Jan Wim Peters

Jan Wim Peters

Aangemaakte reacties

15 berichten aan het bekijken - 16 tot 30 (van in totaal 265)
  • Auteur
    Berichten
  • Hallo Bram,

    Je hebt misschien de eerste batterij, die je vond, uitgetest op een ledje. Maar je moet er zelf een maken. Met BINAS 48 vind je wel een combinatie die je aan 2 Volt bronspanning helpt.

    Succes en groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: Lactose vrije yoghurt #169082

    Hallo Annie,

    Een expert op dit gebied ben ik niet. Maar ik doe een poging. Ik heb onderstaand stukje gevonden bij de site van de Maag-lever-darm-stichting:

    Met behulp van een enzympreparaat kun je lactose-arme melk maken van gewone melk. Dit enzympreparaat bevat het enzym lactase waarmee lactose afgebroken wordt. Daarnaast zijn er tabletten die het enzym lactase bevatten. Deze tabletten kun je innemen als je een keer melk(producten) wilt gebruiken. Beide enzympreparaten zijn vrij verkrijgbaar bij de apotheek.

    Ik neem aan dat je de pudding afkoelt voordat je de lactase toevoegt. Je moet de pudding, na koelen tot kamertemperatuur en mengen met het lactaat, een nacht laten staan. Het lactaat doet dan zijn werk.

    Voor de bruinkleuring heb ik geen verklaring.

    Groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: Overmaat #168623

    Hallo Louise,

    Ik zag toevallig jouw laatste opmerking over Overmaat.

    Dus omdat Agslecht oplosbaar is, verdwijnt deze stof. Maar omdat Cl – als overmaat aanwezig verdwijnt deze niet?

    Hierin geef je aan dat je het nog niet helemaal begrijpt. Misschien dat je het nu/vandaag wel snapt.

    Ag+-ionen kunnen niet slecht oplosbaar zijn. De stof AgCl is slecht oplosbaar. Als 1 mol Agmengt met 2 mol Cl– krijg je 1 mol AgCl(s) neerslag en blijft er een overmaat van 1 mol Cl– in oplossing.

    Dat wilde ik toch nog even rechtzetten.

    Groet,

    Jan Wim Peters

     

     

    In reactie op: Oplosbaarheid #168617

    Hallo Louise,

    Zoals ik al eerder zei in een ander antwoord: er is een groot verschil tussen een stof en een deeltje. Zilvernitraat is een stof, een goed oplosbaar zout. Het bestaat uit 2 soorten deeltjes, zilver-ionen en nitraat-ionen. Door wat van deze oplossing toe te voegen, komen de chloride-ionen in contact met de zilver-ionen en ontstaat vast zilverchloride, een slecht oplosbaar zout. Zo verdwijnen alle chloride-ionen uit de oplossing. Met de nitraat-ionen gebeurt niets; die blijven in de oplossing.

    Je kunt nooit alleen maar zilver-ionen toevoegen. Waarom niet?

    Groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: Molverhouding berekenen #168615

    Hallo Louise,

    MgSOis een stof( een zout in dit geval) en een stof heeft geen lading. MgSO4 bestaat uit 2 soorten ionen,  plus- en min-geladen ionen. Mg2+ en SO42- .   Maar omdat een stof ongeladen moet zijn, zijn er evenveel  Mg2+ -ionen als  SO42- -ionen. De verhouding tussen ionen is 1 : 1.

    In 1 mol MgSO4  zit dus 1 mol Mg2+ en 1 mol SO42- . Dus de molverhouding tussen MgSOen Mg2+ is dan 1 : 1.

    En niet 1 : 0,5 , wat wel eens gedacht wordt. Je moet het zien als een(1) viltstift. Die heeft een(1) dop en een(1) pen. Heb je 100 viltstiften, dan ook 100 pennen ( en 100 doppen).

    Het begrip mol gaat over aantallen; 1mol MgSO4 bevat 1 mol Mg, 1 mol S en 4 mol O.

    Ik hoop dat ik je vraag goed begrepen heb. Zo niet, stuur dan een vervolgvraag.

    Groet,

    Jan Wim Peters

     

    In reactie op: Hoe bepaal ik het percentage hexaanzuur? #166198

    Hallo Meike,

    De verhouding in de oplossing is berekend: hexaanzuur : hexanoaat = 0,19 : 1

    Die (: 1) staat er niet, maar dat kun je wel zo noteren. Kun je nu uitrekenen hoeveel % van hexaanzuur nog aanwezig is?

    Laat maar weten.

    Succes en groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: Stoffen onderscheiden #166189

    Hallo Isabel,

    Natuurlijk weet ik niet wat Dick in gedachten had. Maar de laatst genoemde proef is prima en heel eenvoudig. Weet je ook waarom de ene oplossing zuur is en de andere basisch?

    Groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: Redoxreacties #166185

    Hallo Jade,

    Bedoel je een vraag, waarbij verschillende stoffen worden gemengd, waarna je een reactie moet bedenken? Ik ga daar maar even vanuit.

    Allereerst moet je alle stoffen in de juiste notatie opschrijven in formulevorm. Vervolgens zoek je in BINAS 48 de sterkste oxidator; welke halfreactie is mogelijk?). Zo ook de sterkste reductor(combinatie); ook hiervan de halfreactie. Als de oxidator in BINAS 48 hoger staat dan de reductor, zal de redoxreactie spontaan verlopen. Voorbeeld: waterstofperoxideoplossing en natriumsulfietoplossing en zwavelzuuroplossing.

    H2O2(aq), Na+(aq), SO32-(aq), H+(aq), SO42-(aq), H2O(l)

    OX: H2O2(aq) + 2 H+(aq) + 2e    –> 2 H2O(l)

    RED: SO32-(aq) + H2O(l) –> SO42-(aq) + 2 H+(aq) + 2e

    totaal:

    H2O2(aq) + 2 H+(aq) +SO32-(aq) + H2O(l) –> 2 H2O(l) + SO42-(aq) + 2 H+(aq)

    wordt:    H2O2(aq) +SO32-(aq) –> H2O(l) + SO42-(aq)

    Duidelijk? Stuur anders maar een vervolgvraag.

    Groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: zuren opgelost in water #166142

    Hallo Mijke,

    Je hebt sterke en zwakke zuren. Er zijn maar een paar sterke zuren; die ioniseren, opgelost in water, volledig. Zo noteer je een salpeterzuuroplossing als: H3O+(aq) + NO3(aq)

    Omdat zwakke zuren niet volledig ioniseren, zijn ook de meeste van de moleculen van het zuur nog in de oplossing aanwezig. We geven dat in de notatie aan. Voorbeeld: azijnzuuroplossing: CH3COOH(aq). Hierbij vergeet je even dat ook een (klein) gedeelte wel is geïoniseerd.

    Hoe moet je een oxaalzuuroplossing noteren?

    Succes en groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: welke bindingen worden verbroken #165961

    Hallo Natalie,

    Maar wat is nu precies jouw vraag? De eerste 3 vragen proberen je op weg te helpen: wat gebeurt er met de moleculen als een stof verdampt en wat als een stof ontleedt? Vraag 4 is, denk ik, niet juist gesteld. Ik zou vragen welke nieuwe bindingen worden gevormd?

    Probeer het eens en laat weten of dat lukt.

    Succes en groet,

     

    Jan Wim Peters

    In reactie op: zuur-basereactie calsiumcarbonaat (s) + zwavelzuur (aq) #165946

    Dag Jan,

    Je zit op het VWO, joh. Je moet wel wat verwarring aankunnen, vind ik.

    Het is wel vervelend dat het boek het éne uitlegt en het antwoord daar niet mee klopt. Ik ben dat als docent wel vaker tegengekomen.

    Succes verder,

    groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: zuur-basereactie calsiumcarbonaat (s) + zwavelzuur (aq) #165942

    Dag Jan,

    Die HSO- staat ook nergens; je bedoelt misschien iets anders. Het antwoord dat je uit het boek haalde is:

    CaCO3 (s) + H3O+ (aq) + HSO(4-) (aq) > CaSO4 (s)  + 2H2O (l)  +  CO2 (g)

    Daar staat een klein foutje( haakje) in dat je misschien in de war brengt; hier de goede vergelijking:

    CaCO3 (s) + H3O+ (aq) + HSO4(-) (aq) > CaSO4 (s)  + 2H2O (l)  +  CO2 (g)

    Maar ook goed is. wat mij betreft:

    CaCO3 (s) + 2 H3O+ (aq) + SO4(2-) (aq) > CaSO4 (s)  + 2H2O (l)  +  CO2 (g)

    Of beter nog, met sub- en superschrift:

    CaCO3 (s) + 2 H3O+ (aq) + SO42- (aq) > CaSO4 (s)  + 2H2O (l)  +  CO2 (g)

    Er vinden dus 2 reacties plaats:

    1. zuur-base CO32- + 2 H3O+ en 2. neerslag: Ca2+ (aq)  + SO42- (aq)

    Duidelijk of nog een vraag?

    Groet,

    Jan Wim Peters

    In reactie op: zuur-basereactie calsiumcarbonaat (s) + zwavelzuur (aq) #165939

    Hallo Jan,

    H2SO4 is een sterk zuur; bij oplossen in water ontstaat H3O+ en HSO4–  . Maar zoals je in BINAS 49 kunt vinden: HSO4– is een zwak zuur ,dus ioniseert niet volledig. Ik zou dit gegeven hier niet gebruiken; het verandert niets aan het resultaat. Maar formeel moet je een zwavelzuuroplossing schrijven als:

    H3O+ (aq) + HSO4– (aq)

    CaSO4 is matig oplosbaar, maar als de concentratie wat groter wordt, lost het niet meer op in weinig water. Dat gebeurt dus bij deze reactie; je ziet er ook niet veel van, je begint met een witte bruisende suspensie en na afloop heb je weer een witte suspensie. Maar wel een andere witte vaste stof!

    Zo duidelijk?

    Groet,

    Jan Wim Peters

    • Deze reactie is gewijzigd 5 maanden, 3 weken geleden door Jan Wim Peters.
    In reactie op: zuur-basereactie calsiumcarbonaat (s) + zwavelzuur (aq) #165931

    Hallo Jan,

    Zwavelzuur is een sterk zuur en ioniseert volledig in sulfaationen en H3O+-ionen. Een carbonaat-ion is een base en zal volledig reageren met de overmaat H3O+. Geef hiervoor eens de vergelijking.

    Groet,

    Jan Wim Peters

15 berichten aan het bekijken - 16 tot 30 (van in totaal 265)

Inloggen voor experts