Atoombouw
Alle oefentoetsen

Oefentoets

Atoombouw

Deze toets bestaat uit vijf vragen over het onderwerp atoombouw.

De uitwerking vind je na het openen van alle hints. Let op, als er geen ‘Controleer antwoord’ knop staat, moet je zelf je antwoord controleren met behulp van de hints en uitwerking.

Vraag 1

Hoeveel protonen en hoeveel neutronen bevat het volgende deeltje? De onderstaande hints zijn voor vraag a t/m d.

Je kunt je antwoorden checken met de ‘Controleer antwoord’ knop. In het invulveld vul je ‘aantal protonen,aantal neutronen’ in. Bijvoorbeeld als een deeltje 26 protonen heeft en 31 neutronen, vul je in: 26,31.
Let op: op een toets verwacht een docent de hele uitleg zoals in de uitwerking staat.

a) Br-81 

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

b) C-14 

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

c) Sn-120  

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

Vraag 2

Hoeveel protonen en hoeveel elektronen hebben de volgende deeltjes? De onderstaande hints zijn voor vraag a t/m c.

Je kunt je antwoorden checken met de ‘Controleer antwoord’ knop. In het invulveld vul je ‘aantal protonen,aantal elektronen’ in. Bijvoorbeeld als een deeltje 26 protonen heeft en 31 elektronen, vul je in: 26,31.
Let op: op een toets verwacht een docent de hele uitleg zoals in de uitwerking staat.

a) Cl-

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

b) Ba2+

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

c)  SO32-

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

Vraag 3

Het verbranden van ijzerdeeltjes veroorzaakt goud witte vonken. Het ontstaan van de vonken heeft te maken met de bouw van de elektronenwolk van de aanwezige metaalatomen. Bij toevoer van energie kan een elektron overgaan naar een hogere energietoestand. Dit elektron zal echter snel teruggaan naar de oorspronkelijke energietoestand waarbij de overtollige energie vrijkomt. Een deel hiervan wordt uitgezonden in de vorm van licht. Op de uitwerkbijlage is de kern van een ijzeratoom weergegeven met daaromheen een K-, L-, M- en N-schil. De K- en L-schil zijn volledig gevuld, de M-schil van een ijzeratoom bevat 14 elektronen en de N-schil 2 elektronen.

In onderstaande tekening zie je de bouw van een atoom Fe-56.

Geef de plaats van de protonen, neutronen en elektronen aan door middel van de notaties p, n en e.

Je kunt je antwoorden checken met de ‘Controleer antwoord’ knop. In het invulveld vul je ‘aantal p,aantal n,aantal e’ in. Bijvoorbeeld als een schil 0 protonen heeft, 0 neutronen en 1 elektron vul je in: 1e.
Let op: op een toets verwacht een docent de hele uitleg zoals in de uitwerking staat.

a) Kern

Geef het aantal protonen, neutronen en elektronen in de kern.

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

b) Schil K

Geef het aantal protonen, neutronen en elektronen in schil K.

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

b) Schil L

Geef het aantal elektronen protonen, neutronen en elektronen in schil L.

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

b) Schil M

Geef het aantal protonen, neutronen en elektronen in schil M.

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

b) Schil N

Geef het aantal protonen, neutronen en elektronen in schil N.

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

Vraag 4

Het element radon (Rn) staat in groep 18 van het periodiek systeem

a)

Geef de verzamelnaam voor de elementen die in groep 18 van het periodiek systeem staan.

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

Uit sommige bouwmaterialen, zoals beton en gipsplaat, kan langzaam radon gas vrijkomen. Dit gas bestaat uit atomen met het massagetal 222. Deze atomen kunnen worden weergegeven met de notatie Rn-222. In slecht geventileerde ruimtes zal de radon concentratie in de lucht langzaam toenemen. Radon is een radioactief element en is daardoor een probleem voor de gezondheid. De radioactiviteit van radon houdt in dat kernen van Rn-222 atomen uit elkaar vallen tot een zogenoemd α-deeltje en een atoomkern van een ander element (element X). Een α-deeltje bestaat uit twee protonen en twee neutronen.

 

b)

Geef de lading van een α-deeltje. Bijvoorbeeld: 5+ (niet juiste antwoord)

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

c)

Uit hoeveel protonen en hoeveel neutronen bestaat de kern van een atoom van het element X en wat is de naam van element X?

Noteer je antwoord als volgt:
aantal protonen, aantal neutronen, naam element X

Bijvoorbeeld: 5,5,radon (niet correct)

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

Vraag 5

Er zijn verschillende manieren om de ouderdom van gesteenten te bepalen. Eén daarvan is de kalium-argonmethode ( 40 K – 40Ar-methode). Deze methode is gebaseerd op de veronderstelling dat vloeibare gesteenten geen argon kunnen bevatten. Men denkt dat dit komt omdat argon behoort tot een groep elementen die zich chemisch niet laat binden. Bovendien kan argon gemakkelijk uit een gesmolten massa ontsnappen omdat het een gas is. Om deze redenen veronderstelt men dat alle 40Ar dat in een gesteente aanwezig is, pas na het stollen van dat gesteente is gevormd uit 40 K. De uitkomst van de berekeningen met deze methode zijn van belang geweest om de ouderdom van de aardkorst en van vulkanische gesteenten te bepalen.

a)

Geef aan of het aantal protonen, neutronen en elektronen in een atoom 40K gelijk of ongelijk is aan het aantal protonen, neutronen en elektronen in een atoom 40Ar.

Noteer je antwoord als volgt:
gelijk/ongelijk protonen, gelijk/ongelijk neutronen, gelijk/ongelijk elektronen

Bijvoorbeeld: gelijk,ongelijk,gelijk (niet correct)

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

Bij de kalium-argonmethode wordt het gesteente zo behandeld dat de hoeveelheid 40Ar kan worden gemeten. Bij gesteenten die voor een gedeelte bestaan uit olivijn wordt soms een onjuiste ouderdom bepaald. Dit wordt veroorzaakt doordat tijdens het stollen van olivijn al een hoeveelheid 40Ar in de olivijn kristallen werd ingesloten.

b)

Beredeneer of ten gevolge van het insluiten van 40Ar tijdens het stollen de ouderdom van het gesteente als ouder of als jonger dan de werkelijke ouderdom wordt bepaald.

Bekijk ook eens

studiehulp icoon Elektrochemische cel: hoe ziet die eruit? Indicatie dat de post een filmpje is
Scheikunde | Havo | Vwo | 5 | 6
Uitlegfilmpje
Elektrochemische cel: hoe ziet die eruit?
Noor legt uit uit welke componenten een EC bestaat.
Bekijk het filmpje
studiehulp icoon Micro-, meso- en macroniveau Indicatie dat de post een filmpje is
Scheikunde | Havo | Vwo | 3 | 4 | 5 | 6
Uitlegfilmpje
Micro-, meso- en macroniveau
Noor legt uit wat dit zijn en hoe je de niveaus herkent.
Bekijk het filmpje
studiehulp icoon Atoombouw
Scheikunde | Vwo | 4
Oefentoets
Atoombouw
Oefentoets over atoombouw en isotopen.
Bekijk de toets
studiehulp icoon Zouten
Scheikunde | Havo | 4
Oefentoets
Zouten
Oefentoets over de naamgeving en formules van zouten.
Bekijk de toets
studiehulp icoon Reactiesnelheid en energie
Scheikunde | Havo | 4
Oefentoets
Reactiesnelheid en energie
Oefentoets over reactiesnelheid en energie.
Bekijk de toets
studiehulp icoon Molariteit
Scheikunde | Havo | 4
Oefentoets
Molariteit
Oefentoets over het berekenen van molariteit.
Bekijk de toets
studiehulp icoon Organische chemie - naamgeving
Scheikunde | Havo | 4
Oefentoets
Organische chemie - naamgeving
Oefentoets over naamgeving in de organische chemie.
Bekijk de toets
studiehulp icoon Gehaltes (TGG, %, dichtheid)
Scheikunde | Havo | 4
Oefentoets
Gehaltes (TGG, %, dichtheid)
Oefentoets over rekenen aan volume, massa, dichtheid en ppm.
Bekijk de toets
studiehulp icoon Bindingen
Scheikunde | Havo | 4
Oefentoets
Bindingen
Oefentoets over bindingen (atoom, vanderwaals etc).
Bekijk de toets
studiehulp icoon Hoe vormt een atoombinding? Indicatie dat de post een filmpje is
NaSk2 | Scheikunde | Havo | Vmbo | Vwo | 2 | 3 | 4
Uitlegfilmpje
Hoe vormt een atoombinding?
Lotte legt het uit en laat zien hoe je deze binding tekent.
Bekijk het filmpje