Het zilvergrijze terbium is een gemakkelijk vervormbaar en zacht metaal dat zich met een mes laat snijden. Het is een lanthanide en behoort dus tot de reeks van de zeldzame aarden. Het is één van de vier elementen die zijn vernoemd naar het Zweedse plaatsje Ytterby (naast erbium, ytterbium en yttrium). Een aantal terbium-gebaseerde materialen vertoont bijzondere eigenschappen zoals triboluminescentie (kristallen geven licht als ze breken), drukafhankelijke fluorescentie, of sterke magnetostrictie (vormverandering onder invloed van een magnetisch veld).
Symbool
Tb
Protonen/elektronen
Groep
Isotopen
159Tb
Periode
6
Elektronenconfiguratie
[Xe] 4f96s2
Blok
f
Elektronencofiguratie Bohr
2,8,18,27,8,2
Bij kamertemperatuur
vast
Elektronegativiteit
1,1 (Pauling)
Dichtheid
8230 kg m-3
Atoomstraal
176 . 10-12 m
Smeltpunt
1359 oC (1632 K)
Relatieve atoommassa
158.925
Kookpunt
3230 oC (3503 K)
Soortelijke warmte
182 J kg-1K-1
Warmtegeleidingscoëfficiënt
Selecteer
Toepassingen
Naam & ontdekking
Voorkomen
Bereiding
Beeld en audio
Toepassingen
Toepassingen
Fluorescentielamp
Tb2O2S wordt gebruikt als groen fluorescerende stof in deze lampen. Ook Tb3+-verbindingen toegevoegd aan La2O2S leveren een groen fluorescerende stof. Als onderdeel van de fluorescerende laag helpen ze de lamp de juiste kleur te geven.
Laser
Vaste stof lasers met natriumterbiumboraat geven coherent groen licht met een golflengte van 546 nm.
Meer toepassingen
Als element en in legeringen
- Halfgeleiders
- Poolschoenen voor magneten
In verbindingen
Fosforescerende stof in TL-buizen | (Tb,Ce,Gd,Mg)BO3 |
Luminiscentielabel | Tb(III)-verbindingen |
Stabilisator in ZrO2-kristallen in brandstofcellen | Tb(III)-verbindingen |
Sonarsystemen van de marine |
Naam & ontdekking
Naam
De naam terbium is afgeleid van de vindplaats van het mineraal waarin dit element voor het eerst werd aangetroffen: Ytterby, bij Stockholm (Zweden). Dat geldt overigens ook voor yttrium, erbium en ytterbium. Het betreffende mineraal heette aanvankelijk ytterbiet, maar kreeg later de naam gadoliniet.
Ontdekking
De Zweedse chemicus en mineraloog Carl Gustav Mosander ontdekte terbium in 1843 in ytteraarde of yttria, het oxidenmengsel dat hoofdzakelijk uit yttriumoxide bestaat.
Toelichting: Zeldzame aardmetalen
Terbium behoort tot de zeldzame aardmetalen. De groep omvat de elementen scandium (21) en yttrium (39) en de elementen 57 tot en met 71. Die laatste reeks is ook bekend als de lanthaniden (naar het eerste element uit de reeks: lanthaan).
Zeldzaam wil niet zeggen dat de betreffende elementen weinig op aarde voorkomen. Het gaat hier om een groep elementen die allemaal ontdekt zijn via de isolatie van hun oxide. De term ‘zeldzaam’ vindt zijn oorsprong in het feit dat deze oxiden (aarden) bijzonder moeilijk te herkennen en scheiden zijn. Het duurde meer dan een eeuw voordat ze allemaal ontdekt waren. In dezelfde periode werd bijna honderd keer de ontdekking van andere nieuwe elementen geclaimd.
Na verloop van tijd kwam de term ‘zeldzaam’ ook in zwang als aanduiding van de elementen zelf. Ze werden vaak pas vele jaren na hun ontdekking in zuivere vorm geïsoleerd.
De nieuwe oxiden vinden hun oorsprong voor het grootste deel in twee mineralen: gadoliniet en ceriet. Daaruit werden respectievelijk de oxidenmengsels yttria en ceria ontsloten.
Het relatief ‘zware’ mineraal gadoliniet was in 1787 door de Zweedse chemicus Carl Axel Arrhenius ontdekt in een wingebied voor veldspaat bij Ytterby (in de buurt van Stockholm). Het heette eerst ytteriet, vandaar dat het verwerkingsproduct in 1794 yttria werd genoemd. Men beschouwde Yttria aanvankelijk als het oxide van één enkel element; het latere yttrium (Y). Uiteindelijk bleek het een mengsel van zowel yttriumoxide als de oxiden van de zwaardere lanthaniden: gadolinium, terbium, erbium, dysprosium, holmium, thulium, ytterbium en lutetium.
Ceria werd in 1803 voor het eerst bereid uit ceriet, dat in 1751 was gevonden door de Zweedse chemicus/mineraloog Axel Fredrik Cronstedt. Het leverde de oxiden op van lanthaan en de lichtere lanthaniden: cerium, praseodymium, neodymium, samarium, europium.
Tot het einde van de 19e eeuw waren er geen toepassingen voor (verbindingen van) de zeldzame aarden. De Oostenrijkse wetenschapper Carl Auer Freiherr von Welsbach bracht daar verandering in. Hij gebruikte thorium en cesium ter verhoging van de lichtopbrengst van een gasvlam. De gaspitten werden daartoe in een mengsel van thorium– en ceriumnitraat gedompeld. Bij de verbranding ontstaan dan de oxiden. Ceriumoxide katalyseert de verbranding en door de zeer slechte geleidbaarheid van het thoriumoxide werden de deeltjes zeer heet en geven ze een helder licht.
Met de vinding van Von Welsbach kwam zowel het grootschaliger speuren naar de zeldzame aarden als het zoeken naar toepassingen in een stroomversnelling. Inmiddels zijn meer dan 100 mineralen bekend met zeldzame aardmetalen. Deze metalen kennen specialistische toepassingen in allerlei hoogtechnologische (elektronische) apparatuur. China is verreweg de belangrijkste producent van deze elementen.
Voorkomen
Voorkomen
Terbium staat op plaats 59 in de rangorde van voorkomen voor elementen in de aardkorst. Het aandeel bedraagt 1,2.10-4 % (op gewichtsbasis).
De belangrijkste mineralen met kleine hoeveelheden van dit element zijn:
Allaniet-(Y) | (Y,Ce,Ca)2(Al,Fe+3)3(SiO4)3 OH |
Bastnaesiet-(Y) | (Y,La)CO3F |
Ceriet-(Ce) | Ce+39Fe+3(SiO4)6[(SiO3)(OH)](OH)3 |
Euxeniet-(Y) | (Y,Ca,Ce,U,Th)(Nb,Ti,Ta)2O6 |
Fergusoniet-(Y) | YNbO4 |
Gadoliniet-(Ce) | (Ce,La,Nd,Y)2Fe,+2Be2Si2O10 |
Gadoliniet-(Y) | Y,Fe,+2Be2Si2O10 ca. 0,03 % |
Monaziet-(Ce) (foto) | (Ce,La,Nd,Th)PO4 ca |
Monaziet-(La) | (La,Ce,Nd)PO4 |
Samarskiet-(Y) | (Y,Ce,U,Fe+2)3(Nb,Ta,Ti)5O16 |
Xenotiem-(Y) | YPO4 |
Terbium wordt veelal aangetroffen als begeleider van yttrium. Monazietzand bevat ca. 0,03 % Tb.
Winning
De belangrijkste wingebieden liggen in Australië, China, Mongolië, India, Brazilië, de Verenigde Staten van Amerika, Maleisië, Rusland, Tanzania, Burundi, Zambia, Madagaskar, Noorwegen, Zweden, Canada, Duitsland, Oostenrijk en Zuid-Afrika.
Bereiding
Bereiding
Vroeger
Zeldzame aarden werden oorspronkelijk gescheiden op grond van de uiterst kleine verschillen in oplosbaarheid van de metaalhydroxiden en -oxiden in loog. Ook bleek het mogelijk te scheiden op basis van de oplosbaarheid van hun zouten, voornamelijk de oxalaten en sulfaten (met name Ln2(SO4)3.Na2SO4.xH2O, met Ln als symbool voor de lantaniden). De oplosbaarheid neemt licht toe naarmate de atoommassa van het lanthanide toeneemt.
De verschillen zijn echter zo klein dat voor een redelijke scheiding vele malen herkristalliseren nodig is. Duizend maal is daarbij geen uitzondering. Om bijvoorbeeld een geringe hoeveelheid zuiver thuliumbromaat te verkrijgen werd zelfs tot vijftienduizend keer geherkristalliseerd.
Tegenwoordig
Na 1950 maakten moderne scheidingsmethoden het makkelijker de zouten van de zeldzame aarden in redelijke hoeveelheden te scheiden. Continue vloeistofextractie bijvoorbeeld, waarbij de waterige oplossing van de zouten wordt geëxtraheerd met tri-n-butylfosfaat. Een andere methode is ionenwisseling, die zouten met een hoge zuiverheid oplevert en doorgaans op wat kleinere schaal wordt toegepast
De nieuwe scheidingstechnieken dienden in de eerste plaats voor de productie van goede splijtstof voor kernreactoren. Daarbij is het van belang uraan- en thoriumertsen te ontdoen van alle sterk neutronen remmende elementen, zoals de lanthaniden. Dit stimuleerde vervolgens ook het zoeken naar toepassingen en daarmee kwam ook een bredere zoektocht naar zeldzame aarden op gang.
Winning uit erts
Om de lanthaniden te verkrijgen behandelt men het erts, bijvoorbeeld monaziet, met geconcentreerd zwavelzuur bij 200 °C. Daarbij ontstaat een oplossing van de sulfaten van lanthaan, thorium en de aanwezige lanthaniden. Na toevoegen van ammonia slaat eerst het thoriumzout neer. Na toevoegen van natriumsulfaat slaan vervolgens de zouten van de lichtere lanthaniden neer. Na scheiding van de diverse zouten volgt zuivering.
De bereiding van de elementen in zuivere vorm verloopt meestal via elektrolyse van gesmolten zouten. Een andere mogelijkheid is de reductie van oxiden met lanthaan of calcium, of van fluoriden en chloriden met calcium, kalium of natrium. Daarbij wordt het zout gesmolten in een tantalen kroes, gevolgd door reductie (in vacuüm of in een argonatmosfeer) met bijvoorbeeld calciumdamp.
Terbium wordt op deze wijze bereid door reductie van het gesmolten chloride of fluoride met calcium.
Zeer zuiver terbium is te verkrijgen door het gevormde terbium enige malen om te smelten, om de calcium resten te verwijderen.