Geboren: 7 november 1867 te Warschau (Polen)
Overleden: 4 juli 1934 te Salanches (Haute Savoie).
Pools – Frans natuur- en scheikundige.
Studie
Maakte zich door zelfstudie de beginselen van de natuur- en scheikunde eigen en deed daarbij experimenten in het laboratorium van haar neef. Werkte van 1885 – 1891 als gouvernante en begon daarna een studie aan de Sorbonne in Parijs. Studeerde in 1893 af in de natuurkunde en in 1894 in de wiskunde.
Loopbaan
Zij werd medewerkster Pierre Curie, met wie ze in 1895 trouwde. Ze is onder deze naam (Madame Curie) bekend geworden als onderzoekster van radioactiviteit. Na het overlijden van Pierre in 1906 zette zij het onderzoek voort. In 1908 werd ze de eerste vrouwelijke hoogleraar aan de Sorbonne. In 1914 richtte zij het Radium Instituut opgericht en werd er directeur van.
Belangrijkste werk
Samen met haar man onderzocht zij de door Henri Becquerel ontdekte radioactiviteit, waarbij ze het element radium kon isoleren (1898). In hetzelfde jaar ontdekte ze een nieuw element: polonium, genoemd naar haar geboorteland. In 1903 promoveerde zij op dit onderwerp en ontving ze – samen met Pierre Curie en Henri Bequerel – de Nobelprijs voor de natuurkunde.
In 1911 ontving ze opnieuw de Nobelprijs, nu voor de scheikunde.
In het Radium Instituut werden de toepassingsmogelijkheden voor radioactieve stralen onderzocht, o.a. de bestrijding van kanker. In de Eerste Wereldoorlog deed ze röntgenonderzoek en –therapie in het Franse leger.
Marie Curie stierf aan leukemie, een gevolg van de overdosis straling die ze bij haar vele onderzoeken ontving.