+ + Mg -> H2 + Mg2+
    (oxidator) (reductor)

    Elk H+ ion neemt een elektron op en wordt een H-atoom. Twee van die H-atomen vormen een H2 molecuul.
    Het Mg-atoom staat twee elektronen af en vormt Mg2+

    Gegevens over oxidatoren en reductoren vind je in tabel 48

    Samengevat: Het principiële verschil tussen zuur-base en redoxreacties is het deeltje dat wordt overgedragen

    Ik hoop dat ik je vraag volledig heb beantwoord, zo niet: stuur een reactie

13 berichten aan het bekijken - 16 tot 28 (van in totaal 28)

Inloggen voor experts